Arm en Rijk Nigeria Oefentoets

Herhaling H5 Nigeria
Zelfcheck. Waar moet ik nog meer tijd aan gaan besteden?
1 / 30
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Herhaling H5 Nigeria
Zelfcheck. Waar moet ik nog meer tijd aan gaan besteden?

Slide 1 - Slide

Bekijk de afbeelding.

→ Welke uitspraak is juist?


A
Je ziet een klimaat dat te droog is voor gewassen als cacao.
B
Je ziet een klimaat dat voorkomt langs de zuidkust van Nigeria.
C
Je ziet een klimaat dat voorkomt op de savannes van Nigeria.
D
Je ziet een tropisch regenwoudklimaat.

Slide 2 - Quiz

De bevolkingsspreiding van Nigeria is ongelijk.

→ Welke factor speelt hierbij geen grote rol?


A
Afkomst van een bepaald volk
B
Geschiktheid voor landbouw
C
Welvaart
D
Werkgelegenheid

Slide 3 - Quiz

Je kunt de gezondheidstoestand van landen met elkaar vergelijken.

→ Welke factor kun je niet gebruiken om de verschillen tussen landen te meten? Kies het juiste antwoord.
A
Artsendichtheid
B
Cirkel van armoede
C
Levensverwachting
D
Zuigelingensterfte

Slide 4 - Quiz

‘Nigerianen die te vaak fastfood eten, zijn kwalitatief ondervoed.’

Juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Bij kwantitatieve honger is er wel voldoende voedsel, maar dan zitten er te weinig vitaminen en mineralen in die je lichaam nodig heeft.’
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

De zuigelingensterfte is in Nigeria lager / hoger dan in Nederland.
A
Lager
B
Hoger

Slide 7 - Quiz

In Nigeria ligt de levensverwachting .......... dan in Nederland.
A
Lager
B
Hoger

Slide 8 - Quiz

Noodhulp
Structurele hulp
Scholen bouwen
Medicatie
Voedsel
Tenten
Computertraining
Waterput aanleggen

Slide 9 - Drag question

Het aantal slachtoffers van infectieziekten is in Nigeria .......... dan in Nederland.
A
Lager
B
Hoger

Slide 10 - Quiz

Lees de volgende stellingen over voedsel in Nigeria.

Welke stelling is niet juist?
A
De regio’s met het hoogste inkomen liggen in het midden van Nigeria.
B
In Nigeria verdienen weinig mensen veel en verdienen veel mensen weinig.
C
Het bnp van Nigeria is relatief laag als je het vergelijkt met dat van andere Afrikaanse landen.
D
Gemiddeld leeft zo’n 50% van de bevolking in Nigeria in armoede en 50% in rijkdom.

Slide 11 - Quiz

Lees de volgende stellingen over rijkdom en armoede in Nigeria.

Welke stelling is NIET juist?
A
Nigeria heeft een voedseltekort: er wordt minder voedsel geproduceerd dan er nodig is.
B
Ondervoeding is in Nigeria een gevolg van onvoldoende voedselzekerheid.
C
Om de voedselvoorziening te verbeteren, importeert Nigeria voedsel uit andere landen.
D
De meeste voedselgewassen die in Nigeria verbouwd worden, zijn bedoeld voor de export.

Slide 12 - Quiz

Wat betekend braindrain?

Slide 13 - Open question

Lees de volgende beschrijvingen van de gezondheidstoestand in vier landen.

In welk land is de gezondheidstoestand het slechtst?
A
Hoge levensverwachting, hoge zuigelingensterfte, hoog percentage mensen met kwalitatieve honger, lage artsendichtheid
B
Lage levensverwachting, lage zuigelingensterfte, laag percentage mensen met kwalitatieve honger, hoge artsendichtheid
C
Hoge levensverwachting, lage zuigelingensterfte, laag percentage mensen met kwalitatieve honger, hoge artsendichtheid
D
Lage levensverwachting, hoge zuigelingensterfte, hoog percentage mensen met kwalitatieve honger, lage artsendichtheid

Slide 14 - Quiz

Aya is weer ziek. Volgens haar moeder eet ze te veel vlees en snoep en te weinig fruit en groente.

Kwalitatieve honger of kwantitatieve honger?
A
Kwalitatieve honger
B
Kwantitatieve honger

Slide 15 - Quiz

Ben voelt zich niet fit. Hij heeft al maanden geen werk, en kan daardoor maar moeizaam aan eten komen.

Kwalitatieve honger of kwantitatieve honger?
A
Kwalitatieve honger
B
Kwantitatieve honger

Slide 16 - Quiz

Lees de volgende stellingen over ziekten in Nigeria.

Welke stelling is juist?
A
Malaria komt vooral voor in het zuiden van Nigeria.
B
Diarree komt vooral voor in de rijke regio’s van Nigeria.
C
De mazelen krijg je door het eten van bedorven voedsel of het drinken van vervuild water
D
Je krijgt sneller hiv/aids als je daartegen niet bent ingeënt.

Slide 17 - Quiz

Sleep het begrip naar de juiste uitleg
Export
Vrije wereldhandel
Import
Invoerrechten
Levering van producten en diensten aan een ander land. 
Als producten een land binnenkomen
Belastingen op producten die in een land worden ingevoerd
Handelssysteem waarbij alle landen in de wereld met elkaar handel kunnen drijven

Slide 18 - Drag question

Wat is geen oorzaak van de lage levensverwachting in Nigeria

A
AIDS
B
Malaria
C
Slechte sanitaire voorzieningen
D
Drinken veel alcohol

Slide 19 - Quiz

De artsendichtheid in Nigeria is
A
Hoog
B
Gemiddeld
C
Laag

Slide 20 - Quiz

Wat is GEEN reden om Nigeria een reus in Afrika te noemen?
A
Nigeria heeft veel natuurlijke hulpbronnen
B
Nigeria is een groot land.
C
In Nigeria bevindt zich de grootste filmindustrie van Afrika
D
Nigeria exporteert veel goederen en eindproducten naar andere landen

Slide 21 - Quiz

Let op!
Deze oefentoets geeft je een idee welke onderwerpen je nog (beter) moet leren.


Slide 22 - Slide

Plattegrond CM3D
Bureau
Aaron
Aaliyah
Siënna
Yuri
Jay
Maren
Zaffa
Michalena
Dara
Lenthe
Chénevieve
Kai
Keo
Sanne
Roos
Ella
Dani
Elisha
Jeäda
Chelsey
Femke
Sofia 
Rachel

Slide 23 - Slide

Plattegrond CM3C
Bureau
Emily
Zosja
Noa
Jade
Wanishka
Tasnim
Eduardo
Samantha
Caelestes
Sarah
Esmeé M
Dévaily-Ann
Elijah
Jaïvero
Angelina
Tygo
Lola
Linoira
Esmee W
Maddy
Faya
Gijs
Sara
Ipshita

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Planning

Huiswerk bespreken
Lezen + Samenvattingsopdracht invullen
Gimkit (oefenen met de begrippen en leerdoelen)
Voorbereiden toetsweek

Slide 27 - Slide

Regels in de klas
Tijdens de les
- Kom op tijd!
- Je telefoon in je kluis.
- Kom rustig binnen, ga zitten, pak je spullen en zet je tas op de grond.
- Laat een actieve leer- en werkhouding zien.
- Zorg dat je spullen voor school in orde zijn (huiswerk).
- Besteed aandacht aan je huiswerk (huiswerkcontrole)
- Water drinken mag / waterfles vooraf invullen, eten niet.

Spullen/HW niet in orde: 1e: waarschuwing, 2e: Strafwerk, 3e: Dubbele strafwerk, 4e: Blokweek

Slide 28 - Slide

Keuzemoment
1. Zelftoets maken
2. Lesboek doorlezen
3. Samenvatting maken + lezen
4. Woorden leren (Quizlet, StudyGo etc.)
5. Leerdoelen uitwerken
6. Flitskaartjes maken
7. Mindmap
8. Eigen inbreng (in overleg met de docent)

Wat: Keuzemoment, zie opties links

Hoe: Alleen, daarna op fluistertoon

Tijd: Tot het einde van de les

Slide 29 - Slide

Welke vlag moet er op de muur bijkomen?

Slide 30 - Mind map