2h1

Het skelet van de mens
1 / 14
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Het skelet van de mens

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma 
  • Lesdoelen
  • Verwondersessie: het skelet
  • Workshopsessie: opdrachten maken
  • Communicatiesessie: leerdoelen nabespreken+ inschrijven  extra instructie.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Bescherming

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Kalk en lijmstof in botten
Beenderen groeien mee!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Functies skelet

Stevigheid
Bescherming
Vorm

Beweging
stevigheid

Slide 5 - Slide

Vorm en stevigheid
Het skelet zorgt ervoor dat je lichaam niet in elkaar zakt. Hierdoor kun je rechtop staan. Ook zorgt het ervoor dat het menselijke lichaam vorm aanneemt. Hierdoor kan bijv. aan de hand van de informatie van een skelet een reconstructie gemaakt worden van hoe iemand eruit heeft gezien.

Bescherming
Het skelet zorgt ook voor bescherming. Denk maar aan je hart, je longen en aorta. Die liggen allemaal veilig in je ribbenkast. Je ribben zorgen ervoor dat als je een klap op je borst krijgt, dat je hart en longen niet meteen worden geraakt. Denk ook aan je hersenen. Die liggen in je schedelbeenderen. Je schedelbeenderen zijn gemaakt van hard materiaal (kalkzouten), waardoor die je hersenen kan beschermen als je een klap op je hoofd krijgt.

Beweging
Ook zorgt het skelet ervoor dat je kunt bewegen. Bijna alle botten van het skelet zijn zo aan elkaar verbonden dat ze in bepaalde richtingen bewogen kunnen worden. Het bewegen wordt veroorzaakt door de spieren die aan je botten vastzitten. Met hulp van gewrichten kunnen de botten een bepaalde richting op bewegen. Het bot waar de spier aan vastzit, biedt stevigheid en hulp bij het bewegen.
Het skelet



Deze onderdelen moet je uit je hoofd kennen!

Slide 6 - Slide

This item has no instructions


Overleg samen
hoe de botten heten die ik aanwijs. 
Schrijf het op!

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Schedel
  • 1 tm 5 = schedelbeenderen
  • 6 = bovenkaak
  • 7 = onderkaak
1
2

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

  1. sleutelbeen
  2. schouderblad
  3. borstbeen
  4. ribben
  5. wervels
3
6
7
4
5

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

  1. heupbeen
  2. dijbeen
  3. heiligbeen
  4. staartbeen
8
11
9
10

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

  1. opperarmbeen
  2. spaakbeen
  3. ellepijp
12
13
14

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

  1. knieschijf
  2. scheenbeen
  3. kuitbeen
15
17
16

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Antwoorden
  1. bovenkaak
  2. onderkaak
  3. sleutelbeen
  4. borstbeen
  5. ribben
  6. wervel
  7. opperarmbeen
  8. heupbeen
  9. staartbeen
10. heiligbeen
11. dijbeen
12. opperarmbeen
13. spaakbeen
14. sleutelbeen
15. knieschijf
16. kuitbeen
17. scheenbeen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Workshopsessie:



Je maakt:

Slide 14 - Slide

This item has no instructions