A5sp8 - Periode 2, Les 4 (PA4 H4) - XMGY (24-11-2025)

¡Bienvenidos!





LessonUp classcode:  tconh
1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos!





LessonUp classcode:  tconh

Slide 1 - Slide

Metas = objetivos = doelen
Vamos a aprender como leer y escribir noticias y 
aprendemos sobre la cultura española. 




Slide 2 - Slide

INFO: Período 2 
1 clase por semana

Material: libro de referencia + PA4 libro 2 + material extra (textos CITO)

Studiewijzer op Teams

Houd het huiswerk (ook het leerwerk) goed bij en herhaal regelmatig.

Slide 3 - Slide

El programa 
  • DEBERES
  • GRAMÁTICA D Oef. 40 + 41ab
  • WOORDWEB (Vocab BCD)
  • LECTURA: Oef 24-25
  • REFLEXIÓN 










Slide 4 - Slide

Los deberes fueron:
(zelf nakijken thuis met LessonUp)

Estudiar: 
vocabulario D + lenguateca D (S-N) + Gram. C p.79


Hacer:
Paso adelante: afmaken 11de, 27, 28ab 
ESCUCHAR: oef 21- (22) Los famosos Javier Bardem e Iker Casillas.  
Vragen?

Slide 5 - Slide

Los deberes: Ejercicios 11de, 27
Ejercicio 11d
1 nació
2 tenía
3 decidió
4 participó
5 gustaba
6 quedó
7 era
8 llegó

Ejercicio 11e
1 iba, noté, había olvidado
2 había, tuve
3 podía, viajó
4 nos sentamos, pedía
5 pasaba, asustó
6 nos reímos, era 
Ejercicio 27a
intentó, estaba tomando, se acercó, intentó, estaba, cogió, golpeó, se cayo, perdió, llegó, ha empezado, ha asistido

Slide 6 - Slide

Los deberes: Ejercicios 27b 28ab
Ejercicio 28b
1 había prometido
2 había hecho
3 habían preparado
4 había visto
5 había trabajado
6 había sido
7 se habían divorciado
8 habías oído
Ejercicio 28a
1 había
2 habían
3 habíamos
4 habías
5 había
6 habían
7 había
8 habíais  







Ejercicio 27b
Perfecto: ha empezado (het is begonnen), ha asistido (heeft bijgewoond)
Indefinido: intentó (hij probeerde), se acercó (hij kwam dichterbij), intentó, cogió (zij pakte), golpeó (zij sloeg), se cayó (hij viel), perdió (hij verloor), llegó (kwam aan)
Imperfecto: estaba tomando (zij was aan het nemen), estaba (zij was)

Slide 7 - Slide

Los deberes: Ejercicio 21 
Ejercicio 21a
  • Alledrie

Ejercicio 21b
  1. Over beroemdheden
  2. Roddelexperts
  3. Hij is stiekem getrouwd met  Penélope Cruz.
  4. Hij heeft een nieuwe vriendin.






















Ejercicio 21c
  1. falso
  2. falso
  3. verdadero
  4. verdadero
  5. verdadero

Ejercicio 21d
  1. C
  2. A

Slide 8 - Slide

Los deberes: Ejercicio 22
Ejercicio 22a
  1. Pasar betekent langsgaan, re betekent opnieuw: repasar is opnieuw iets langsgaan, oftewel herhalen. Repasar= herhalen, doornemen
  2. Je weet dat het iets met geld (dinero) te maken heeft. Cobrar= verdienen, in rekening brengen.
  3. Sacar kun je uit de context herleiden. Het heeft te maken met het woord fotos. Sacar fotos= foto’s nemen.
  4. Salir betekent uitgaan. In deze zin betekent het daten.
  5. Llevar betekent dragen, meenemen, Llevar in combinatie met een gerundio betekent al een tijdje iets aan het doen zijn.
  6. Extender kun je afleiden van het Engelse woord to extend: uitbreiden. In deze context betekent het verspreiden.
  7. Estropeó kun je uit de context herleiden. Het betekent verpesten, stuk maken.
  8. Mantener kun je afleiden van het Engelse woord to maintain: onderhouden. In deze context betekent het blijven.

Ejercicio 22b
  • 1 estrella  2 salió  3 éxito  4 colaboración  5 premios   6 género   7 protagonizó 





















Slide 9 - Slide

Frases compuestas y conectores 
(Gram. D, p. 90-91)
Toen de politie arriveerde, was de dief al weggegaan.
Cuando llegó la policía, el ladrón ya se había ido.

Conectores de...: 
  • causa: a causa de, como, debido a, gracias a, por culpa de, porque 
  • tiempo: después de (que), cuando, luego, mientras, antes de (que), finalmente
  • consecuencia: así que, para (+inf), por eso, por lo tanto, de manera que, por consiguiente
  • argumento: además, a saber, en cuanto a, es decir, como, por ejemplo
  • oposición: a pesar de (que), sin embargo, pero, en cambio, no obstante.

Slide 10 - Slide

¡A practicar!
Individual: Ej. 40 y 41ab

Revisamos en pleno. 



Snel klaar? Studeer de Vocabularios (BCD, p. 100-101) 
timer
15:00

Slide 11 - Slide

Woordenweb (Vocabularios BCD) 
In tweetallen, op papier: Hoe maak je het?
Kies 3 verschillende woorden (1 per Vocabulario-lijst) en voeg per woord minstens toe:
  • 2 woorden in andere talen die erop lijken +
        dezelfde betekenis hebben (cognaten)
  • 2 synoniemen of antoniemen (tegenovergestelde woord) in het Spaans 
  • 2 voorbeeldzinnen (Spaans)
Werk netjes, logisch en visueel overzichtelijk: je levert je werk in! 
Ejemplo
timer
10:00

Slide 12 - Slide

El alcohol en la calle
Trabaja en parejas.

Apunta palabras clave en tu cuaderno sobre:
  • las personas en la foto (edad, función...)
  • su aspecto físico
  • su ropa
  • lo que pasa (dat wat er gebeurt)

Slide 13 - Slide

Escribe frases completas:
1. ¿Qué personas hay en la foto?
2. ¿Cómo son? Describe el aspecto físico y la ropa.
3. ¿Qué pasa en la foto?

Slide 14 - Open question

La leyenda del alcoholímetro
  1. Oriënteer je op de tekst, plaatjes, koppen, woordenlijstje.
  2. Lees de vragen.
  3. Maak opgave 24-25 (p.76)


Klaar? Doe dan het volgende:
  • oefening 26a: steekwoorden in het Spaans noteren
  • oefening 26b: maar er hele zinnen van zodat er een klein nieuwsbericht ontstaat. 
  • Voor voorbeeldzinnen kijk af bij de tekst Superabuela op p.79 en bij de lenguateca C op p.83 

Slide 15 - Slide

Reflexión

Slide 16 - Slide

Wat vond je van de les? 
Kijk terug aan de les van vandaag. 
Beantwoord de vragen op het kaartje:

  • Wat vond je goed? Geef concrete voorbeelden.

  • Wat kan beter? Denk aan lesinhoud, vorm, werksfeer etc.

Slide 17 - Slide

Los deberes
Estudiar:

Gram. D (p.90-91)
lenguateca C (S-N, p.83)

Hacer:
Afmaken PA H4, ej. 24-25-26* 
*Let op: oef. 26 wordt in de les besproken + ingeleverd voor feedback





  • 1-12 Les vervalt 
  • Herhaal in de tussentijd de vocabulario BCD  + huiswerk inhalen zo nodig
  • Check Studiewijzer (links Blooket, huiswerk) en LessonUp (classcode tconh) 

Slide 18 - Slide