5.3 begrijpend lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

5.3 begrijpend lezen

Je leert:

- signaalwoorden voor het redengevend tekstverband

- een samenvatting maken met kernzinnen 

Tekstverbanden

Signaalwoorden geven in een tekst verband aan tussen woorden, zinnen of alinea's 

Alie collecteert voor de Dierenbescherming, maar ze geeft zelf niets.

1. Opsommend tekstverband
2. Tegenstellend tekstverband
3. Concluderend tekstverband
4. Redengevend tekstverband

Alie collecteert voor de Dierenbescherming, want ze wil dieren in nood helpen.

1. Opsommend tekstverband
2. Tijdsvolgorde tekstverband
3. Samenvattend tekstverband
4. Redengevend tekstverband

Samenvattend tekstverband

Uitleggend tekstverband

Redengevend tekstverband 

Opsommend tekstverband

Omdat, want, namelijk

Kortom, al met al, samenvattend

Daarnaast, ook, ten eerste

Bijvoorbeeld, zo, zoals, ter illustratie

Opdr. 9a. Welke signaalwoorden herken je in alinea 1? 

Opdr. 9b. Welk verband tussen alinea 2 en 3 wordt met signaalwoorden aangegeven? 

Opdr. 9c. Welk verband tussen alinea 3 en 4 wordt met een signaalwoord aangegeven? 

Wat is vaak de kernzin?

1. De eerste zin van de alinea
2. De eerste zin van de tekst
3. De laatste zin van de alinea
4. De laatste zin van de tekst

Onderstreep de kernzinnen van tekst 2. 

In een samenvatting noteer je alleen de hoofdzaken van een tekst. Dat kan makkelijk door alle kernzinnen van de belangrijke alinea's na elkaar te zetten. 

Schrijfopdracht

Opdracht 13

Schrijf een samenvatting van tekst 2 met alle kernzinnen die je hebt onderstreept. Laat woorden of zinsdelen weg die onbelangrijk zijn, of voeg iets toe zodat het een lopend geheel is. 

Klaar? Ruil je samenvatting met een klasgenoot en kijk elkaar na. 

Klaar? Ga verder met het overige maakwerk: 3, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 13

Check 

Wat heb je deze les geleerd?

Dat signaalwoorden ook het verband tussen alinea's kunnen aangeven

Dat kernzinnen handig zijn voor het maken van samenvattingen

Welke zin vaak de kernzin is

Welke signaalwoorden bij welk tekstverband horen

Leg uit wat je geleerd hebt

Afsluiting

- Op de toets moet je ook een samenvatting met kernzinnen maken

- Morgen bespreken we de boekopdracht (folders) na

- Dinsdag moet het huiswerk van 5.3 af zijn!