6.2 Migratie

6.2 Migratie
1 / 28
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

6.2 Migratie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom de dekolonisatie van Nederlands-Indië leidde tot migratie naar Nederland.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Migratiegolven
  1. 1945-1955: Indische Nederlanders
    motief: dekolonisatie
  2. 1955-1975: Gastarbeiders (Spanje/Italië en later Turkije/Marokko)
    motief: werkgelegenheid
  3. 1975: Suriname en de Antillen
    motief: dekolonisatie + werkgelegenheid
  4. 1990-heden: Oost-Europa en conflictgebieden
    motief: werkgelegenheid + veiligheid

Slide 4 - Slide

Voorgeschiedenis
  • NL van oudsher migratieland
  • Vanaf 16e eeuw komen mensen naar Nederland
  • Waarom?
  • Vanwege godsdienstvrijheid, hoge welvaart door handel en banenoverschot
  • Zonder deze migratie was Nederland niet het land geweest wat het nu is

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Immigratie uit Indonesië
  • Tijdens de onafhankelijkheidsoorlog van Indonesië vluchtten Indonesiërs naar Nederland vanwege beschuldiging van collaboratie
  • Niet alleen Nederlanders, ook Molukkers + Indische Nederlanders
  • Indische Nederlanders: mensen die voortkomen uit gemengde relaties
  • Voelden zich verbonden met NL
  • Wantrouwen zorgde voor migratie = verhuizing naar NL

Slide 7 - Slide

Molukkers
  • Aparte plaats in de Indische samenleving omdat....
  • Christelijk
  • Mannen in dienst bij Nederlands koloniale leger (KNIL)
  • Vanwege spanningen tussen de Indonesiërs stichtte de Molukkers hun eigen Republiek der Zuid Molukken

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Molukse migratie
  • Soekarno accepteerde de republiek niet en nam het over
  • Nederland haalde Molukse gezinnen tijdelijk naar Nederland (1951), belooft te helpen met een eigen staat
  • Ontsloegen Molukse soldaten bij aankomst, opvang in kamp
  • Molukkers voelen zich verraden en hielden vast aan eigen staat.
  • Wonen nu apart in eigen wijken


Slide 10 - Slide

Moluks kamp

Slide 11 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen waarom veel Surinamers en Antillianen naar Nederland kwamen.

Slide 12 - Slide

Suriname en de Antillen
  • In 1954 kregen beide gebieden zekere mate van zelfstandigheid= 

  • Eigen parlementen + regeringen die over binnenlandse zaken mochten beslissen

  • Bewoners eigen Nederlands paspoort

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Suriname onafhankelijk
  • Suriname wilde af van Nederlandse bemoeienis
  • 1975: Suriname onafhankelijk
  • Politiek onrustig + economisch onzeker
  • --> zorgde voor migratie

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

Nederlandse Antillen
  • Nooit onafhankelijk geworden, tegenwoordig aparte onderdelen van het Koninkrijk
  • Sinds 1945 veel Antillianen die naar NL komen om te studeren of werken
  • Ondervinden veel racisme in het begin

Slide 18 - Slide

Aan de slag
Maken: 1, 2, 4 t/m 8 (blz 117 t/m 122)

Slide 19 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de drie belangrijkste groepen migranten noemen die sinds 1945 uit andere landen dan de voormalige koloniën naar Nederland zijn gekomen.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Gastarbeiders
  • Vanaf jaren 50 tekort aan goedkope arbeid in NL
  • Bedrijven haalden (mbv overheid) arbeiders uit landen bij Middellandse zee
  • Tijdelijke arbeiders die na een tijd terug gingen (Gastarbeiders)
  • Geen programma voor integratie

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Gastarbeiders
  • Met name Turkse en Marokkaanse gastarbeiders bleven
  • Kans op werk was in NL veel groter
  • Haalden vrouw en kinderen hierheen
  • =gezinshereniging
  • Later meer ingezet op integratie en inburgering van deze groep

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Slide

Immigratie vanaf de jaren 90
  • Nadat Joegoslavië uiteen viel (na de val van de SU), vluchtten veel mensen naar veilige landen, waaronder Nederland.
  • Nederland ontvangt veel asielzoekers uit oorlogsgebieden.
  • In 2004 traden veel landen uit Oost-Europa toe tot de EU. Hierdoor was het voor veel van deze inwoners makkelijker om in West-Europa te gaan werken. 
  • Ook mensen uit Westerse landen, veelal hoogopgeleide, komen naar Nederland voor werk

Slide 27 - Slide

Aan de slag
Maken: opdrachten van geheel P6.2

Slide 28 - Slide