wederkerend voornaamwoord en wederkerig voornaamwoord

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

woordsoorten benoemen

Slide 2 - Slide

herhalen 
  • voorzetsel
  • persoonlijk voornaamwoord
  • bezittelijk voornaamwoord


  • wederkerend en wederkerig voornaamwoord

Slide 3 - Slide

De
sneeuw
witte
valt
op
hem.
lw
zelfst. vnw.
Bijvoegl. vnw.
ww
voor-zetsel
persoonl. vnw.

Slide 4 - Drag question

Slide 5 - Slide

Maak een zin, doe het zo:

lw - bn - zn - ww.

Slide 6 - Open question

HET is een hele grote geworden!
A = lidwoord
B = geen lidwoord
A
lidwoord
B
geen lidwoord

Slide 7 - Quiz

wederkerend voornaamwoord
Verwijst naar een persoon
Ik schaam me         wij schamen ons
Hij schaamt zich      jullie schamen je
Jij schaamt je         zij schamen zich

Slide 8 - Slide

 wederkerend en wederkerig vnw.
wederkerende werkwoorden: vergissen, aankleden, schamen, verkleden, enz.

ik       ............  me             zij / hij ............... zich
jij       ............   je               wij         ..............  ons

Slide 9 - Slide

Wij hebben ons vergist.
Ons =
Tekst
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
wederkerend voornaamwoord
D
wederkerig voornaamwoord

Slide 10 - Quiz

Ik verveel ............ thuis heel erg.

Welk wederkerend vnw hoort hier te staan?

Slide 11 - Open question

Jij verspreekt je bijna nooit.
wederkerend voornaamwoord?

Slide 12 - Open question

Hij realiseert zich dat toch wel?

Wat is hier het wederkerend vnw?

Slide 13 - Open question

De kinderen schamen zich voor hun werk.
wederkerend voornaamwoord

Slide 14 - Open question

Wederkerig voornaamwoord

elkaar

Slide 15 - Slide

Jammer dat ze nu ruzie hebben met elkaar.

Wat is het woordje 'elkaar'?
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord
C
wederkerend voornaamwoord
D
wederkerig voornaamwoord

Slide 16 - Quiz

Zullen we elkaar bekogelen met sneeuwballen?

Wat is hier het wederkerig nnw?

Slide 17 - Open question

Maken Grammatica - blok 6 - les 6.6 + leesvraag          
timer
10:00
Klaar?

  • ander huiswerk
  • Cody Cross

Slide 18 - Slide

Afsluiting
  • Doelen herhalen
  • Huiswerk: les 6.6 afmaken
  • Bijspijkeren grammatica - woordsoorten

Slide 19 - Slide