Grammaire B avoir, être, aller, (3 tijden)

On répète les verbes

être, avoir , aller

présent, passé-composé, imparfait

1 / 10

Slide 1: Slide

FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

Lesson duration is: 15 min

Items in this lesson

On répète les verbes

être, avoir , aller

présent, passé-composé, imparfait

Slide 1 - Slide

je ... (être, présent)

Slide 2 - Open question

nous ... (avoir, présent)

Slide 3 - Open question

ils ... (aller, imparfait)

Slide 4 - Open question

Marie ... ... (être, pc)

Slide 5 - Open question

vous ... (avoir, imparfait)

Slide 6 - Open question

elles ... (aller, présent)

Slide 7 - Open question

ik was

Slide 8 - Open question

hij heeft

Slide 9 - Open question

zij is gegaan

Slide 10 - Open question

Grammaire B avoir, être, aller, (3 tijden)

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Open question

More lessons like this

H4/A4: regelmatig op -er, avoir, être, aller, faire (4 tijden)

Test diagnostique grammaire 2h2 Blok 2

H4/V4 - 12-10-2023 - 1B grammaire

grammaire chapitre 4

SO verbes irréguliers

H4 Chapitre 1 Aller, avoir, être deel 1

Oefenen PW grammaire B

3 HA onregelmatige werkwoorden 1