Hoofdstuk 3

Hoofdstuk 3 het Grootboek
Weten we de praktijktaak uit het vorige hoofdstuk nog?

  • Na ieder financieel feit (lees boekingsdocument) maakten we een nieuwe balans. Veel werk en omslachtig! 
  • Maar dat kan makkelijker met de grootboekrekeningen.
  • In het grootboek staan de rekeningen van de balans.

1 / 20
next
Slide 1: Slide
BedrijfsadministratieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 3 het Grootboek
Weten we de praktijktaak uit het vorige hoofdstuk nog?

  • Na ieder financieel feit (lees boekingsdocument) maakten we een nieuwe balans. Veel werk en omslachtig! 
  • Maar dat kan makkelijker met de grootboekrekeningen.
  • In het grootboek staan de rekeningen van de balans.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

grootboekrekeningen
Je verwerkt nu ieder financieel feit op een grootboekrekening in plaats van iedere keer een nieuwe balans te maken:

Dit heef scontrovorm

Slide 2 - Slide

Voor elke rekening van bezit, schuld of eigen vermogen maak je een aparte grootboekrekening.
gewijzigde scontrovorm
Voordeel?
Je hebt maar één kolom nodig voor:
- datum 
- stuknr. 
- omschrijving 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Waarom grootboek? 
  • Eenvoudiger, omdat je anders telkens in de balans moet muteren
  • je verwerkt ieder financieel feit op de grootboekrekening 
  • Elke balanspost (gebouw, voorraad goederen, crediteuren) heeft zijn eigen grootboekrekening. 
  • Op deze rekening verwerk je de mutaties van een maand bv.
  • Na deze maan verwerk je het dan in de balans. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan
Stappenplan boekingen
Het ‘stappenplan boekingen’ bestaat nu uit zes stappen (vragen).

  1. Welke rekeningen veranderen?
  2. Wat voor soort rekening is het:
    rekening van bezit?
    rekening van schuld?
    rekening eigen vermogen?
  3. Wordt het bezit, de schuld of het eigen vermogen groter (+) of kleiner (–)?
  4. Moeten de rekeningen worden gedebiteerd of gecrediteerd?
  5. Met welk bedrag verandert elke rekening?
  6. Controleer of er evenwicht is: totaal debetkolom = totaal creditkolom.









Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Boekingsregels
Boekingsregel 1: verandering van bezit 
  • Staat debet (linkerkant) op de balans. bv. gebouw of voorraad goederen 
  • Daarom wordt deze gedebiteerd (debet boeken +) voor het ontstaan of groter worden van de bezitting. (bv. gebouw, voorraad goederen, bank)
  • Bij het kleiner worden van bezit wordt deze gecrediteerd (credit boeken -)
Boekingsregel 2: Verandering van schuld of Eigen vermogen
  • Staat credit (rechterkant) op de balans.
  • Daarom wordt deze gecrediteerd (credit boeken +) voor het ontstaan of groter worden van de schuld of eigen vermogen. (bv. eigen vermogen, crediteuren, hypotheek) 
  • Bij het kleiner worden van de schuld of eigen vermogen wordt deze gedebiteerd (debet boeken -)

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Boekingsregels

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Praktijkvoorbeeld 1

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Praktijkvoorbeeld 2

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Praktijvoorbeeld 3 (blz. 57-58

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Nu zelf aan de slag...
Maakwerk in de les: Routineopgaven 1 t/m 4 (blz. 67)
Huiswerk: Kennisvragen 1 t/m 6

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Boekingsregel 1 en 2 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

2 Het grootboek openen en bijwerken
  • Aan het begin van de periode voor elke balansrekening een grootboekrekening openen. 
  • Alle financiële feiten a.d.h.v. het boekingsschema in de grootboekrekeningen verwerken. 

Vanaf de balans open je de grootboekrekeningen dus 'vanaf balans' is het bedrag dat al op de balans staat. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

2.2 Het openen van grootboekrekeningen 
  • Rekeningen die 'debet' op de balans staan, open je op de grootboekrekeningen ook aan de 'debetzijde'.
  • Rekeningen die 'credit' op de balans staan, open je op de grootboekrekeningen ook de de 'creditzijde' 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Praktijkvoorbeeld 4 openen grootboek 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld 5 verwerken financiële feiten 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

En vervolgens in de grootboekrekeningen 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

4. De proefbalans 
Na het verwerken van alle boekingen in het grootboek , moet de totaaltelling in evenwicht zijn, omdat; 
  • De beginbalans was in evenwicht 
  • In het boekingsschema was alles in evenwicht 
  • Het totaal aan het eind van de periode moet dan ook in evenwicht zijn.
  • Foutje is snel gemaakt daarom hebben we de proefbalans.  

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Grootboek blz. 63
Proefbalans blz. 66

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag...
Praktijktaken T1 en T2 (blz. 78)
Heb je deze af? 
Dan de Integrale Casus maken (blz.89)
deze ook af? 
Maken oefentoets Hoofdstuk 3 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions