What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Over Taal - Blok 5 - mavo 4
Blok 5 - Over Taal
4 GL-TL
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 4
This lesson contains
16 slides
, with
text slides
and
4 videos
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Blok 5 - Over Taal
4 GL-TL
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Ik weet op welke manieren ik een woord kan opzoeken in het
woordenboek
Ik kan uitleggen wat
homoniemen
zijn.
Ik kan uitleggen wat
homofonen
zijn.
Ik kan
homoniemen
en
homofonen
herkennen in een zin.
Ik kan uitleggen wat een
pleonasme
is en dit herkennen in een zin.
Ik kan uitleggen wat een
tautologie
is en dit herkennen in een zin.
Ik kan uitleggen wat een
dubbele ontkenning
is en dit herkennen in een zin,
Slide 2 - Slide
Woordenboek
Tijdens het examen mag je een
papieren woordenboek
gebruiken.
De woorden in het woordenboek noem je
trefwoorden
.
De woorden staan op
alfabetische volgorde
.
Slide 3 - Slide
Woordenboek
Zoek in het woordenboek de
grondvorm
van het woord.
Bijvoorbeeld
Werkwoordsvorm
- vind je bij het hele werkwoord.
Woord in meervoud
- kijk bij woord in enkelvoud.
Verkleinwoord
- kijk bij niet-verkleind woord.
Bijvoeglijk naamwoord
- kijk bij de korte vorm.
Uitdrukking
- vind je bij het belangrijkste woord.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Homoniemen
Woord met twee of meerdere betekenissen.
Bijvoorbeeld
Bank, was, blik, bloem.
Slide 6 - Slide
Homofonen
Dat is een woord wat hetzelfde klinkt, maar je anders schrijft en ook een andere betekenis heeft.
Bijvoorbeeld
Hart/hard, eentje/eendje, lach/lag.
Slide 7 - Slide
Synoniemen
Woorden die dezelfde betekenis hebben.
Slide 8 - Slide
Voorbeelden van synoniemen
Bankroet - failliet
Schrijver - auteur
Liegen - jokken
Calculator - rekenmachine
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Pleonasme
Met een bijvoeglijk naamwoord noem je een eigenschap, die al in het zelfstandig naamwoord zit.
Bijvoorbeeld
Groen gras
Witte sneeuw
Rood bloed
Tautologie
Je zegt twee keer hetzelfde met synoniemen (zelfde woordsoort).
Bijvoorbeeld
Altijd en eeuwig
Schots en scheef
Gratis en voor niets
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Dubbele ontkenning
Je gebruikt twee keer een ontkenning, waardoor je precies het tegenovergestelde zegt van wat je bedoelt.
Bijvoorbeeld
De docent verbiedt jou om je telefoon niet mee te nemen naar de les.
Nooit heeft hij geen zin in spruitjes.
Slide 13 - Slide
Contaminatie
Bij een
contaminatie
haal je twee woorden of uitdrukkingen door elkaar.
Bijvoorbeeld
De cola bij de Albert Heijn kost duur.
De docent zag dat hij aan het afspieken was.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Werktijd
Maak in Learnbeat
5.1 A
5.1 B
5.1 C
Slide 16 - Slide
More lessons like this
Proefles Woordbetekenissen raden, 0F
July 2018
-
24 slides
Nederlands
Middelbare school
Praktijkonderwijs
MBO
vmbo, mavo, havo, vwo
SCORE Nederlands vo/mbo
Proefles Woordbetekenissen raden, 0F
July 2018
-
24 slides
Nederlands
Middelbare school
MBO
Praktijkonderwijs
vmbo, mavo
SCORE Nederlands vo/mbo
Digi-doener! | Find it! | In je eigen woorden
October 2024
-
18 slides
Informatievaardigheden
Nederlands
Basisschool
Groep 6-8
Stichting FutureNL
Find it! | Les 4 | In je eigen woorden
April 2024
-
18 slides
Informatievaardigheden
Basisschool
Groep 5-8
Stichting FutureNL
Find it! VO | Les 4 | In je eigen woorden
April 2024
-
18 slides
Nederlands
Informatievaardigheden
Middelbare school
Leerjaar 1,2
Stichting FutureNL
Find it! | Les 4 | In je eigen woorden
June 2024
-
18 slides
Informatievaardigheden
Basisschool
Groep 5-8
Stichting FutureNL
Les 4 In je eigen woorden
March 2019
-
18 slides
Nederlands
Informatievaardigheden
Middelbare school
Leerjaar 1,2
Stichting FutureNL
Digi-doener! VO Nederlands | Special Edition Find it! Les 4
September 2025
-
18 slides
Nederlands
Informatievaardigheden
Middelbare school
Leerjaar 1,2
Stichting FutureNL