1.3 lezen

3 minuten tekstje!
 Maak het tekstje dat op je tafel ligt in 3 minuten in je schrift
onder tabblad:Lezen
Fijn om jullie weer te zien! 
Pakken jullie alvast je spullen?
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

3 minuten tekstje!
 Maak het tekstje dat op je tafel ligt in 3 minuten in je schrift
onder tabblad:Lezen
Fijn om jullie weer te zien! 
Pakken jullie alvast je spullen?

Slide 1 - Slide

moeilijke woorden schrift

Slide 2 - Slide

0

Slide 3 - Video

H.1.3 LEZEN
Onderwerp van een tekst:
  • Geeft aan waar de tekst over gaat.

Deelonderwerp:
 is een stukje tekst dat een deel van het onderwerp behandelt.

Hoe vind je het onderwerp?

  • lees de titel en 1e alinea
  • kijk naar schuingedrukte of vetgedrukte woorden
  • bekijk de plaatjes
  • stel je zelf de vraag: Waar gaat de tekst over

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wat is het onderwerp van een tekst?
A
is de titel van een tekst
B
de afbeelding bij een tekst
C
dat waar een tekst over gaat
D
komt niet voor in een tekst

Slide 6 - Quiz

Titel + Tussenkopje
Titel: 
  • staat bovenaan een tekst
  • geeft een aanwijzing over de tekst

Tussenkopje
  • ander woord is deeltitel
  • vertellen waar een stukje tekst (=Alinea) over gaat 

Slide 7 - Slide

Wat is een tussenkopje?
A
Een alinea
B
Een titel van een alinea
C
De titel
D
De bron

Slide 8 - Quiz

RTC leidt Volleybal talenten op
Nederland hoort bij de beste acht landen van de wereld, als het gaat om volleybal. Er is veelinspanning nodig om zo'n positie te behouden, te verstevigen of eventueel te heroveren. Topsport wordt de laatste jaren steeds professioneler. Daarom is het nodig dat er veel energie wordt gestoken in de opleiding van jonge, veelbelovende volleyballers.

Verder groeien
Het Regionaal Talenten Centrum (RTC) is een opleiding voor volleybaltalenten in de leeftijd van 11 tot en met 16 jaar. Zij trainen onder deskundige leiding. De trainers hebben hiervoor een speciale opleiding gevolgd. De sporters krijgen de kans om verder te groeien en beter te worden in de volleybalsport.

Slide 9 - Slide

Wat is een alinea?
A
de hele tekst bij elkaar
B
een stukje tekst over het deel van het onderwerp

Slide 10 - Quiz

Wat is een illustratie?
A
een afbeelding
B
een titel
C
een tussenkopje

Slide 11 - Quiz

ZOEK OP:
titel
deeltitel
alinea
tussenkopje
illustratie

Slide 12 - Slide

Aan het werk
Wie?  Jullie.
Wat? De opdrachten die de studiewijzer van H1.3:      3-4-5-8.
Waar?  Talent Digitaal op de laptop. 
Wanneer? Dit lesuur.
Hoe? Individueel (= alleen).
Eerder klaar? Maak de volgende dia 
Vragen? Aan mij of aan je buurman/ buurvrouw. 

Slide 13 - Slide

Manieren van lezen
  1. Verkennend lezen
  2. nauwkeurig lezen 

Schrijf de woorden hierboven in je schrift over en lees de theorie hierover.
(Blz.27 en28).
Schrijf er vervolgens achter wat je dan doet.

Slide 14 - Slide

Welkom, pak jij al je spullen?

Slide 15 - Slide

Terugblik
Lees de doelen van de studiewijzer.
welke doelen beheers jij?

Slide 16 - Slide

Aan het werk
Wie?  Jullie.
Wat? De opdrachten die de studiewijzer van H1.3  9-10-12-13-14-15.
Waar?  Talent Digitaal op de laptop. 
Wanneer? Dit lesuuren huiswerk
Hoe? Individueel (= alleen).
Eerder klaar? maak de diagnostische test 
Vragen? Aan mij of aan je buurman/ buurvrouw. 

Slide 17 - Slide

welkom allemaal...
Schrijf op het papiertje wat jij hebt opgestoken van de afgelopen lessen over begrijpend lezen.




inspanning


Slide 18 - Slide

Welke leesstrategie gebruik je om het deelonderwerp van tekst te vinden?
A
Oriënterend lezen
B
nauwkeurig lezen
C
Zoekend lezen
D
verkennend lezen

Slide 19 - Quiz

Bij verkennend lezen, lees je de tekst:
A
Helemaal
B
gedeeltelijk

Slide 20 - Quiz

Wat hoort bij verkennend lezen?
A
Kijken naar de plaatjes
B
Titel lezen
C
Bron bekijken
D
Signaalwoorden onderstrepen.

Slide 21 - Quiz

Wat verwacht ik?

Absolute stilte.
Jij bent ook verantwoordelijk voor het cijfer dat een ander behaalt.

Klaar: lees in je leesboek
Maak het stencil .

Lees eerst de tekst verkennend
daarna nauwkeurig.
Je beantwoordt de vragen, kijkt het zelf na en vult het schema in

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Onderwerp 

Onderwerp van een tekst:

- een tekst gaat ergens over, dit is het onderwerp van een tekst

- het onderwerp is in één of een paar woorden te noemen

lees de tekst orienterend

-stel jezelf de vraag: waar gaat de tekst over?



Slide 24 - Slide