Hoofdstuk 1, paragraaf 1,2 en 3

BBP
Je kunt het BBP op twee manieren uitrekenen (Objectief & subjectief)
Je kent de verschillende soorten inkomen van een land
1 / 14
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

BBP
Je kunt het BBP op twee manieren uitrekenen (Objectief & subjectief)
Je kent de verschillende soorten inkomen van een land

Slide 1 - Slide

Van micro naar macro
Micro economie: Markt van vraag en aanbod naar één product. 

Macro economie: de economie van een land als geheel. De vraag naar alle producten in een land. Wat is de invloed van inflatie in het hele land?

Slide 2 - Slide

BBP 
Bruto Binnenlands product

Het nationaal inkomen wat er in een land wordt verdiend. BBP staat dus voor het inkomen in een land. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Hoeveel bedraagt het BBP in Nederland
(in 2020)?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Video

Objectieve methode
Bruto toegevoegde waarde =  TO (Omzet) - Inkoop goederen en diensten


Slide 7 - Slide

Van bruto naar netto 
Bruto binnenlands product: optelsom alle toegevoegde waarden

Netto binnenlands product = Bruto binnenlands product - afschrijvingen
Afschrijvingen zorgen voor waardevermindering van productiefactoren

Slide 8 - Slide

Subjectieve methode 
Subjecten = personen

Optelsom van de beloning van de productiefactoren (inkomens) in een land. De optelsom van alle inkomens geeft het NBI (Netto binnenlands inkomen = Netto binnelands product)


Slide 9 - Slide

5 soorten primair inkomen
De optelsom van onderstaande inkomens geeft de hoogte van het Netto Binnenlands Product (NBP = NBI)
Productiefactor
Soort inkomen
Natuur
Pacht
Arbeid
Loon
Kapitaal
Rente, Huur
Ondernemerschap
Winst

Slide 10 - Slide

Loonquote
Loon / nbi x 100

Loon = 100, rente = 50, pacht = 25, huur = 20 en winst = 10
Totaal inkomen in een land: (100 + 50 + 25 + 20 + 10) = 205

Loonquote = 100/205 x 100 = 48,8%

Slide 11 - Slide

Opdrachten
Paragraaf 1: vraag 1,2
Paragraaf 2: vraag 1,2,4,5,6,7
Paragraaf 3, vraag 1,2,4,5 en 6

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

!!Leren!!

Slide 14 - Slide