1.2: De Grote Oorlog

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

1.2: De Grote Oorlog

Dit heb je nodig:

• Boek (informatieboek)
• Schrift
• Ipad, start LessonUp vast op

Deze les:

• Bespreken kijkvragen
• Start paragraaf 1.2 
• Oorzaken van de oorlog
• aan de slag

Aan het einde van deze les:

... kun je de verschillende bondgenootschappen uit WO I noemen.

... kun je oorzaken van de oorlog noemen.

... kun je de aanleiding van de oorlog noemen.

... kun je de betekenis van de begrippen nationalisme, militarisme en wapenwedloop noemen.

Bespreken kijkvragen:

1. Welke jaartallen horen bij de Eerste wereldoorlogen

2. Welke landen horen bij elkaar? Zijn elkaars bondgenoten?

3. Wat was de aanleiding voor het uitbreken van de oorlog?

4. Leg uit dat de bondgenootschappen een oorzaak zijn voor het uitbreiden van deze grote oorlog

5. Waarom was een oorlog voeren niet erg? Hoe dachten de mensen daarover.

6. Waarom noemen we de Eerste Wereldoorlog ook wel de loopgravenoorlog?

7. Waarom duurde de oorlog zo lang?

8. Wat betekent deze oorlog voor de vrouwen?

9. Wat gebeurde er bij de Somme?

10. Wat is het gevolg van de Russische revolutie voor de oorlog.

11. Wat maakt deze oorlog een Wereldoorlog?

12. Wie won de oorlog?

1.2: De grote oorlog:

In deze paragraaf leer je: 

• Wie elkaar bestreden in de Eerste Wereldoorlog en waardoor de oorlog ontstond.
• Hoe de oorlog begon
• Hoe de oorlog verliep in het oosten.
• Hoe de oorlog verliep in het westen.

Oorzaken voor de oorlog:

• Bondgenootschappen
• Geallieerden: Groot-Brittanië, Frankrijk en Rusland
• Centralen: Duitsland en Oostenrijk
• Later: Italië en het Ottomaanse Rijk bij de centralen , Verenigde Staten bij de geallieerden. 

Oorzaken voor de oorlog:

• Nationalisme: liefde voor het eigen volk (natie)
• Hekel aan andere volken
• Streven naar meer macht: Rusland en Duitsland
• Militairisme: verheerlijking van het leger
• Wapenwedloop: Strijd om de beste en de meeste wapens.
• gevolg: Grote internationale spanningen in 1914 

Aanleiding van de oorlog:

• Moord op de kroonprins van Oostenrijk-Hongarije en zijn vrouw.
• Gevolg: kettingreactie van mobilisatie en oorlogsverklaringen. 

Aan de slag: informatieboek blz. 11 t/m 13.

1. Lees het eerste kopje theorie van paragraaf 1.2 en noteer zoveel mogelijk oorzaken van WO I in je schrift.
2. Lees het tweede kopje theorie en noem de aanleiding van de oorlog. Beschrijf vervolgens welke kettingreactie van gevolgen er op gang kwam.
3. Noteer in je eigen woorden de betekenis van de volgende begrippen: nationalisme, militairisme, wapenwedloop.
4. Zoek bij de 3 begrippen van de vorige opdracht een passende afbeelding.

Controle: lesdoelen gehaald?

... kun je de verschillende bondgenootschappen uit WO I noemen.

... kun je oorzaken van de oorlog noemen.

... kun je de aanleiding van de oorlog noemen.

... kun je de betekenis  van de begrippen nationalisme, militarisme en wapenwedloop noemen.