H6.2 deel 2 Vergrotingsfactor

Vorige keer
Lenzen kunnen beelden maken die groter of kleiner zijn dan het oorspronkelijke voorwerp.

Met de tekenregels kun je het beeld wat ontstaat "construeren". 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Vorige keer
Lenzen kunnen beelden maken die groter of kleiner zijn dan het oorspronkelijke voorwerp.

Met de tekenregels kun je het beeld wat ontstaat "construeren". 

Slide 1 - Slide

Twee tekenregels nodig 
1) De lichtstraal door het optisch midden wordt niet gebroken

2) De lichtstraal die loodrecht op de lens komt breekt door het brandpunt.

Slide 2 - Slide

Voorbeeld
Construeer het beeld van voorwerp AB

Slide 3 - Slide

Oefenopdracht
Construeer het beeld van voorwerp AB

Slide 4 - Slide

Vergrotingsfactor
De verhouding tussen de lengte van 
het beeld en de lengte van het voorwerp 
heet de vergrotingsfactor. 
N=V1V2B1B2
N = vergrotingsfactor
    = lengte van het beeld
    = lengte van het voorwerp
B1B2
V1V2

Slide 5 - Slide

Voorbeeld vergroting
Bepaal de vergroting.


N=V1V2B1B2
N=31=0,33

Slide 6 - Slide

Voorbeeld 2
a) Construeer het beeld van voorwerp AB
b) Bepaal de vergroting

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Oefenopdracht 2
a) Construeer het beeld van voorwerp AB

Slide 9 - Slide

Oefenopdracht 2
b) Bepaal de vergroting
N=V1V2B1B2
N=21=0,5

Slide 10 - Slide

Samenvatting
Je kunt het beeld van een voorwerp tekenen door het beeld van de bovenkant én onderkant te tekenen.


Je kunt de vergroting berekenen 
met                    . 
N=V1V2B1B2

Slide 11 - Slide

Regel 1:

Lichtstralen door het optische midden worden niet gebroken.

Slide 12 - Slide

Regel 2:

Lichtstralen die loodrecht op de lens vallen gaan door het brandpunt.

Slide 13 - Slide

Regel 3:

Lichtstralen die uit één punt vertrekken komen samen in hetzelfde punt.

Slide 14 - Slide