Etiketten lezen

Etiketten lezen 
1 / 38
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 1,2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Etiketten lezen 

Slide 1 - Slide

Na deze les kun je:
- informatie op etiketten lezen

Slide 2 - Slide

Op een etiket staat:
naam van het product

ingrediënten
Het ingrediënt dat er het meest in zit, staat vooraan. het        ingrediënt dat er het minst inzit staat achteraan. Zo weet je waarvan het gemaakt is.


Slide 3 - Slide

Op een etiket staat:
inhoud
Hoeveel van een levensmiddel erin zit. Bijvoorbeeld 500 gram of 1 liter.

voedingswaarden
Aan de voedingswaarde zie je hoeveel calorieën (Kcal) en voedingsstoffen erin zitten.

Slide 4 - Slide

Op een etiket staat:
naam en adres van de fabrikant
Dan weet je waar je terechtkunt als je een vraag of een klacht hebt.

bereidingswijze
Hoe je het moet klaarmaken.

Slide 5 - Slide

Op een etiket staat:
bewaarvoorschrift
Soms staat op het etiket hoe je het levensmiddel het best kunt bewaren. Bijvoorbeeld: koel en droog bewaren.

Slide 6 - Slide

 Praktijkopdracht 
Je gaat nu oefenen met het lezen van een etiket.
 
Beantwoord de vragen.

 Wat is de naam van dit product?
 

Slide 7 - Slide

Wat is de naam van het product?

Slide 8 - Open question

 Praktijkopdracht 

 Welke ingrediënten zitten erin?

Slide 9 - Slide

Welke ingrediënten zitten erin?

Slide 10 - Open question

 Praktijkopdracht 

 Wat is de inhoud?

Slide 11 - Slide

Wat is de inhoud?

Slide 12 - Open question

 Praktijkopdracht 
Hoe moet het bewaard worden?


Slide 13 - Slide

Hoe moet het bewaard worden?

Slide 14 - Open question

Praktijopdracht
Pak een product of kijk naar de afbeelding op blz. 60 uit je boek.

Beantwoord de volgende vragen:
1. Wat is de naam van dit product?
2. Welke ingrediënten zitten er in?
3. Wat is de inhoud?
4. Wat is de naam van de fabrikant?
5. Hoe moet het bewaard worden?

Slide 15 - Slide

Op het etiket staan ook allergenen
Allergenen zijn stofjes die allergische reacties kunnen geven. Ze komen het lichaam binnen via het eten. 

Allergenen moeten vermeld staan op het product.

Slide 16 - Slide

Hoelang blijft het goed
Als je eten of drinken koopt kijk je naar de houdbaarheidsdatum. 
Tot deze datum is de kwaliteit van het product goed. Tenminste als het product op de goede manier bewaard is. 
Na deze datum kan de kwaliteit verminderen of kan het product bederven.

Slide 17 - Slide

Houdsbaarheidsdatum
TGT: te gebruiken tot
- staat op verse producten
- na deze datum mag je het product niet meer gebruiken. Het kan vedorven zijn.

THT: ten minste houdbaar tot
- staat op langer houdbare producten
- na de THT-datum is het product vaak minder lekker

Slide 18 - Slide

Praktijkopdracht
Bekijk dit etiket

Wat kan allergische reacties geven?

Slide 19 - Slide

Wat kan allergische reacties geven?

Slide 20 - Open question

Praktijkopdracht
Bekijk dit etiket

Wat is de voedingswaarde per portie?

Slide 21 - Slide

Wat is de voedingswaarde per portie?

Slide 22 - Open question

Praktijkopdracht 
Bekijk dit etiket

Hoeveel gram gebruik je per persoon?

Slide 23 - Slide

Hoeveel gram gebruik je per persoon?

Slide 24 - Open question

Praktijopdracht
Bekijk het product dat je net hebt gepakt nog een keer, of kijk naar de afbeelding op blz. 60 uit je boek.

Beantwoord de volgende vragen:
1. Wat kan allergische reacties geven?
2. Wat is de voedingswaarde per portie?
3. Hoeveel gram gebruik je per persoon?

Slide 25 - Slide

Begrippen die horen bij boodschappen doen en het lezen van etiketten
De komende dia's bevatten vragen over:
- Begrippen die horen bij boodschappen doen
- Begrippen die horen bij het lezen van etiketten

Als je het antwoord niet weet mag je het opzoeken in de les, in je boek of op internet.  

Slide 26 - Slide

Wat zijn allergenen?

Slide 27 - Open question

Wat betekend bereidingswijze?

Slide 28 - Open question

Wat betekend bewaarvoorschrift?

Slide 29 - Open question

Wat betekend duurzaam?

Slide 30 - Open question

Wat betekend inhoud?

Slide 31 - Open question

Wat betekend THT-datum?

Slide 32 - Open question

Wat betekend TGT-datum?

Slide 33 - Open question

Wat betekend recyclen?

Slide 34 - Open question

Wat betekend voedingswaarde?

Slide 35 - Open question

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 36 - Open question

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 37 - Open question

Je kunt nu etiketten lezen 

Slide 38 - Slide