volt. dw met été en eu

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 27
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

BONJOUR 
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

Onderwerp
Chapitre 7 Libre Service Junior
Grammaire:
Le passé composé
(De voltooide tegenwoordige tijd v.t.t.)

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

Aan het eind van deze les:
Kun je beschrijven wat je in het weekend hebt gedaan
weet je hoe je de passé composé maakt. 

Slide 3 - Slide

Wat weten jullie over de voltooide tijd?

Slide 4 - Open question

Ken je het rijtje van "avoir" (met vertaling) ?
avoir...... avoir.......
       mmmm....

Slide 5 - Slide

AVOIR ( = hebben)
AVOIR 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Voltooide tegenwoordige tijd =

Passé Composé




Ik heb gedanst = J'ai dansé

Slide 8 - Slide

Passé composé bestaat uit:

1. een vorm van AVOIR (hebben)
   2. een Voltooid Deelwoord

Slide 9 - Slide

Geef de juiste vorm van AVOIR:
Nous…...
A
sommes
B
avons
C
ai
D
ont

Slide 10 - Quiz

Vul weer de juiste vorm van AVOIR in:
Vanessa ...….
A
ai
B
as
C
a
D
avons

Slide 11 - Quiz

2. Het voltooid deelwoord

Het voltooid deelwoord van een regelmatig werkwoord op -ER, eindigt altijd op " É "

 J'ai parlé (parler = praten)               = Ik heb gepraat 
 On a chanté (chanter = zingen)      = We hebben gezongen                                 

Slide 12 - Slide

Samenvatting:
Hulpwerkwoord + voltooid deelwoord
Het hulpwerkwoord is een vorm van AVOIR
DAN komt er een voltooid deelwoord!!!!
Nous avons joué.
Wij hebben gespeeld.

Slide 13 - Slide

Zinnetjes met het volt.dw.
De werkwoorden blijven in het Frans bij elkaar:
J'ai mangé un hamburger
In het Nederlands doen we veel moeilijker:
Ik heb een hamburger gegeten

Slide 14 - Slide


Le chien a mangé une baguette.
A
De hond eet een stokbrood.
B
De hond at een stokbrood.
C
De hond heeft een stokbrood gegeten.
D
De hond had een stokbrood gegeten.

Slide 15 - Quiz

Hij heeft gepraat
A
Il a parlé
B
Ils ont parlé
C
Elle a parlé
D
Nous avons parlé

Slide 16 - Quiz

De hond heeft gedanst
A
Le chien a danse
B
Le chien ont dansé
C
Le chien dansé
D
Le chien a dansé

Slide 17 - Quiz

Vertaal:
Le garçon a organisé

Slide 18 - Open question

Ik heb in Groningen gewoond.
A
J'ai habite à Groningue.
B
J'ai habité à Groningue.
C
Je suis habité à Groningue.
D
Je suis habite à Groningue.

Slide 19 - Quiz

Waaruit bestaat de Passé Composé?

Slide 20 - Open question




Kortom:
 
- Leer eerst het rijtje van avoir nog eens.
- Vervolgens moet je goed onthouden dat er altijd een voltooid deelwoord achteraan komt: dansé, chanté, parlé, commencé etcetera...

Slide 21 - Slide

Wat is het voltooid deelwoord van être
A
été
B
eu
C
êtré
D
suis

Slide 22 - Quiz

zij is geweest

Slide 23 - Open question

Wat is het voltooid deelwoord van "avoir"?
A
avoiré
B
été
C
eut
D
eu

Slide 24 - Quiz

Welke werkwoorden ken je in het Frans. Let op: ze moeten eindigen op
-ER

Slide 25 - Open question

u heeft gehad

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Slide