Donder en bliksem

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Startklaar 

       

       Pak je Chromebook/ laptop voor je

       Start je Chromebook/ laptop op

       Log in op www.lessonup.app 

       Stop je telefoon in je tas of in je jas

      

Inleiding

Na een warme dag is het vaak zo dat het vanuit het niets kan gaan regenen, dit gaat vaak samen met een onweersbui. Maar wat is onweer nou eigenlijk?

Om te weten wat onweer is moet je weet hoe het ontstaat. Onweer bestaat uit twee dingen, dit zijn de bliksem en de donder. Onweer ontstaat als koude lucht in botsing komt warme lucht.

De bliksem is een elektrische vonk die van de ene wolk over ‘springt’ naar een andere wolk.

De vonk zorgt ervoor dat de lucht daar opeens heel erg warm wordt, hierdoor ontstaat de donder.

Een onweersbui is dus stroom in de lucht.

Wanneer de bliksem ergens inslaat vliegt datgene wat geraakt word in de brand, dit komt doordat een bliksemschicht wel 30.000 graden Celsius kan worden.

Leerdoelen

Aan het einde van de les:

Kan jij uitrekenen hoever de bliksem weg is.  

Dateen bliksemschicht heter kan worden dan onze zon.

Dat de blikseminslag in een boom via de bast gaat en niet door het midden van een boom.

Dat een blikseminslag in een boom ervoor zorgt dat alle sappen in een boom verdampen.

Leerdoelgericht werken: 

Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan

de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en

worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 

Bliksem

Wat kan een bliksem veroorzaken?

Wat gebeurd er wanneer bliksem inslaat

1. lucht wordt warm
2. alles vliegt in brand
3. sappen in de boom verdampen
4. alle antwoorden zijn juis

Wat is niet waar?

1. Onweer ontstaat door kleine explosies van de zon.
2. De bliksem ontstaat door het overspringen van elektriciteit.
3. De bliksem kan tot wel 30.000 graden Celsius worden.
4. Als het gaat onweren moet je in de zee blijven drijven.

Wat is waar?

1. Door een inslag verdampen alle boomsappen uit een boom
2. De bliksem gaat via de buitenkant van de boom.
3. Tijdens het onweer kun je goed schuilen onder een boom
4. Bliksem zoekt altijd een dak op om in te slaan

Theorie/tips

Wanneer je buiten bent wanneer het gaat onweren is het aan te raden om naar binnen te gaan.

Wanneer je bijvoorbeeld op de heide loopt en niet direct ergens naar binnen kunt gaan dan moet je door je hurken gaan en je zo klein mogelijk maken. Onweer zoekt namelijk altijd het hoogste punt. Wanneer je onder een boom zit kun je dus ook beter een beetje afstand houden. Wanneer een boom geraakt word kunnen er takken afbreken of de bliksem worden doorgegeven aan iets wat er naast staat.

Instructie 

Lees de teksten in het blad en beantwoord de vragen

Wanneer is mijn opdracht goed?

Door leerlingen vooraf na te laten denken over waar de opdracht aan moet voldoen, krijgen ze kwaliteitsbesef. Hierdoor zijn de leerlingen in staat om zelf in te schatten waar hun inspanningen bij de opdracht voor verbetering vatbaar zijn. 

Afsluiting

Tijdens deze les hebben jullie geleerd:

Het uitrekenen hoever de bliksem weg is.

Dat een bliksemschicht heter kan worden dan onze zon.

Dat de blikseminslag in een boom via de bast gaat en niet door het midden van een boom.

Dat een blikseminslag in een boom ervoor zorgt dat alle sappen in een boom verdampen.

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 

Begrippen uit deze les

• bliksem
• onweren
• gevolgen van bliksem en onweer

BEGRIPPEN UIT DEZE LES

...

...

...

...

...

Exit ticket (formatief evalueren)

Zie voorbeelden in de map TOOLS 

van de gedeelde map.

Formatief evalueren: 

Het werken met leerdoelen maakt effectief feedback geven mogelijk.

Gedurende de les wordt continue geëvalueerd in hoeverre de leerlingen de leerdoelen

beheersen. Leerlingen gaan pas aan de slag met het volgende leerdoel wanneer zij

aantonen de vorige te beheersen. De docent laat op verschillende manieren weten waar

leerlingen naartoe werken (feed-up), of zij goed bezig zijn (feed-back) en wat de volgende

stap is (feedforward). Deze feedback is niet alleen gericht op een taak/product, maar vooral

ook op hoe leerlingen op een juist antwoord zijn gekomen (proces). Enkele praktische tips

om met formatief evalueren aan de slag te gaan: https://toetsrevolutie.nl/?p=2298 &

https://hetdigitalewerkvormenboek.files.wordpress.com/2020/07/het-digitale-

werkvormenboek.pdf

Klik op de spinner

Formatief evalueren

Eerst dacht ik...,

nu denk ik...

Wat vond je van de afgelopen les?

😒🙁😐🙂😃

Welk cijfer zou je jezelf geven voor aandacht tijdens deze les?

010

Ben je blij met het resultaat?

😒🙁😐🙂😃

Welk cijfer zou je mij geven voor deze les?

010