This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
mutaties
Slide 1 - Slide
Mutaties
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Mutaties
Mutaties kunnen ontstaan door schadelijke invloeden
Slide 4 - Slide
Wat zijn geen voorbeelden van een mutaties?
A
huidkanker
B
een bruin kleurtje van een uurtje in de zon zitten
C
sproeten hebben
D
moedervlekken
Slide 5 - Quiz
- Atie zegt dat de ultraviolette straling in zonlicht je beschermt tegen het optreden van mutaties. - Dinar zegt dat een mutatie in één lichaamscel meestal geen gevolgen heeft.
Wie heeft (hebben) gelijk?
A
Alleen Atie heeft gelijk
B
Alleen Dinar heeft gelijk
C
Atie en Dinar hebben allebei gelijk
D
Atie en Dinar hebben geen van beiden gelijk
Slide 6 - Quiz
Door mutaties ontstaat variaties in het genotype?
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Mutaties vinden plaats in ....
A
Alle lichaamscellen
B
Geslachtscellen
C
Delende cellen
D
Oude cellen
Slide 8 - Quiz
Als DNA wordt beschadigd kunnen er mutaties ontstaan.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Een cel waarin veel mutaties hebben plaatsgevonden, kan kanker veroorzaken.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
Bepaalde stoffen in sigarettenrook verhogen de frequentie waarmee mutaties plaatsvinden.
A
juist
B
onjuist
Slide 11 - Quiz
Wat zijn mutaties
A
kleine veranderingen in een gen
B
kleine veranderingen in een cel
C
grote veranderingen in een gen
D
kleine veranderingen in een cel
Slide 12 - Quiz
Zijn alle mutaties problematisch?
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quiz
Welke stof veroorzaakt geen mutaties?
A
radioactieve straling
B
koolstofmonoxide
C
teer
D
UV-licht
Slide 14 - Quiz
wat is er waar over mutaties?
A
bij een mutatie krijgt een organisme altijd betere eigenschappen
B
het organisme bepaald zelf wanneer een mutatie plaats vindt
C
een mutatie is een toevallige verandering in het erfelijk materiaal van een organisme