Mijn proefles

Astma
14-04-2020
Michael Kroon
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Baso natuurwetenschappenWOStudiejaar 1

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Astma
14-04-2020
Michael Kroon

Slide 1 - Slide

Wat is astma?
A
Een autosomaal recessieve longziekte
B
Een vorm van chronisch obstructief longlijden
C
Aanvalsgewijze bronchusobstructie
D
Een longziekte obv allergie

Slide 2 - Quiz

Wat is astma
  • Aanvalsgewijze bronchusobstructie op basis van verhoogde gevoeligheid van de luchtwegen voor allergische en niet-allergische prikkels door een chronische ontstekingsreactie.
  • Vooral klinische diagnose.

Slide 3 - Slide

Pathofysiologie
  • Chronische ontsteking luchtwegen, veelal eosinofiel
  • Atopie
  • Broncheale hyperreactiviteit

Slide 4 - Slide

Epidemiologie
  • 85.000 kinderen landelijk
  • 35 per 1000 patiënten
  • Jonge kinderen 2x meer bij jongens
  • Volwassenen 1,5x meer bij vrouwen
  • Minder bij Turkse en Marokkaanse kinderen

Slide 5 - Slide

De jonge Michael komt met moeder op je SU. Hij is 4 jaar en hoest nu al 3 dagen waarbij hij vooral 's nachts erg (expiratoir) aan het piepen is. Moeder herkent dit van eerdere aanvallen en vertelt dat salbutamol goed helpt. Moeder heeft zelf ook astma.
Welke diagnose stel je?
A
Astma
B
(Waarschijnlijk) astma
C
Bronchomalacie
D
Episodisch piepen

Slide 6 - Quiz

0-6 jaar
  • Episodisch piepen
  • Ruim 1/3 kinderen voor de leeftijd van 3 jaar
  • Maar kleine correlatie met krijgen van astma
  • (Waarschijnlijk) astma

Slide 7 - Slide

(Waarschijnlijk) astma

Slide 8 - Slide

Michael is inmiddels 7 en komt weer met moeder op het SU. Je stelt de diagnose astma definitief.
Wat voor aanvullend onderzoek doe je?
A
Screening op inhalatie allergenen
B
Spirometrie
C
Histamine provocatie test
D
Geen

Slide 9 - Quiz

6-18 jaar
  • Screening op inhalatie allergenen (serum)
  • Matige correlatie IgE en kliniek
  • Geen diagnosticum

Slide 10 - Slide

Spirometrie

Slide 11 - Slide

De spirometrie uitslag:
A
Maakt astma minder waarschijnlijk
B
Sluit astma uit
C
Heeft geen invloed op de diagnose
D
Maakt astma waarschijnlijker

Slide 12 - Quiz

Michael heeft nu klachten en de huisarts laat een spirometrie doen.
Wat voor afwijkingen verwacht je te zien?
A
Geen
B
Restrictie en reversibiliteit
C
Obstructie en reversibiliteit
D
Alleen reversibiliteit

Slide 13 - Quiz

Spirometrie
  • Restrictie: verlaagde FVC
  • Obstructie: FEV1/FVC
  • Ernst: FEV1 % van voorspeld
  • Reversibiliteit: toename FEV1 na bronchodilatatie 

Slide 14 - Slide

Harry is 42 jaar en klaagt over dyspnoe en expiratoir piepen. Hij rookt een pakje per dag en heeft vaker aanvallen van dyspnoe met piepen. Spirometrie toont geen restrictie obstructie en reversibiliteit maar de obstructie blijft ook na bronchodilatatie.
Wat is de meest waarschijnlijke diagnose?
A
Astma
B
COPD
C
Astma en COPD
D
Longtumor

Slide 15 - Quiz

Volwassenen
  • Ook als kind al vs nieuw
  • Aandacht voor werkgerelateerde stoffen, medicatie en doorgemaakte luchtweginfecties
  • Late onset astma vaak niet-allergisch
  • Astma en COPD overlap syndroom (ACOP)

Slide 16 - Slide

Behandeling
Niet medicamenteus
  • Vermijden van prikkels
  • Niet roken/stoppen met roken
  • Ademhalingsoefeningen

Slide 17 - Slide

Michael is 7 en je hebt de diagnose astma gesteld. Hij gebruikt de salbutamol bijna dagelijks.
Welke medicatie schrijf je voor?
A
Beclometason
B
Tiotropium
C
Ventolin
D
Formoterol

Slide 18 - Quiz

Behandeling
Medicamenteus
  • SABA: Short-Acting Beta-2-Agonist, salbutamol (=ventolin)
  • ICS: Inhalatie CorticoSteroid
  • LABA: Long-Acting Beta-2-Agonist
  • Overige: leukotrieenreceptor antagonist, anticholinergica (tiotropium)

Slide 19 - Slide

Behandeling volwassene

Slide 20 - Slide

Astma controle

Slide 21 - Slide

Indien geen goede controle
  • Ga therapietrouw na
  • Ga na of er een goede inhalatie techniek is
  • Ga na of er nog vermijdbare prikkels zijn
  • Daarna eventueel ophogen medicatie

Slide 22 - Slide

Je ziet op je SU de 3-jarige Michael met zijn moeder. Hij is hevig kortademig en heeft een forse expiratoire stridor. Moeder heeft zijn salbutamol puffer van 100 microgram Salbutamol mee en heeft hier thuis al 1x mee gepuft.
Wat geef je?
A
1x 100ug
B
2x 100ug
C
Tot hij verbeterd, max 4x 100ug
D
Tot hij verbeterd, max 8x 100ug

Slide 23 - Quiz

Aanvalsbehandeling
  • Salbutamol 100ug/200ug ongeacht leeftijd 400-800ug
  • Zo nodig na 15 minuten herhalen
  • Maximum dagdosering thuis 1.600ug per dag (=8x 200ug)
  • Prednison 1-2mg/kg, max 40mg/dag 
  • Prednison 30mg 7 dagen of 40mg 5 dagen

Slide 24 - Slide

Inhalatie methoden

Slide 25 - Slide

Michael is 13 en heeft met inspanning vaak last van zijn astma, hij wil graag een subtiele puffer om vooraf te kunnen gebruiken.
Wat schrijf je hem voor?
A
Salbutamol aerosol met voorzetkamer
B
Salbutamol aerosol zonder voorzetkamer
C
Salbutamol diskus poederinhalator
D
Ipratropium preparaat

Slide 26 - Quiz

Verwijzing
  • Bij twijfel aan diagnose
  • Bij niet bereiken volledige astma controle kind na 3 maanden ICS/volwassenen stap 3 medicatie
  • Bij méér dan 1 ziekenhuis opname/prednison kuur in een jaar
  • Werkgerelateerde astma met 

Slide 27 - Slide

Take home message
  • Klinische diagnose
  • Prikkels kunnen zeer divers zijn
  • Inhalatie corticosteroid centraal in behandeling
  • Salbutamol in acute setting praktisch niet over te doseren

Slide 28 - Slide