Aard1

Aard1
Ga rustig zitten op je plek.
Pak je boek en iPad alvast op tafel.
1 / 20
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Aard1
Ga rustig zitten op je plek.
Pak je boek en iPad alvast op tafel.

Slide 1 - Slide

Dit gaan we leren:
Je kunt laten zien dat je de begrippen kunt definiëren vanuit een bron, deze kunt koppelen aan je eigen leefomgeving/actualiteit en kunt illustreren (begrippenlijst).

De begrippen die we behandelen gaan over de opbouw van de aarde en over de gevolgen van beweging binnenin de aarde (aardbevingen, vulkanen, tsunami's).

Slide 2 - Slide

Op welk deel van de aarde leven wij?
A
De aardkorst
B
De aardmantel
C
De aardkern

Slide 3 - Quiz

De aarde bestaat grofweg uit drie lagen:
- Aardkorst, het harde randje waar wij op wonen.
- Aardmantel, de magma die vloeibaar is onder ons.
- Aardkern, de kern van ijzer die deels vast en deels vloeibaar is.

Slide 4 - Slide

De aardkorst is niet één geheel maar bestaat uit aardplaten. Die bewegen (want ze drijven op magma). De beweging heet plaattektoniek.

Wat vaak zorgt voor vulkanen en aardbevingen, is subductie - als één plaat onder een andere plaat gaat.

Slide 5 - Slide

Als platen langs elkaar schuren gaat dat met schokken. Zo'n schok is een aardbeving.

De plek onder de grond waar de beving begint is het hypocentrum. Waar hij aan de oppervlakte komt is het epicentrum.

Slide 6 - Slide

Alle stipjes laten aardbevingen zit. Geven ze het epicentrum of hypocentrum aan?
A
Epicentrum
B
Hypocentrum

Slide 7 - Quiz

Bij de Middellandse Zee zijn veel aardbevingen. Dat komt omdat daar verschillende aardplaten langs en onder elkaar schuiven.

Slide 8 - Slide

Dit hebben we geleerd:
De aarde is opgebouwd uit drie lagen (aardkorst, aardmantel, aardkern).

De aardkorst bestaat uit stukken (aardplaten) die bewegen en kunnen botsen. Als ze onder elkaar gaan, heet dat subductie.

Als platen botsen kan ergens een aardbeving ontstaan. Diep in de aarde ligt het hypocentrum, er recht boven het epicentrum.

Slide 9 - Slide

Aan de slag!
Check eerst of je grijze of oranje doelen hebt waar je aan moet werken.
Werk daarna aan leerdoel Aard1.
Hoe? Volg de opdracht in Classroom. Maak voor elk nieuw leerdoel zelf een nieuw document aan, en sla deze op in de juiste map.
Gebruik: De LessonUp, je Basisboek, Google.
Met wie? Help elkaar gerust op weg, maar lever individueel in.
Vragen? Ik loop rond om te helpen.
Klaar? Werk verder aan de volgende doelen van onderwerp Aard.

Slide 10 - Slide

Aard1
Ga rustig zitten op je plek.
Pak je boek en iPad alvast op tafel.

Slide 11 - Slide

Dit gaan we leren:
Je kunt laten zien dat je de begrippen kunt definiëren vanuit een bron, deze kunt koppelen aan je eigen leefomgeving/actualiteit en kunt illustreren (begrippenlijst).

Vorige les: begrippen opbouw van de aarde, subductie, hypocentrum, epicentrum.
Deze les: Schaal van Richter, tsunami, hotspot.

Slide 12 - Slide

Probeer voor jezelf deze vragen te beantwoorden:
1. Welke informatie gaat over het epicentrum van de beving?
2. Welke informatie gaat over het hypocentrum?
3. Wat betekent een 'kracht van 6.0'?

Slide 13 - Slide

De kracht van een aardbeving meten we op de Schaal van Richter.

Als je één stap omhoog gaat op de 
Schaal van Richter, wordt de beving niet twee keer zo zwaar, maar tien keer zo zwaar!

Slide 14 - Slide

Deze beving was kortgeleden in Groningen.

Zou er schade zijn ontstaan door deze aardbeving? Waarom wel of niet?

Slide 15 - Slide

Een zware aardbeving kan ook een nieuwe ramp veroorzaken: een tsunami.
Meestal heb je daarvoor een aardbeving (zeebeving) nodig van wel 8 op de Schaal van Richter.

Waarom heb je midden op zee nog geen last van de tsunami?

Slide 16 - Slide

Alles tot nu toe komt vooral voor bij randen van aardplaten. De meeste vulkanen ook, maar er is één uitzondering: de hotspot.

Op sommige plekken op aarde komt magma zomaar omhoog uit de aardmantel (een mantelpluim).

Slide 17 - Slide

Bekende hotspots in de wereld:
Hawaii, de Azoren, de Canarische eilanden.

Gebruik bij dit begrip als voorbeeld één van die hotspot-eilanden.

Slide 18 - Slide

Dit hebben we geleerd:
De kracht van een aardbeving meet je op de Schaal van Richter - elke stap omhoog betekent dat de beving 10 keer zwaarder wordt.

Een zeebeving kan een tsunami veroorzaken, een snelle golf die aan de kust erg hoog wordt.

Een hotspot is een plek waar magma op het midden van een plaat door de aardkorst heen komt. Er ontstaat daar dan vaak een eilandenrij.

Slide 19 - Slide

Aan de slag!
Check eerst of je grijze of oranje doelen hebt waar je aan moet werken.
Werk daarna aan leerdoel Aard1.
Hoe? Volg de opdracht in Classroom. Maak voor elk nieuw leerdoel zelf een nieuw document aan, en sla deze op in de juiste map.
Gebruik: De LessonUp, je Basisboek, Google.
Met wie? Help elkaar gerust op weg, maar lever individueel in.
Vragen? Ik loop rond om te helpen.
Klaar? Werk verder aan de volgende doelen van onderwerp Aard.

Slide 20 - Slide