9.1 Ongezond

1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Gezondheid
1. Leefstijl = al je gewoonten van eten, drinken, roken, slapen, (school)werk, bewegen en ontspannen.

2. Omgeving = Woonplaats, sociale contacten.

3. Gezondheidszorg = mensen en voorzieningen voor de gezondheid, zoals de huisarts, het ziekenhuis en de tandarts






Slide 2 - Slide

9.1 Ongezond
Waarom doen mensen ongezonde dingen volgens jou?

Slide 3 - Slide

Genotmiddelen
Genotmiddelen = product dat je bij inname een lekker gevoel geeft, bijvoorbeeld alcohol en sigaretten (tabak)

Slide 4 - Slide

Verslaving
Verslaafd/ afhankelijk = je kunt niet zonder een bepaalde stof uit een genotmiddel of drug

1. Lichamelijk afhankelijk = het lichaam heeft het genotmiddel nodig om te functioneren
  • ontwenningsverschijnselen

2. Geestelijk afhankelijk = je denkt er steeds aan en hebt het gevoel niet zonder te kunnen.

3. Sociaal afhankelijk = nodig vanwege het contact met mensen waarmee je het gebruikt

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Drugs
  • Verdovende middelen
    (hersenen werken trager)
  • Stimulerende middelen
    (hersenen werken sneller)
  • Bewustzijnsveranderende middelen
    (hersenen werken anders)


Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Roken
Koolstofmonoxide 
Neemt in de rode bloedcel de plek in van zuurstof. Hierdoor kan er minder zuurstof vervoerd worden.

Teer is kankerverwekkend.
Het vormt een laagje aan de binnenkant van de longblaasjes

Nicotine heeft een sterk verslavend effect. Het vernauwt de bloedvaten

Slide 9 - Slide

Niet-roker
Roker

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wiet
Stoned = een loom, verdoofd gevoel 
High = juist een opgewekt en actief gevoel

Werking van cannabis:
- versterkt je stemming, waardoor effecten verschillen 
- mogelijk paniekaanvallen, een versnelde hartslag of duizeligheid.

Cannabis werkt verslavend

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Wat?
Maken: 9.1 opdr 4-8, 10, 11, 14, 16-18
Hoe?
In je (online) boek. Werkbladopdrachten maak je in je schrift. 
Hulp?
Steek je hand op. Je mag ook zacht overleggen met je buurman/buurvrouw.
Tijd?
15 minuten
Klaar?
Goedzo! Kijk nu je werk na via Teams
Opbrengst
Als je klaar bent heb je je huiswerk af! 

Slide 16 - Slide