4.1 Deel 1

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Introductie + Mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorganen
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

This lesson contains 30 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Introductie + Mannelijke en vrouwelijke voortplantingsorganen

Slide 1 - Slide

stelling - 1
een jongen hoeft niet per se te weten hoe het voortplantingsstelsel van een meisje eruit ziet

Slide 2 - Slide

stelling - 2
een meisje moet weten hoe het zit met de zaadcelproductie bij en klaarkomen van een jongen 

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  • Je beschrijft de ontwikkeling, bouw en werking van de voortplantingsorganen en de vorming van de secundaire geslachtskenmerken.
  • Je licht toe wat tertiaire geslachtskenmerken zijn, hoe seksuele geaardheid kan verschillen en wat ongewenste intimiteiten zijn.

Slide 4 - Slide

Welke primaire en secundaire geslachtskenmerken ken je?

Slide 5 - Slide

En hoe zit dit voor intersekse personen?

Slide 6 - Slide

Interseksueel
Er zijn verschillende genetische variaties die er toe leiden dat iemand lichamelijk niet zuiver mannelijke óf vrouwelijke kenmerken heeft.

85.000 mensen in Nederland.
1 op 200!
 

Slide 7 - Slide

Een ovotestis is een geslachtsorgaan met zowel testiculaire als ovariële aspecten.

Slide 8 - Slide

Interseksueel
AOS (androgeenongevoeligheidsyndroom)
  • XY maar testes werken niet. 
  • uitwendig een vrouw maar baarmoeder, eierstokken ontbreken.

Hermafroditisme
  • beide externe geslachtskenmerken zijn aanwezig.

Slide 9 - Slide

Geslachtskenmerken
  • Primaire geslachtskenmerken: kenmerken waaraan je het geslacht kunt bepalen en bij geboorte aanwezig zijn
  • Secundaire geslachtskenmerken: lichamelijke kenmerken die in puberteit onder invloed van hormonen ontstaan

  • Tertiaire geslachtskenmerken: geestelijke veranderingen in puberteit onder invloed van hormonen

Slide 10 - Slide




In de zaadballen worden de zaadcellen geproduceerd, ze worden opgeslagen in de bijballen.
Zaadcellen optimumtemperatuur: ongeveer 35°C .
Na de geboorte dalen de zaadballen in vanuit de buikholte.

BINAS 86A1

Slide 11 - Slide





Bij een erectie vullen de zwellichamen zich met bloed.
Zaadlozing: spiertjes rondom bijbal trekken samen.
BINAS 86A1

Slide 12 - Slide





Sperma: Zaadcellen met vocht van 
  • prostaatklier (base, neutraliseert zure omgeving vagina) en 
  • zaadblaasje (fructose (energie), prostaglandines (bevordert beweeglijkheid) en fibrinogeen (verdikking sperma)).
BINAS 86A1

Slide 13 - Slide

Mannelijke geslachtsorganen
Voordat de zaadcellen de plasbuis bereiken, scheiden de klieren van Cowper eerst voorvocht uit. 
Het slijm uit deze klieren neutraliseert de plasbuis. Achtergebleven urine kan namelijk de zaadcellen doden. 
Het voorvocht vormt daarnaast goedwerkend glijmiddel. 

Slide 14 - Slide

Spermatogenese
Begint vanaf de puberteit.
Zaadcellen worden gevormd in de 
zaadbuisjes van de testes (zaadballen). 
Vorming van 1 zaadcel duurt ongeveer 2 maanden.
Ze worden opgeslagen in de bijballen.
Bij zaadlozing ongeveer 3 mL vrij-> 350 miljoen zaadcellen
= 10 % van het sperma.



Slide 15 - Slide

Zaadballen
Zaadcellen worden gevormd in
de testes, in de zaadbuisjes.
Deze zijn sterk gekronkeld.
Tussen de zaadbuisjes zitten
de cellen van Leydig, die produ-
ceren testosteron.

Slide 16 - Slide

Zaadballen
Van buiten naar binnen vormen
de zaadcellen zich. 
Helemaal aan de binnenkant
zitten de voltooide zaadcellen,
die gaan richting de bijballen
mbv trilharen.

Slide 17 - Slide

Vrouwelijke geslachtsorganen

Slide 18 - Slide






Urinebuis korter bij vrouwen-> grotere kans op blaasontsteking.
Vagina: lage pH door melkzuurbacteriën voorkomt ontwikkeling ongewenste schimmels en bacteriën.
Maagdenvlies - misleidende naam.
BINAS 86B1

Slide 19 - Slide

De clitoris is vele malen groter dan dat knopje wat je ziet

Slide 20 - Slide

Baarmoeder
  • formaat peer
  • gespierde wand
  • binnenkant slijmvlies
  • iedere maand wordt het slijmvlies dikker voor eventueel embryo
  • geen embyro? slijmvlies laat los = menstruatie

Slide 21 - Slide





In de eierstokken (ovaria) worden de eicellen geproduceerd.
Menstruatie - spieren van baarmoeder trekken samen en stoten baarmoeder slijmvlies af.
BINAS 86B1

Slide 22 - Slide





In de eierstok rijpen elke maand meerdere eicellen. Eentje wordt maar helemaal rijp. Een eicel wordt omgeven door follikelcellen (voedende cellen).
BINAS 86B1

Slide 23 - Slide

Eierstokken
  • formaat pruim
  • rijping eicellen in follikels
  • eisprong (ovulatie) = rijpe eicel barst uit follikel
  • eileider ligt er als trechter overheen (eileider buisje van 15 cm lang)
  • peristaltische beweging en trilharen vervoeren eicel
  • bevruchte eicel doet er een paar dagen over om de baarmoeder te bereiken

Slide 24 - Slide

Tijdens de sex
  • Vagina kan oprekken (15 cm doorsnede, er moet immers een baby doorheen passen). In rust 7 - 10 cm diep, bij seksuele opwinding iets dieper.
  • Begin (1/3) vagina is nauwer, de bekkenbodemspieren liggen hier omheen.
  • In rust liggen wanden vagina tegen elkaar.
  • Binnenkant geribbeld, eerste ribbel kan hoger zijn = maagdenvlies.

Slide 25 - Slide

Maagdenvlies
Die ribbel noem je het hymen. 

Dat er een 'vlies' doorgeprikt moet worden is totale onzin.

Tijdens de sex kan (in gespannen toestand) dit vlies iets beschadigen, daardoor gaan bloeden, maar is TOTAAL ONNODIG, als je voorzichtig bent, de tijd neemt en allebei ontspannen bent.

Slide 26 - Slide

Naam
Functie
kleine schaamlip (binnenste schaamlip)
bevat klieren die slijm produceren om de ingang glad te maken
clitoris
vangt seksuele prikkels op
vagina
afvoeren menstruatie en hierlangs wordt kind geboren
baarmoeder
hierin komt sperma terecht en ontwikkeling embryo
eierstok
produceert eicellen
eileider
vervoert eicellen
urinebuis
vervoert urine (kortere buis dan bij mannen)

Slide 27 - Slide

Welke Binastabellen zijn verder handig?
BINAS 86B Geslachtsorganen vrouw
BINAS 86D Oögenese en spermatogenese

Slide 28 - Slide

Leerdoelen
  • Je beschrijft de ontwikkeling, bouw en werking van de voortplantingsorganen en de vorming van de secundaire geslachtskenmerken.
  • Je licht toe wat tertiaire geslachtskenmerken zijn, hoe seksuele geaardheid kan verschillen en wat ongewenste intimiteiten zijn.

Slide 29 - Slide

En wat nu?
Ga huiswerk maken ... 

Slide 30 - Slide