Adjectif qualificatif

Bijvoeglijk naamwoord
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Slide

Na deze les..
  • Ken je het tabel van de regelmatige vormen van het bijvoeglijk naamwoord
  • Ken je de uitzonderingen van de vrouwelijke vorm
  • Ken je de bijvoeglijke vormen die helemaal onregelmatig zijn
  • Ken je de plaats van het bijvoeglijk nmw (h7)

Slide 2 - Slide

Noem een voorbeeld van het bijvoeglijk naamwoord in het NL of FR

Slide 3 - Mind map

Het bijvoeglijk nmw (NL)
  • Zegt iets over een zelfstandig naamwoord (mens, dier, ding)
  • Bijvoorbeeld:
     het witte huis,
    de opgeruimde tafels,
    de zware tas

Slide 4 - Slide

Bijv nmw. in het Frans
Het bijvoeglijk naamwoord vormen kan op 3 manieren

- Hoofdregel
- Uitzonderingen op de hoofdregel
- Uitzonderingen

Slide 5 - Slide

Hoofdregel

e
Voorbeelden:
le petit garçon (de kleine jongen)
les petits garçons (de kleine jongens)
la petite fille (het kleine meisje)
les petites filles (de kleine meisjes)

Uitleg
Voorbeelden

Slide 6 - Slide

Verander van mannelijke vorm naar vrouwelijke vorm ev: vert

Slide 7 - Open question

Verander van mannelijke vorm naar vrouwelijke vorm ev: grand

Slide 8 - Open question

Verander van mannelijke vorm naar vrouwelijke vorm ev: bleu

Slide 9 - Open question

Uitzondering op hoofdregel
d
d
- Bijv nmw eindigt op e? Niet nog een e !
le garçon rouge --> la fille rouge
- Bijv. nmw eindigt op s? Niet nog een s!
le garçon gris --> les garçons gris

Slide 10 - Slide

Wat is de vrouwelijke vorm (ev) van:
rouge
A
rouge
B
rougee
C
roug
D
rouges

Slide 11 - Quiz

Wat is de mannelijke vorm (mv) van:
gris
A
gris
B
grise
C
grisee
D
griss

Slide 12 - Quiz

Uitzonderingen!

Slide 13 - Slide

Let op
Als een (regelmatig) bijv naamwoord op een x eindigt volg je dit voorbeeld:

enk
mv
mannelijk
serieux
serieux
vrouwelijk
sérieuse
serieuses

Slide 14 - Slide

vrouwelijke vorm van:
beau (mooi)
A
belle
B
beaue
C
beauo
D
bella

Slide 15 - Quiz

vrouwelijke vorm van:
nouveau (nieuw)
A
nouveaue
B
nouveauelle
C
nouveaul
D
nouvelle

Slide 16 - Quiz

vrouwelijke meervouds vorm van
vieux (oud)
A
vielle
B
vieuxs
C
vieilles
D
vieillexs

Slide 17 - Quiz

NIET LEREN VOOR SO 
Alle bijvoeglijk naamwoorden staan na het zelfstandig naamwoord.
Behalve:

Bijv.:
un beau garçon
un garçon sympa

Slide 18 - Slide

Wat is juist?
A
un grand garçon
B
un garçon grand

Slide 19 - Quiz

Wat is juist?
A
une belle fille
B
une fille belle

Slide 20 - Quiz

Wat is juist?
A
les rouges fleurs
B
les fleurs rouges

Slide 21 - Quiz

Wat heb je geleerd?

Slide 22 - Mind map

Ga nu aan de slag:
exercices: 13+14 van hoofdstuk 5
+
exercices: 13+14 van hoofdstuk 7

Slide 23 - Slide

Tim est italien
Yara est italienne
canadien
canadienne

Slide 24 - Slide