4.1 De pruikentijd

Hoofdstuk 4
Pruiken en revoluties 1700-1800


Par. 4.1 De Pruikentijd

1 / 19
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4
Pruiken en revoluties 1700-1800


Par. 4.1 De Pruikentijd

Slide 1 - Slide

Lesdoelen:
  • Je kunt uitleggen hoe het ging met de Nederlandse economie in de 18de eeuw
  • welke sociale verhoudingen er waren in Frankrijk
  • welke nieuwe ideeën ontstonden in de tijd van de Verlichting

Slide 2 - Slide

Nederland
  • Nederland was niet meer het rijkste land van Europa, zoals dit in de Gouden Eeuw het geval was

  • In de steden was het vaak armoedig, daarom bouwden rijke Amsterdammers dure huizen aan de rivieren

  • In Nederland was er geen koning, de adel had weinig macht en de geestelijkheid bestond niet in de protestante kerk

Slide 3 - Slide

Verval en rijkdom
De Republiek verloor zijn status van wereldmacht die het had in de Gouden Eeuw. Hoe kon dat gebeuren?
  • Frankrijk op het vasteland en Engeland op zee steeds   machtigere concurrenten voor de Republiek
  • Een andere manier van handel drijven


Slide 4 - Slide

Standenmaatschappij in Frankrijk
De mensen waren verdeeld in drie standen:
1. Geestelijkheid
2. Adel
3. Boeren en burgers

Slide 5 - Slide

De standenmaatschappij
De standenmaatschappij was oneerlijk. Eerste twee standen hadden privileges (voorrechten)

Slide 6 - Slide

De standenmaatschappij
De standenmaatschappij was oneerlijk. Eerste twee standen hadden privileges (voorrechten)

Slide 7 - Slide

Bij welke stand horen kooplieden?
A
Eerste
B
Tweede
C
Derde

Slide 8 - Quiz

Bij welke stand hoort koning Willem-Alexander?
A
Eerste
B
Tweede
C
Derde

Slide 9 - Quiz

Zet bovenstaande titels met de juiste gezichten bij de juiste stand.
De eerste stand
De tweede stand
De derde stand
Boeren
Adel
Geestelijken

Slide 10 - Drag question

Problemen in Frankrijk eind 18de eeuw
  • Economische problemen door oorlogvoering
  • Honger door misoogsten
  • Grote armoede voor het volk
  • Weinig inspraak voor de bourgeoisie (rijke  burgers)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Verlichting
In de 18de eeuw gingen mensen anders nadenken
--> (het lichtje ging aan)
  • Wie heeft de macht en waarom?
  • Hoe gaan we met elkaar om?

  • Deze periode wordt de Verlichting genoemd


Slide 13 - Slide

Kritiek op de standenmaatschappij
Volgens verlichte denkers waren alle mensen van nature gelijk
Daarom moesten er mensenrechten komen
En een rechtstaat
Rechten die voor alle mensen golden, zoals vrijheid van godsdienst en meningsuiting
Staat waarin iedereen zich aan de wet moet houden

Slide 14 - Slide

Waren de verlichters hier voor of tegen?
Verlichters zijn voor
Verlichters zijn tegen
Vrijheid van meningsuiting
Gelijke rechten voor iedereen
Vrijheid van godsdienst
Ongelijkheid
Standensamenleving

Slide 15 - Drag question

Wat werd er anders?

Slide 16 - Slide

Wat wilden de 'verlichte' denkers
  • Geloof, standen en absolute macht moesten weg!
  • Gebruik van verstand, vrijheid en gelijkheid voor iedereen
  • --> zorgt voor veel onrust bij alle groepen van de samenleving  

Slide 17 - Slide

In Frankrijk kan iemand heel rijk zijn, maar toch niets te vertellen hebben. Hoe kan dat?

Slide 18 - Open question

Wat is de beste omschrijving van 'De Verlichting'?
A
Er ging bij mensen een lichtje branden
B
Mensen begonnen weer zelf na te denken
C
De TL- verlichting werd uitgevonden
D
Huh? Wat is de Verlichting?

Slide 19 - Quiz