Oefenen voor de toets hoofdstuk 4Koude Oorlog

Deze les:
Quizzzz met prijsjes ter oefening voor de toets
of
Opdracht nog niet af? Werken aan de opdracht...deadline is vandaag
1 / 41
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Deze les:
Quizzzz met prijsjes ter oefening voor de toets
of
Opdracht nog niet af? Werken aan de opdracht...deadline is vandaag

Slide 1 - Slide

Sleep de onderdelen aan het juiste land
Verenigde Staten
Sovjet-Unie
Communistisch
Kapitalistisch
vrijheid
gelijkheid
NAVO
Warschaupact
Vrije markt
Planeconomie

Slide 2 - Drag question

Waarom waren de Korea-oorlog en de Vietnamoorlog gevolgen van de dominotheorie?

Slide 3 - Open question

Waarom was de Koude Oorlog een 'koude' oorlog?

Slide 4 - Open question

Geef twee redenen die uitleggen hoe het kwam dat er in de Verenigde Staten veel weerstand kwam tegen de Vietnam oorlog

Slide 5 - Open question

De Koude Oorlog heeft zijn naam te danken aan het feit dat de VS en de Sovjet-Unie nooit officieel in oorlog zijn geweest. Toch is er wel degelijk sprake geweest van strijd tussen beide partijen.
Noem een voorbeeld van deze strijd en leg uit welke rol de VS en de Sovjet-Unie daarin hadden.

Slide 6 - Open question

Sleep de juiste zinnen op de juste plek. De gebeurtenissen moeten in de juiste chronologische volgorde komen te staan. Dus voor 1 wat als eerste gebeurde, en voor 5 wat als laatste.
1
2
3
4
5


De Tweede Wereldoorlog komt ten einde


De Berlijnse muur wordt gebouwd


De Verenigde Staten komen met het Marshallplan


Duitsland wordt verdeeld in vier zones


Stalin laat alle toegangswegen tot in West-Berlijn blokkeren

Slide 7 - Drag question

Kapitalisme
A
Westen
B
Oosten

Slide 8 - Quiz

Vrijemarkteconomie
A
Westen
B
Oosten

Slide 9 - Quiz

Stalin
A
Westen
B
Oosten

Slide 10 - Quiz

Geen verschil tussen arm en rijk
A
Westen
B
Oosten

Slide 11 - Quiz

Socialisme
A
Westen
B
Oosten

Slide 12 - Quiz

Marktconcurrentie
A
Westen
B
Oosten

Slide 13 - Quiz

Dictatuur
A
Westen
B
Oosten

Slide 14 - Quiz

Vrije verkiezingen
A
Westen
B
Oosten

Slide 15 - Quiz

Vraag en aanbod
A
Westen
B
Oosten

Slide 16 - Quiz

Rode leger
A
Westen
B
Oosten

Slide 17 - Quiz

Planeconomie
A
Westen
B
Oosten

Slide 18 - Quiz

Waar of niet waar?
De Trumanleer was vooral gericht tegen de uitbreiding van het communisme.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Waar of niet waar?
Volken kregen militaire steun van de Verenigde Staten als zij zich verzetten tegen een communistische overname.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Wat betekent de Koude Oorlog?
A
Een oorlog gevoerd in een koude periode
B
Een oorlog waarin veel actie ondernomen werd en weinig dreiging
C
Een oorlog waarin weinig werd gevochten maar wel de dreiging was

Slide 21 - Quiz

Is het een actie van de Sovjet-Unie of van de Verenigde Staten?
- Europese landen kregen economische hulp om de oorlogsschade te herstellen.
A
Sovjet-Unie
B
Verenigde Staten
C

Slide 22 - Quiz

De Koude Oorlog begint:
A
na de nederlaag van WO1 door Duitsland
B
door de dood van Roosevelt (april 1945)
C
de nederlaag van Japan
D
na WOII in 1945

Slide 23 - Quiz

Wat was voor de regering van de DDR het belangrijkste doel van de bouw van de Berlijnse Muur?
A
Om een einde te maken aan het vluchten van de inwoners naar het Westen
B
De bouw van de Berlijnse Muur was al eerder door Stalin bedacht
C
Ze probeerde westerlingen buiten het Oostblok te houden
D
Wegens privacy

Slide 24 - Quiz

Na de Tweede Wereldoorlog was er al snel een nieuwe vijand voor de VS. Wat was de nieuwe vijand van de VS?
A
het kapitalisme
B
het liberalisme
C
het socialisme
D
het communisme

Slide 25 - Quiz

Kapitalisme
A
Westen
B
Oosten

Slide 26 - Quiz

Wat is Marshallhulp?
A
Hulp aan arme kinderen in Afrika
B
Economische hulp van de VS aan West-Europa na WOII
C
Hulp voor de SU tijdens de Koude Oorlog.
D
Militaire hulp van de VS

Slide 27 - Quiz

Het opstellen van vijfjarenplannen hoort bij...
A
nieuwe economische politiek
B
de planeconomie
C
collectivisatie
D
zuiveringen

Slide 28 - Quiz

Vrije markteconomie past bij
A
communisme
B
kapitalisme

Slide 29 - Quiz

Wat heeft niets met de Koude Oorlog te maken?
A
Aanpassingspolitiek
B
Containmentpolitiek
C
Truman-doctrine
D
De Dominotheorie

Slide 30 - Quiz

Vraag en aanbod bepalen hoeveel auto's er gemaakt worden.
Dit past bij:
A
Planeconomie
B
vrijemarkteconomie
C
vrije economie
D
slimme economie

Slide 31 - Quiz

Om welke reden stuurden de Verenigde Staten soldaten naar Vietnam?
A
De VS geloofde in de 'Dominotheorie'
B
China wou Vietnam veroveren
C
Zuid-Vietnam vroeg hulp aan Amerika
D
De VS had zin in oorlog

Slide 32 - Quiz

Wat was de belangrijkste vraag die Roosevelt, Stalin en Churchill in februari 1945 in Jalta bespraken?
A
Wat moet er na de overgave met Duitsland gebeuren?
B
Gebruiken we een atoombom op Duitsland?
C
Welke landen worden kapitalistisch?
D
Waar plaatsen we het ijzeren gordijn?

Slide 33 - Quiz

Wat betekent het IJzeren Gordijn?
A
Ondoordringbare grens tussen het Oostblok en het Westblok
B
Muur om West-Berlijn tijdens de Koude Oorlog.
C
En gordijn van ijzer dat het Oostblok van het Westblok scheidde
D
Een soort wedstrijd wie de meeste wapens heeft om macht te tonen.

Slide 34 - Quiz

In welke sector lag Berlijn tijdens de Koude Oorlog?
A
Amerikaanse sector
B
Russische (Sovjet) sector
C
Engelse sector
D
Franse sector

Slide 35 - Quiz

Wie organiseert de Blokkade van Berlijn?
A
VS
B
SU

Slide 36 - Quiz

Welke bewering over de Blokkade van Berlijn is juist?
A
Als gevolg van de blokkade zocht Stalin toenadering tot het Westen.
B
Het gevolg van de blokkade was een bezoek aan Berlijn.
C
De oorzaak van de blokkade was het invoeren van een nieuwe munt in het de westelijke zone
D
De oorzaak van de blokkade was de oprichting van de NAVO

Slide 37 - Quiz

Hoe werd de Blokkade van Berlijn opgelost door de VS?
A
Met een luchtbrug
B
Met de inzet van tanks
C
Door diplomatie
D
Door opstand van de bevolking van Berlijn

Slide 38 - Quiz

Welke gebeurtenis vond als eerste plaats?
A
Oprichting NAVO
B
Marshallplan
C
Atoombom Hiroshima
D
Blokkade van Berlijn

Slide 39 - Quiz

Welk begrip past het best bij de afbeelding?

Spotprent uit 1962 met de titel: 'Wie is het sterkste?' Op de prent zie je president Kennedy en partijleider Chroesjtsjov armworstelen. Zij houden beiden hun vinger aan de knop van de raket.
A
Berlijnse Muur
B
Wapenwedloop
C
Dominotheorie
D
Vietnamoorlog

Slide 40 - Quiz

Wat is een gevolg van het verschijnen van foto's zoals deze in kranten in de Verenigde Staten en West-Europa?

Krantenfoto uit 1972 van Vietnamese kinderen die hun dorp ontvluchten na een Amerikaans bombardement.
A
Steeds meer Amerikanen willen een einde aan de Amerikaanse deelname in Vietnam
B
Veel Amerikanen worden steeds enthousiaster van de Amerikaanse deelname in Vietnam
C
De Amerikanen trekken alleen grondtroepen terug uit Vietnam

Slide 41 - Quiz