What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Herhaling woordleer
Woordleer
1 / 48
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Secundair onderwijs
This lesson contains
48 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Woordleer
Slide 1 - Slide
Welke woordsoorten ken je nog?
Slide 2 - Mind map
Welke woordsoort is onderlijnd?
De
kinderen luisteren niet naar mij.
Slide 3 - Open question
Welk lidwoord is 'de' in de zin?
A
bepaald
B
onbepaald
Slide 4 - Quiz
Onbepaalde lidwoorden
Bepaalde lidwoorden
= een
= de, het
Lidwoorden
Slide 5 - Slide
Welke woordsoort is onderlijnd?
De kinderen
luisteren
niet naar mij.
Slide 6 - Open question
Wat voor werkwoord is 'luisteren' in de vorige zin?
A
hulpwerkwoord
B
zelfstandig werkwoord
C
koppelwerkwoord
Slide 7 - Quiz
Zelfstandig werkwoord
Hij
eet
een appel.
Werkwoorden
Slide 8 - Slide
Zelfstandig werkwoord
Koppelwerkwoord
Hij
eet
een appel.
Hij
is/wordt
ziek.
Werkwoorden
Slide 9 - Slide
Zelfstandig werkwoord
Koppelwerkwoord (zwobbels)
Hij
eet
een appel.
Hij
is/wordt
ziek.
Werkwoorden
Slide 10 - Slide
Zelfstandig werkwoord
Koppelwerkwoord (zwobbels)
Hulpwerkwoord
Hij
eet
een appel.
Hij
is/wordt
ziek.
Hij
moet
dit opgegeten
hebben
.
Werkwoorden
Slide 11 - Slide
Welke woordsoort is onderlijnd?
De
kinderen
luisteren niet naar mij.
Slide 12 - Open question
Welke kenmerken heeft een zn?
A
kan je in de verleden tijd zetten
B
kan je in enkelvoud of meervoud zetten
C
er kan een lidwoord voor
Slide 13 - Quiz
Benoemt mensen, dingen, plaatsen, ...
Lindsay, bank, klas, Pelt
Zelfstandig Naamwoord
Slide 14 - Slide
Benoemt mensen, dingen, plaatsen, ...
lidwoord ervoor
enkelvoud of meervoud
Lindsay, bank, klas, Pelt
een bank, de bank
banken
Zelfstandig Naamwoord
Slide 15 - Slide
Welke woordsoort is onderlijnd?
Dit is een
boeiende
les.
Slide 16 - Open question
Een bijvoeglijk naamwoord geef extra uitleg over
A
een lidwoord
B
een werkwoord
C
een bijwoord
D
een zelfstandig naamwoord
Slide 17 - Quiz
Meer informatie over ZN
De
lekkere
taart.
De taart is
lekker
.
Bijvoeglijk Naamwoord
Slide 18 - Slide
Welke woordsoort is onderlijnd?
Op de
zevende
wordt mijn oma
honderd
jaar!
Slide 19 - Open question
'zevende' is een ...
A
Hoofdtelwoord
B
Rangtelwoord
Slide 20 - Quiz
'honderd' is een ...
A
Hoofdtelwoord
B
Rangtelwoord
Slide 21 - Quiz
Hoofdtelwoord:
bepaald
onbepaald
Eén, drie, 1000
weinig, veel, honderden
Telwoord
Slide 22 - Slide
Hoofdtelwoord:
bepaald
onbepaald
Rangtelwoord:
bepaald
onbepaald
Eén, drie, 1000
weinig, veel, honderden
eerste, duizendste, derde
zoveelste, laatste
Telwoord
Slide 23 - Slide
Welke woordsoort is onderlijnd?
De kinderen luisteren
niet
naar mij.
Slide 24 - Open question
Waarover geeft 'niet' meer uitleg?
A
de hele zin
B
luisteren
C
de kinderen
D
naar mij
Slide 25 - Quiz
Geeft antwoord op waar, hoe, wanneer, ...
Bij een ander bijwoord
Niet, dus, zeker, ...
Een
heel
erg slim kind
Bijwoord
Slide 26 - Slide
Geeft antwoord op waar, hoe, wanneer, ...
Bij een ander bijwoord
Bij een BN
Niet, dus, zeker, ...
Een
heel
erg slim kind
Een
heel
slim kind
Bijwoord
Slide 27 - Slide
Geeft antwoord op waar, hoe, wanneer, ...
Bij een ander bijwoord
Bij een BN
Bij een WW
Niet, dus, zeker, ...
Een
heel
erg slim kind
Een
heel
slim kind
Ik zal
snel
eten.
Bijwoord
Slide 28 - Slide
Geeft antwoord op waar, hoe, wanneer, ...
Bij een ander bijwoord
Bij een BN
Bij een WW
Bij de hele zin
Niet, dus, zeker, ...
Een
heel
erg slim kind
Een
heel
slim kind
Ik zal
snel
eten.
Gisteren
at ik een koek.
Bijwoord
Slide 29 - Slide
Welke woordsoort is onderlijnd?
De kinderen luisteren niet
naar
mij.
Slide 30 - Open question
(Kooiwoord/ dooswoord: De vogel vliegt ... de kooi. / Ik sta ... de doos.)
Bij vaste combinaties
op, onder, door, achter, ...
Ik hou
van
jou. (houden van...)
Ik ben allergisch
voor
pollen. (allergisch zijn voor...)
Voorzetsel
Slide 31 - Slide
(Kooiwoord/ dooswoord: De vogel vliegt ... de kooi. / Ik sta ... de doos.)
op, onder, door, achter, ...
Voorzetsel
Slide 32 - Slide
Welke woordsoort is onderlijnd?
De kinderen luisteren niet naar
mij
.
Slide 33 - Open question
Welke soort voornaamwoord is 'mij' in de zin?
A
persoonlijk
B
bezittelijk
C
vragend
D
aanwijzend
Slide 34 - Quiz
10 soorten!!!
Voornaamwoorden
Slide 35 - Slide
persoonlijke vnw
: personen, groep mensen zonder naam te noemen
Ik, jij, je, jou, u, hij, zij, ze, het, wij, we, jullie, ons, hen
Voornaamwoorden
Slide 36 - Slide
persoonlijke vnw: personen, groep mensen zonder naam te noemen
Bezittelijk vnw
: altijd voor zn
Ik, jij, je, jou, u, hij, zij, ze, het, wij, we, jullie, ons, hen
Mijn, je, jouw(e), uw, zijn, haar, hun
Voornaamwoorden
Slide 37 - Slide
3.
Vragend vnw
Wie, wat, welk(e)
Voornaamwoorden
Slide 38 - Slide
3. Vragend vnw
4.
Aanwijzend vnw
: letterlijk iets/iem aanwijzen
Wie, wat, welk(e)
die, dit, dat, deze
Voornaamwoorden
Slide 39 - Slide
3. Vragend vnw
4. Aanwijzend vnw: letterlijk iets/iem aanwijzen
5.
Onpersoonlijk vnw
Wie, wat, welk(e)
die, dit, dat, deze
het
Voornaamwoorden
Slide 40 - Slide
3. Vragend vnw
4. Aanwijzend vnw: letterlijk iets/iem aanwijzen
5. Onpersoonlijk vnw
6. Wederkerend vnw:
bij alle ww met ‘zich’
Wie, wat, welk(e)
die, dit, dat, deze
het
Ik was me, jij wast je, hij wast zich, wij wassen ons, jullie wassen je
Voornaamwoorden
Slide 41 - Slide
7.
Wederkerig vnw
: slaat terug op iem/iets
Mekaar, elkaar
Voornaamwoorden
Slide 42 - Slide
7. Wederkerig vnw
:
slaat terug op iem/iets
8.
Onbepaald vnw
Mekaar, elkaar
Alle, iedereen, (n)iets, men
Voornaamwoorden
Slide 43 - Slide
7. Wederkerig vnw
:
slaat terug op iem/iets
8. Onbepaald vnw
9.
Uitroepend vnw
Mekaar, elkaar
Alle, iedereen, (n)iets, men
Zulk
mooi weer!
Wat
leuk!
Voornaamwoorden
Slide 44 - Slide
7. Wederkerig vnw
:
slaat terug op iem/iets
8. Onbepaald vnw
9. Uitroepend vnw
10. Betrekkelijk vnw
Mekaar, elkaar
Alle, iedereen, (n)iets, men
Zulk
mooi weer!
Wat
leuk!
Dat, die, aan wie, (wiens)
De pen,
die
lekt.
De lln
aan wie
ik de les spel.
Voornaamwoorden
Slide 45 - Slide
meeste gaan graag naar school, maar sommigen blijven liever wat langer in
.........
bed liggen en daardoor laat.
BN
WW
VNW
ZN
Voorzetsel
Lidwoord
BW
De
leerlingen
te
komen
hun
lekker
warme
Slide 46 - Drag question
Zijn er nog vragen?
Slide 47 - Slide
Woensdag toets woordleer!
Je moet de woorden kunnen herkennen...
Slide 48 - Slide
More lessons like this
Herhaling woordleer
April 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhaling woordleer
February 2021
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
S25 - Het wederkerend en wederkerig voornaamwoord
March 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
2 HV voornaamwoorden 22-26 november
November 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Secondary Education
3 havo herhaling blok 1
November 2021
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secondary Education
T34 - Het vragend en betrekkelijk voornaamwoord
May 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
woordleer - herhaling
November 2019
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
quiz
October 2020
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Secundair onderwijs