K1P - woensdag 22 mei 2024

Welkom klas 1P!
  • Ligt je telefoon in je kluisje? 
  •  Hangt je jas aan de kapstok?
  • Ligt je laptop op tafel?

Dan beginnen we met de les.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsISKISK

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom klas 1P!
  • Ligt je telefoon in je kluisje? 
  •  Hangt je jas aan de kapstok?
  • Ligt je laptop op tafel?

Dan beginnen we met de les.

Slide 1 - Slide

Dit gaan we doen:
  • Disk thema 4: Eetplan maken
  • Geregeld spreken     
  • Filmpje kijken over Freerunnen











Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Je leert nieuwe woorden die bij het thema eten.
  • Je kunt een eetplan maken voor een sporter. 
  • Je kunt aan een klasgenoot vertellen waarom dit eetplan goed is. 
  • Je weet wat freerunnen is. 
      
  

Slide 3 - Slide

Wat zijn doe-woorden?

Slide 4 - Mind map

Welke doe-woorden ken je?

Slide 5 - Mind map

Zinnen maken met kleuren
Zinnen maken met kleuren.

Slide 6 - Slide

Geregeld spreken blz. 42

mensen, dieren, dingen (wie, wat)
werkwoorden (lopen / fietsen / eten)
extra informatie (waar, wanneer)







Slide 7 - Slide

Geregeld spreken blz. 44 opdracht 4
  • Werk in tweetallen. 
  • Kies een van de doe-woorden (werkwoorden) die in het boek staan. 
  • Maak samen een zin. 
  • Schrijf het juiste woord op. 

Slide 8 - Slide

Geregeld spreken blz. 45 opdracht 6
  • Werk in tweetallen. 
  • Maak goede zinnen met de woorden.  
  • Schrijf de hele zin op. 

Slide 9 - Slide

Geregeld spreken blz. 48 opdracht 10
  • Werk in tweetallen. 
  • Kies een van de doe-woorden (werkwoorden) die in het boek staan. 
  • Maak goede zinnen bij de praatplaat Dames en heren
  • Schrijf het goede doe-woord (werkwoord) op. 

Slide 10 - Slide

Nieuwsbegrip 
Freerunning steeds populairder

Slide 11 - Slide

Nieuws
We kijken nu naar het nieuws.

Slide 12 - Slide

Nieuwsbegrip QUIZ
Freerunnen

Slide 13 - Slide

Wat is de letterlijke vertaling van freerunnen?

Slide 14 - Open question

Welke freerun-wedstrijden bestaan er al?
A
Olympische spelen
B
Europese kampioenschappen
C
Nederlandse kampioenschappen

Slide 15 - Quiz

Wat doen de freerunners bij de kampioenschappen?
A
Salto, flikflak, vanaf hoogte springen
B
Salto, flakflik, vanaf hoogte vallen
C
Raar

Slide 16 - Quiz

Wie is Luciano Balestra?
A
Italiaans eten
B
Een meisje dat op freerunnen zit
C
Een professioneel freerunner

Slide 17 - Quiz

Hoe is de verdeling tussen jongens en meisjes bij freerunnen?
A
Er zijn meer meisjes dan jongens
B
Er zijn meer jongens dan meisjes

Slide 18 - Quiz

Waar is freerunnen ontstaan?
A
New York
B
Amsterdam
C
Parijs
D
Londen

Slide 19 - Quiz

Wanneer begon freerunnen?
A
30 jaar geleden
B
50 jaar geleden
C
40 jaar geleden
D
10 jaar geleden

Slide 20 - Quiz

Hoe heette de sport eerst?
A
Parcours
B
Maak dat je weg komt
C
Ren je rot
D
Ren voor je leven!

Slide 21 - Quiz

Freerunnen gaat niet alleen om snelheid maar ook om hoe mooi en sierlijk...
A
je wandelt
B
je je verplaatst
C
je eruit ziet
D
je fietst

Slide 22 - Quiz

Lesdoelen
  • Ik kan de doe-woorden bij ik, jij, hij, zij, u, jullie en zij goed gebruiken.
  • Ik weet wat de sport Freerunnen is. 


      
  

Slide 23 - Slide

Einde van de les

Slide 24 - Slide