1KB periode 1 les 27

• Duits
• Middelbare school
• vmbo b, k, t, havo
• Leerjaar 1

Startopdracht 

Vertaal de woordjes van het werkblad.

Kijk eerst wat je nog weet en ga daarna pas in je boek spieken. 

Check Startopdracht

die Hauptschule                                       machen

die Hausaufgaben                                    haben

die Klasse

die Pause

die Schule

der Bruder

nett

nicht

Check Startopdracht

vandaag

de taal

omdat 

kiezen

mobieltje

helaas

sinds

samen

Programm

Wiederholung

Kontrolle Hausaufgaben

Nikolaus und seine Helfer

Abschluß

Kontrolle Hausaufgaben

Aufgaben 8 t/m 13

Sss

Sinterklaas    -      Nikolaus 

Lernziele

- Ik ken minimaal twee verschillen tussen Sinterklaas in Nederland en Duitsland én andere Duitstalige landen (Oostenrijk, Zwitserland).
- Ik ken een aantal nieuwe woorden in het Duits rondom het thema Sinterklaas.

Hoe heet het hoofddeksel van Sinterklaas in het Duits?

• Kappe
• Krone
• Mütze
• Mitra

Waar komt Sinterklaas oorspronkelijk vandaan?

• Turkije
• Brazilië
• Spanje
• Nederland

Wat was het beroep van Sinterklaas?

• Dominee
• Priester
• Bisschop
• Pastoor

Op welke datum wordt in Duitsland Sinterklaas gevierd?

• 4 december
• 5 december
• 6 december
• 7 december

Waarom op 6 december?

• 6 december is de verjaardag van Sinterklaas
• 6 december is de sterfdag van Sinterklaas
• 6 december is een willekeurige datum die iemand heeft bedacht

Nikolaus in den Niederlanden und in Deutschland

Deze week wordt de sterfdag van Sankt Nikolaus gevierd. In Nederland vieren we dat op de avond van 5 december. In Duitsland viert men niet op 5, maar op 6 december. 

Er zijn veel overeenkomsten tussen de traditie in Nederland en Duitsland. Zo kijken kinderen uit naar de Nikolaus. Ze zetten hun laarzen voor het huis en zingen om kleine cadeautjes (chocolade en mandarijnen) te krijgen. 

Er zijn ook verschillen. In Nederland wordt de Sint geholpen door Piet. In Duitsland gebeurt dat door Knecht Ruprecht en andere duivelse wezens. 

Nikolaus und Knecht Ruprecht

• in den meisten Teilen Deutschlands (Norden und Mitte)
  
• Begleiter des  Nikolaus
• Ruprecht hat eine Rute dabei
• Er ist schmutzig und trägt braune oder schwarze Kleidung
• Er bestraft böse Kinder, die nicht brav gewesen sind!
  

Nikolaus und Krampus

• In der Alpenregion (Österreich+Süddeutschland)
• Krampus begleitet Nikolaus
• Paraden durch die Straßen
• Eine dämonische Figur
• Kinder haben Angt vor dem Krampus (viele Eltern auch!)
  

Wat doet Krampus met de mensen?

Krampus wordt omschreven als "halb Ziege, halb Dämon". Wat betekent dat? 

Jullie gaan zo luisteren naar een bekend Sinterklaasliedje. Let goed op! Je krijgt er een paar vragen over. Hört gut zu...

00:17

Wat betekent: "Lasst uns froh und munter sein"?

- Laten we vrolijk en opgewekt zijn

- Laten we stout en vervelend zijn

- Laten we gezellig en druk zijn

 

00:32

Hoe noem je Pakjesavond in het Duits?

- Geschenkabend

- Nikolausabend

- Nikolausnacht

 

Wat is een "Teller"?

- een telraam

- een bord

- een schoen

 

Wat is het doel van de "Teller"?

- Daar leggen kinderen eten op voor Nikolaus.

- Daar legt Nikolaus de cadeautjes op.

- Daar legt Nikolaus eten op.

- Daar leggen de kinderen hun verlanglijstje op. 

Aufgaben :) 

Maak de opdrachten.  

Ben je klaar? Laat je werk dan controleren! 

Lernziele

- Ik ken minimaal twee verschillen tussen Sinterklaas in Nederland en Duitsland én andere Duitstalige landen (Oostenrijk, Zwitserland).
- Ik ken een aantal nieuwe woorden in het Duits rondom het thema Sinterklaas.

Tschüß!

Ich hoffe, es hat euch Spaß gemacht!

Bis zum nächsten Mal..........

Woordenboek-opdracht 

Programm:

- Wörter

- Übungstest  

- Auswahlmoment

- Nikolaus 

- Nikolaus Arbeitsblätter 

- Bingo

 Nikolaus 

Neem voor je: 

Een wisbordje en een stift 
of 

Een pen en een schrift 

Doelen van deze les:

Je leert de verschillen kennen tussen Sinterklaas
in Nederland en Duitsland én andere Duitstalige landen (Oostenrijk, Zwitserland).

Je leert een aantal nieuwe woorden in het Nederlands / Duits rondom het thema Sinterklaas.

Nikolaus in den Niederlanden und in Deutschland.

Diese Woche wird der Geburtstag von Sankt Nikolaus gefeiert. Am 5. Dezember findet jedes Jahr in den Niederlanden die Nikolausfeier statt. Auch in Deutschland wird Nikolaus gefeiert. 

In Deutschland feiert man aber nicht am 5. sondern am 6. Dezember. Es gibt viele Ähnlichkeiten (=overeenkomsten) zwischen den Traditionen in den Niederlanden und Deutschland. Kinder halten Ausschau nach (=uitkijken naar) dem Nikolaus. Sie stellen ihre Schuhe vor das Haus und singen, um kleine Geschenke (Schokolade oder Mandarinen) zu bekommen. In den Niederlanden hilft Piet dem Nikolaus. In Deutschland spielt Ruprecht die Rolle des Helfers.

Nikolaus und Ruprecht

Op welke dag wordt Nikolaustag gevierd?

1. 4. Dezember
2. 5. Dezember
3. 6. Dezember
4. 24. Dezember

Wat krijgen kinderen in Duitsland van Sinterklaas?

1. Speelgoed en chocolade
2. Chocolade en mandarijnen

In Österreich helfen teuflische (=duivelse)Wesen dem Nikolaus.

1. richtig
2. falsch

Nikolaus und Krampus

• In der Alpenregion (Österreich+Süddeutschland)
• Krampus begleitet Nikolaus
• Sie machen Paraden durch die Straßen
• Eine dämonische Figur
• Kinder haben Angst vor dem Krampus (viele Eltern auch!)
  

In grote delen van Duitsland heet het hulpje van Sinterklaas.............................

1. Piet
2. Samichlaus
3. Schmutzli
4. Ruprecht

00:52

Wat doet Krampus bij meerdere personen?

1. hij pakt hun muts af
2. hij slaat ze met de roe
3. hij duwt ze aan de kant
4. hij aait ze over hun bol

Krampus wordt omschreven als "Halb Ziege, halb Dämon". Wat betekent dat?

1. Half geit, half demoon
2. Half duivel, Half demoon

Hoe heet Sinterklaas in het Duits?

1. Sanktaklaus
2. Ruprecht
3. Nikolaus
4. Sinterklaus

Waar komt Sinterklaas officieel vandaan?

1. Spanien
2. die Türkei
3. die Niederlande
4. Belgien

Wat deed Sinterklaas ooit in een laars?

1. Goldstücke
2. Geld
3. Putzmittel
4. Geschenk

Wat is een ‘Nikolausmann’

1. De persoon die sinterklaas speelt.
2. Een man die nog in sinterklaas geloofd.
3. Een koek die je in december eet.
4. Een jongensnaam in Duitsland.

Hoe heet de hulp van Sinterklaas in Noord- Duitsland en hoe in Zuid-Duitsland/Oostenrijk?

1. Noord: Myra Zuid: Ruprecht
2. Noord: Krampus Zuid: Ruprecht
3. Noord: Piet Zuid: Ruprecht
4. Noord: Ruprecht Zuid: Krampus

Jullie gaan zo luisteren naar een bekend Sinterklaasliedje. Let goed op! Je krijgt er een paar vragen over. Hört gut zu...

00:17

Wat betekent: "Lasst uns froh und munter sein"?

1. Laat we vrolijk en opgewekt zijn.
2. Laat we stout en vervelend zijn.
3. Laten we gezellig en druk zijn.

00:32

Hoe heet "pakjesavond" in het Duits?

1. Geschenkabend
2. Nikolausabend
3. Nikolausnacht

Wat is een "Teller"?

1. een telraam
2. een schoen
3. een bord

Wat is het doel van de "Teller"?

1. daar leggen kinderen eten op voor Nikolaus
2. daar legt Nikolaus de cadeautjes op
3. daar legt Nikolaus eten op
4. daar leggen de kinderen hun verlanglijstje op

Aufgaben :) 

Maak de opdrachten op het werkblad. 

Ben je klaar? Kom dan een mooie kleurplaat uitzoeken. 

De mooiste komen in het lokaal te hangen. 

Nikolaus und Krampus

Ik heb nu een duidelijk beeld over de Sinterklaastraditie versus Krampus

😒🙁😐🙂😃

Tschüß!

Ich hoffe, es hat euch Spaß gemacht!

Bis zum nächsten Mal..........

Heute.....

• Ik kan in het Duits vertellen hoe laat het is. 

die Uhrzeiten

de kloktijden

Handig feitje: De Duitse kloktijden staan in dezelfde volgorde als in het Nederlands. 

Vertaal dus woord voor woord. Leer de getallen!

Voorbeeld: vijf over vier = fünf nach vier

Hoe laat is het? - Wie spät ist es?

Het is.......               - Es ist .....

Wie spät ist es?

A Es ist fünf nach zwei. 

B Es ist fünf Uhr.                

C Es ist Viertel vor zwei.

Wie spät ist es?

A Es ist neun Uhr. 

B                              B Es ist fünf vor halb zehn.                

C Es ist halb eins. 

Wie spät ist es?

A Es ist neun Uhr. 

B            B Es ist halb fünf.                

               C Es ist Viertel vor neun. 

Wie spät ist es?

A Es ist drei Uhr. 

                 B Es ist zehn Uhr.                

                     C Es ist Viertel nach zwölf. 

Wie spät ist es?

                                   A Es ist zehn Uhr fünfunddreißig. 

                                   B Es ist fünf vor halb zehn.                

                        C Es ist fünf nach halb zehn. 

An die Arbeit!

Wat: Aufgaben 8 t/m 13, ab Seite 74 

Wie: alleen

Hoe: in stilte

Hulp: Lernliste, blz. 98

Klaar? Leg het dominospel. 

Hausaufgaben

Maken:

Kapitel 3, Aufgaben 8 t/m 13

Leren:

Lernliste N-D, leraar t/m huiswerk

Rückblick

• Ik kan in het Duits vertellen hoe laat het is. 

Montag, den 2. Dezember