Arm in de 19e eeuw

1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Verzorgingsstaat
Wat is dat?
Noem een paar elementen.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Na 1870
''In Nederland kwam de industrialisatie op gang''

Wat bedoelen ze hier mee?
Wat veranderde er allemaal?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

De sociale kwestie
Wat kan er gedaan worden om de situatie van de arbeiders te verbeteren? 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Liberalen
Conservatief-liberalen: Overheid moet alleen voor orde en veiligheid zorgen. Niet de armen helpen (worden ze lui van).

Jong-liberalen: Wouden wel dat de overheid iets deed aan de uitbuiting van arbeiders. 

Slide 10 - Slide

Confessionelen
  • Geloof bepaalde politieke ideeën. 
  • Protestanten en Katholieken. 
  • Wouden niet perse via de politiek iets veranderen voor de arbeiders, maar vonden wel dat goede Christenen elkaar moesten helpen (liefdadigheid).

Slide 11 - Slide

Sociaaldemocraten
  • Wouden dat de overheid opkwam voor de arbeiders.
  • Kortere werkdagen, pensioen, hogere lonen, ziekte-uitkering en werkdagen van 8 uur.
  • algemeen kiesrecht (in plaats van censuskiesrecht)

Slide 12 - Slide