This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
De Romeinen
HV1A
Slide 1 - Slide
Zet de onderstaande cijfers in de juiste tijdsvolgorde:
1 Caesar maakt een eind aan de macht van de senaat en wordt alleenheerser. 2 Germaanse stammen dringen het Romeinse rijk binnen. 3 Het Romeinse rijk wordt een keizerrijk. 4 Rome wordt een republiek onder leiding van de senaat.
A
4 --> 1 --> 3 --> 2
B
2 --> 4 --> 1 --> 3
C
1 --> 4 --> 3--> 2
D
3 --> 4 --> 1 --> 2
Slide 2 - Quiz
Welke groep waren in het begin vooral aanhangers van het Christendom?
A
Rijke Romeinen
B
Slaven
C
Moslims
D
Joden
Slide 3 - Quiz
Zet de onderstaande gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde: 1 De Romeinen verboden het christendom. 2 Het christendom werd de Romeinse staatsgodsdienst; andere geloven werden verboden. 3 Keizer Constantijn (zie plaatje) gaf de christenen godsdienstvrijheid. 4 Volgelingen van Jezus Christus stichtten het christendom.
A
4 --> 1 --> 3 --> 2
B
1 --> 3 --> 4 --> 2
C
2 --> 1 --> 3 --> 4
D
3 --> 1 --> 4 --> 2
Slide 4 - Quiz
Bekijk eerst de bron. Het is een tekening uit omstreeks 200 op een muur in Rome uit. Je ziet links een man en aan het kruis een man met een ezelskop. Erbij staat geschreven: 'Alexamenos eert zijn god.'
Welke conclusies kun je hieruit trekken?
A
De tekening is gemaakt in een kerk.
B
De tekening is gemaakt door een christen.
C
Alexamenos was een christen.
D
geen van de genoemde conclusies is juist.
Slide 5 - Quiz
Zet de vijf gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde door te slepen.
Rome werd gesticht in 753 v. Chr.
Julius Caesar veroverd gallië, grondgebied van Europa.
Keizer Augustus wordt de eerste keizer.
De grens wordt aan de limes zwaar bewaakt
Slide 6 - Drag question
Maak de zin af:
De Romeinen hadden eerst een....
A
monotheïstisch geloof
B
polytheïstisch geloof
Slide 7 - Quiz
Welke zin over de Romeinen is juist?
A
Als Romeinse burgers (met burgerrecht) heb je meer rechten.
B
Elke provincie in het Romeinse rijk had zijn eigen munten.
C
In het hele rijk werd dezelfde taal gesproken.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.
Slide 8 - Quiz
Welke zin is juist?
A
De Romeinen vereerden eerst maar één god.
B
De Romeinen waren over het algemeen niet zo streng tegenover andere godsdiensten.
C
Het jodendom is een polytheïstische godsdienst.
D
Geen van de zinnen is juist.
Slide 9 - Quiz
Bekijk de afbeelding.
In welke Nederlandse provincie is dit badhuis denk je opgegraven?
A
Groningen
B
Limburg
C
Noord-Holland
Slide 10 - Quiz
Bekijk de afbeelding.
Welk woord hoort op het witte kruisje bovenin de afbeelding te staan?
Slide 11 - Open question
Al het gebied rondom een zee was van het Romeinse Rijk. Welke vijand van Rome moest hiervoor eerst worden verslagen om de Middellandse Zee in handen te krijgen?
A
Bataven
B
Galliërs
C
Grieken
D
Carthago
Slide 12 - Quiz
De Romeinen hadden heel veel goden. Hieronder zie je 3 omschrijvingen van deze goden:
1. 'God van de oorlog'. 2. 'De oppergod'.
Wat zijn de namen van deze twee goden?
A
1. Mercurius, 2. Jupiter
B
1. Mercurius, 2. Saturnus
C
Geen van de genoemde antwoorden is juist.
D
1. Mars, 2. Jupiter
Slide 13 - Quiz
Op een gegeven moment verboden de Romeinen het christendom in hun rijk. Waarom? Meer antwoorden zijn goed.
A
christenen wilden de Romeinse keizer niet eren
B
christenen wilden de Romeinse goden niet vereren.
C
christenen geloofden dat hun goden kwaad waren op de Romeinen.
D
Geen van de genoemde redenen zijn juist.
Slide 14 - Quiz
Deze vraag gaat over de opkomst van het christendom. Welke zin is ONJUIST?
A
Het christendom werd gesticht door volgelingen van Jezus Christus
B
In 392 werd het christendom als enige godsdienst toegestaan in het Romeinse Rijk.
C
Romeinen verboden andere godsdiensten.
Slide 15 - Quiz
Deze opdracht gaat over romanisering.
Wat is GEEN voorbeeld van romanisering?
A
Een Bataafse militair gelegerd in Noord-Engeland schrijft in het Latijn een brief aan zijn vader.
B
Een Frieze handelaar koopt in Noviomagus potten met Romeins muntgeld om deze ten noorden van de grens weer te verkopen.
C
Een Germaanse vrouw gaat wekelijks naar het badhuis in Mosa Traiectum om een middag te ontspannen.
D
Een Keltische bard (een zanger) zingt liederen over de heldendaden van Keltische helden van vroeger.
Slide 16 - Quiz
De Romeinen kregen in het noorden van hun rijk te maken met Germaanse volken
De afbeelding hiernaast is daarvan een voorbeeld want:
A
de toren heeft zuilen.
B
de toren is gebouwd aan de Rijn, ter verdediging tegen Germanen.
C
de toren is ontworpen door Grieken en Romeinen.
D
Geen van de genoemde antwoorden is juist.
Slide 17 - Quiz
Zet de volgende gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde:
1. Het West-Romeinse rijk eindigt. 2. Jezus Christus wordt gekruisigd. 3. Keizer Constantijn geeft christenen godsdienstvrijheid.
A
2 --> 3 --> 1
B
2 --> 3 --> 1
C
3 --> 2 --> 1
D
2 --> 1 --> 3
Slide 18 - Quiz
Sleep de woorden naar de juiste plek in de afbeelding:
Germaanse vrouwen
Romeinse Tempel
Woonwijk van Germanen
Romeinse vazen
Mijlpaal.
Germaanse hulpsoldaat
Romeinse voetsoldaat
Slide 19 - Drag question
Een uitspraak: "In de veroverde gebieden hielden de meeste bewoners zich niet bezig met de Romeinse goden, maar alleen hun eigen goden". Is deze uitspraak juist of onjuist? Leg je antwoord uit.
Doe het zo: JUIST of ONJUIST, omdat......
Slide 20 - Open question
Waarom kun je zeggen dat wij in onze tijd nog steeds geromaniseerd zijn ?