We lezen ondertussen verder....
Toen Boaz gegeten en gedronken had, was hij helemaal tevreden. Hij ging tegen een hoop koren aan liggen en viel in slaap. Zachtjes liep Ruth naar hem toe. Ze tilde de deken op en ging bij zijn voeten liggen. Midden in de nacht schrok Boaz wakker. Hij draaide zich om en merkte dat er een vrouw aan zijn voeteneind lag. ‘Wie ben jij?’ riep hij. ‘Ik ben het, Ruth,’ antwoordde Ruth. ‘Mag ik bij u blijven? U bent familie van mijn gestorven man. Dan moet u toch voor mij en Naomi zorgen?’ Boaz vindt Ruth een geweldige vrouw ‘De Heer zal je gelukkig maken,’ zei Boaz. ‘Ik wist al dat je veel voor de familie doet. Maar nu wordt me dat nog duidelijker. Want je had best een andere man kunnen krijgen. Een jonge man, arm of rijk. Maar je komt naar mij. Wees niet bang, want ik zal alles doen wat je vraagt. Je bent een geweldige vrouw. Dat weet iedereen in de stad.
in slaap. Zachtjes liep Ruth naar hem toe. Ze tilde de deken op en ging bij zijn voeten liggen. Midden in de nacht schrok Boaz wakker. Hij draaide zich om en merkte dat er een vrouw aan zijn voeteneind lag. ‘Wie ben jij?’ riep hij. ‘Ik ben het, Ruth,’ antwoordde Ruth. ‘Mag ik bij u blijven? U bent familie van mijn gestorven man. Dan moet u toch voor mij en Naomi zorgen?’ Boaz vindt Ruth een geweldige vrouw ‘De Heer zal je gelukkig maken,’ zei Boaz. ‘Ik wist al dat je veel voor de familie doet. Maar nu wordt me dat nog duidelijker. Want je had best een andere man kunnen krijgen. Een jonge man, arm of rijk. Maar je komt naar mij. Wees niet bang, want ik zal alles doen wat je vraagt. Je bent een geweldige vrouw. Dat weet iedereen in de stad.