Week 21 2025 Herhaling paragraaf 1.1 en 1.2

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Herhaling 

Paragraaf 1.1 en 1.2

Een rivier slingert 500 km door het landschap. De bron ligt op 2500 meter hoogte.
Wat is het verhang?

Het verval van een rivier neemt in de benedenloop af

1. juist
2. onjuist

Als een rivier meer water afvoert (groter debiet), wordt hij smaller en dieper.

1. juist
2. onjuist

Door klimaatverandering blijft het langer droog en tegelijkertijd de buien heftiger. Dit noem je een onregelmatig ...

1. debiet
2. afvoerregiem
3. neerslagregiem
4. vertragingstijd

Debiet op z'n hoogst

Gemengde rivier

Groot verval

Bij-, zij- en hoofdrivier

Verval per km

Reliëf in het landschap

Bovenloop

Verhang

Gelijkmatig regiem

Piekafvoer

Waterscheiding

Stroomstelsel

In welke landen ligt het stroomgebied van de Rijn?

1. Frankrijk, Zwitserland, Oostenrijk, Kroatië.
2. Duitsland, Polen, Tsjechië, Oostenrijk.
3. Zwitserland, Duitsland, Nederland, Tsjechië.
4. Frankrijk, Zwitserland, Luxemburg, België.

Ingrepen van de mens

Winterdijk

Zomerdijk

Krib

Uiterwaard

Zomerbed

Winterbed

Binnendijks

Veilig, beschermd door de dijk

Buitendijks

Onveilig - niet beschermd

Veel Nederlanders wonen in polders, zij wonen ...

1. Binnendijks
2. Buitendijks

De uiterwaard bevindt zich

1. binnendijks
2. aan de rivierkant van de winterdijk
3. in het zomerbed
4. tussen de kribben

De vertragingstijd

De tijd die een (regen)druppel erover doet om de rivier te bereiken.

Deze tijd is lang als de druppel de bodem intrekt en in het grondwater komt en als grondwater langzaam naar de rivier stroomt.

De tijd is kort als er veel beton is en de druppel niet de grond in kan, dan stroomt het via riolering naar de rivier.

Wat deed de mens?

Ontbossen: 

• weghalen van bomen
• weilanden opofferen voor huizen

Verstenen:

• huizen bouwen
• straten aanleggen
• riolering aanleggen

Als we meer steden bouwen, wordt de vertragingstijd

1. langer
2. korter

Ga nu in SOM naar inleveropdrachten

Je vindt daar 5 vragen die jouw begrip van paragraaf 1.1 en 1.2 testen. Je mag het in tweetallen maken.
Je levert de antwoorden over
25 minuten (evt met korte pauze)  in.

Ben je klaar?
Maak dan de "extra opdrachten" online horend bij 1.3 (Buitenland),
je vindt ze in het rechter keuzemenu van 1.3

Welke ingrepen
deed de mens in het rivierengebied?

Hoe vond je de opdrachten gaan die je deze les maakte?

0100