HA-1 Les 3

1 / 33
next
Slide 1: Slide
HandelMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Planning! 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Terugblik vorige les

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

In welke sectoren kan een economie worden onderverdeeld?
A
Primaire sector, secundaire sector en tertiaire sector
B
Primaire sector, secundaire sector, tertiaire sector en quartaire sector
C
Primaire sector, secundaire sector, overheidssector en quartaire sector
D
Primaire sector, agrarische sector en tertiaire sector

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Frits werkt als commercieel medewerker bij een bedrijf dat suikerbieten verwerkt tot suiker.
In welke sector is Frits werkzaam?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Deze 2 sectoren zijn het meest kapitaalintensief:
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Kwartaire sector

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat is in Nederland de grootste sector in de beroepsbevolking?
A
Primair
B
Secundair
C
Tertiair
D
Quartair

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen H 4.1 en 4.1 HANDEL
Na afloop van deze les kan ik ...
1. Het verschil benoemen tussen een concrete en een abstracte markt
2. Het verschil benoemen tussen een consumentenmarkt en een zakelijke markt
3. het verschil tussen groothandel en kleinhandel opnoemen
4.  het verschil tussen distribuerende en collecterende handel uitleggen
5. de voordelen van de groothandel aangeven 
6. 4 typen groothandelaren noemen.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

H 4.1 Concrete en abstracte markten
Markt => waar vraag en aanbod elkaar tegenkomen. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Concrete markt
  • Concrete markt: Een markt die je bezoekt om goederen of diensten te kopen. (Openingstijden). Een bepaalde plaats waar vraag en aanbod elkaar ontmoeten. 
  • Voorbeelden: Supermarkt, kledingwinkel en de kapper.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Abstracte markt
  • Abstracte markt is het geheel van vraag en aanbod van een bepaald goed of dienst. 
  • Het aanbod komt van de producenten.
  • De producenten van de abstracte markt van frisdrank zijn bijvoorbeeld: Coca Cola, Lipton en Redbull. Maar denk bijv. ook aan de oliemarkt. 
  • De vraag komt van de consumenten.
  • Voorbeelden van andere abstracte markten: Automarkt, kaasmarkt en schoenenmarkt.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Vraag en aanbod
Wat gebeurt er met de prijs van een product als de vraag of het aanbod ervan verandert?

Vraag                 Prijs                                     Vraag              Prijs

Aanbod              Prijs                                 Aanbod              Prijs

Slide 13 - Slide

Verkopersmarkt => Verkopers zijn de machtigste partij. Vraag is groter dan het aanbod. 
Kopersmarkt => aanbod is groter dan de vraag. Prijs kan gematigd blijven. 
Abstracte markt ingedeeld naar soort klanten: 
  • B2C --> consumenten zijn de vragers (markt voor levensmiddelen bijv)
  • Hierdoor ontstaat een afgeleide vraag van het ene bedrijf aan het andere => B2B -->  bedrijven (zakelijke markt) (Technische Unie bijv.)




Slide 14 - Slide

This item has no instructions

4.2 De Groothandel

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Kleinhandel

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Onderscheid collecterende en distribuerende groothandel: 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Collecterende groothandel

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wie zij de afnemers van de collecterende en distribuerende groothandel?
A
Consumenten
B
Bedrijven

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Is de exporteur voornamelijk collecterend of distribuerend?
timer
0:15
A
Collecterend
B
Distribuerend

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Vragen?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Zelf aan de slag! 
Maken: Opgaves 1 tot en met 12. Gaan wij volgende week maandag bespreken!!



Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Noem een paar voordelen van de groothandel voor een supermarkt.
timer
1:00

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Als een groothandelaar aan verkoopbevordering doet, wie is dan de doelgroep?
timer
0:15

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Als een kleinhandelaar aan verkoopbevordering doet, wie is dan de doelgroep?
timer
0:15

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Is de importeur voornamelijk collecterend of distribuerend?
timer
0:15
A
Collecterend
B
Distribuerend

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoelen HA-1 Les 3
  1. Groothandel verkoopt aan bedrijven en kleinhandel aan de consumenten.
  2. Coll GH: groot => groot; Distr GH: groot => klein; Coll KH: klein van producent => klein; Distr KH: klein GH => klein
  3. Voordelen GH= 1 kleine voorraden voor prod/cons 2  Groot assortiment 3 eenvoudiger administratie 4 betere marktkennis 
  4.  4 typen GH: opkopers, exporteurs, importeurs, grossiers

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Dankjewel en tot ziens

Slide 33 - Slide

This item has no instructions