M4-SE1: synoniem/tegenstelling/homoniem/homofoon (+kennismaking)

Nederlands-examenjaar M4 
- Voorstellen
- Tijdens de lessen (verwachting)
- Overzicht examenjaar
- Examen Nederlands
- SE1 - M4 (info + kennen & kunnen)
- Vandaag → voorbereiden op SE1

1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands-examenjaar M4 
- Voorstellen
- Tijdens de lessen (verwachting)
- Overzicht examenjaar
- Examen Nederlands
- SE1 - M4 (info + kennen & kunnen)
- Vandaag → voorbereiden op SE1

Slide 1 - Slide

VOORSTELLEN
-Mevrouw Bellis
-Hilversum
-Nederlands
-Kunstvakken
-GG
-ARHC
-hardlopen, bergen, zee/strand, koken, film, lezen, gezellige dingen doen, interieur etc.

DOEL = jullie goed voorbereiden om het diploma te halen.

Slide 2 - Slide

Tijdens de les - verwachting
Dat je
1) op tijd in de les bent;
2) voorbereid naar de les komt;
3) stil bent tijdens de uitleg;
4) meedoet met de les / actieve, positieve werkhouding;
5) aan het einde van de les het lesdoel hebt behaald.










Slide 3 - Slide

Overzicht examenjaar Nederlands
zie PTA










Slide 4 - Slide

Examen Nederlands 2024
Dinsdag 23 mei 2024 om 13.30-15.30 uur
* 2 uur
* helft van je cijfer
* Leesvaardigheid (meerdere teksten)
* Eén schrijfopdracht 
   (zakelijke brief/mail/artikel/ingezonden stuk etc.)










Slide 5 - Slide

SE1 -Nederlands - informatie
Wat:             -blok 5 + examenwoorden (toetsweek)
                      -schrijfvaardigheid (tijdens de lessen*)
Wanneer:  17/11 - 24/11 (hebben jullie al een rooster?)
Tijd:              60 minuten (+ ev. tijdsverlenging?)
Hoe:            Blok 5 + lijst examenwoorden
                     *Lijst examenwoorden (twee kanten op leren)
                    * Synoniemen + tegengestelden
                     *Homoniemen + homofonen
                     * Stijlfiguren + stijlfouten herkennen









Slide 6 - Slide

SE1 -Nederlands - kennen & kunnen
EXAMENWOORDEN (twee kanten op leren):
* Je kent de betekenis van de examenwoorden.
* Je kunt het juiste examenwoord noemen bij een omschrijving.
* Je kunt een synoniem geven van een examenwoord.
* Je kunt een tegengesteld woord noemen.
* Je kunt de examenwoorden op de juiste plek invullen.
* Je kunt zelf zinnen maken met examenwoorden waaruit de betekenis blijkt.

Slide 7 - Slide

SE1 -Nederlands - kennen & kunnen
SYNONIEMEN:
* Je kunt een synoniem noemen van een examenwoord.

HOMONIEMEN:
* Je kunt bij een woord meerdere betekenissen geven.

HOMOFONEN:
* Je kunt het juiste woord kiezen dat in de zin hoort.


Slide 8 - Slide

SE1 -Nederlands - kennen & kunnen
STIJLFIGUREN / STIJLFOUTEN (herkennen + verbeteren):
* Je kent de stijfiguren en stijlfouten.
* Je herkent de stijlfiguren en stijlfouten in een zin.
* Je kunt de fouten verbeteren door een nieuwe zin te schrijven.

De stijlfig./-fouten:
pleonasme / tautologie / overbodige woorden / dubbele ontkenning / contaminatie / verkeerd gebruik van een woord of uitdrukking

Slide 9 - Slide

Hoe bereid je je voor?
  • Elke les goed meedoen en vragen stellen.
  • Alle examenwoorden van de lijst twee kanten op leren.
  • Theorie leren op blz. 195-197.
  • Alle oefeningen in het boek (blok 5) nogmaals maken.
  • Vandaag starten we met ...

Slide 10 - Slide

SYNONIEMEN / TEGENGESTELLINGEN / HOMONIEMEN / HOMOFONEN
Herhaling

Slide 11 - Slide

LESDOEL
-Je weet (weer) wat synoniemen / tegenstellingen / homoniemen / homofonen zijn.

-Je kunt ze herkennen.

Slide 12 - Slide

Wat weet je van SYNONIEMEN / TEGENGESTELLINGEN / HOMONIEMEN / HOMOFONEN?

Slide 13 - Open question

Synoniem

Woorden die ongeveer hetzelfde betekenen.

Slide 14 - Slide

Tegenstelling

Woorden die het tegenovergestelde van elkaar zijn.

Slide 15 - Slide

Homoniem

Woorden met meerdere betekenissen.

Slide 16 - Slide

Homofoon

Woorden die hetzelfde klinken, maar met een andere betekenis.

Slide 17 - Slide

Even oefenen...

Slide 18 - Slide

Welk van de onderstaande woorden is geen synoniem van:
VERSTANDIG
A
moeilijk
B
aan te raden
C
raadzaam
D
wenselijk

Slide 19 - Quiz

Homoniem
Geef twee betekenissen van BAL

Slide 20 - Open question

objectief - subjectief
A
synoniem
B
tegenstelling
C
homoniem
D
homofoon

Slide 21 - Quiz

Geef een synoniem voor
fiets

Slide 22 - Open question

hollen of stilstaan


A
synoniem
B
tegenstelling
C
homoniem
D
homofoon

Slide 23 - Quiz

bank

A
synoniem
B
tegenstelling
C
homoniem

Slide 24 - Quiz

hol -bol
A
synoniem
B
tegenstelling
C
homoniem
D
homofoon

Slide 25 - Quiz

Geef een tegenstelling voor
formeel.

Slide 26 - Open question

etage -verdieping
A
synoniem
B
tegenstelling
C
homoniem
D
homofoon

Slide 27 - Quiz

pont -pond
A
synoniem
B
tegenstelling
C
homoniem
D
homofoon

Slide 28 - Quiz

bewering - stelling
A
synoniem
B
tegenstelling
C
homoniem
D
homofoon

Slide 29 - Quiz

pad
A
synoniem
B
tegenstelling
C
homoniem
D
homofoon

Slide 30 - Quiz

Vul het juiste woord in:
Mijn trui is gekrompen in de was en zit nu veel te ...
A
krab
B
krap

Slide 31 - Quiz

citeren - herhalen (letterlijk)
A
synoniem
B
tegenstelling
C
homoniem
D
homofoon

Slide 32 - Quiz

Ik weet (weer) wat synoniemen / tegenstellingen / homoniemen / homofonen zijn.

En ik kan ze herkennen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll

Hoe tevreden ben je over deze les?
010

Slide 34 - Poll