VVE Bouwsteen les 8

1 / 28
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Voor dit vak maak je een portfolio.
Met dit portfolio kun je aantonen dat:

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Wat is geen VVE programma
A
Piramide
B
Start blokken
C
Puk
D
Peuterleren

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Wanneer je met een VVE programma werkt, werk je volgens bepaalde richtlijnen/instructies.
Vul op de volgende sheet in wat onderdeel is van een VVE programma.
Denk aan werken in grote en kleine groep, dagkaarten enz..

Slide 8 - Slide

VVE is werken:

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

observatielijst 

Slide 12 - Slide

Opbrengst gericht werken doe je alleen met een VVE programma
A
ja
B
nee
C
weet niet
D
ja en nee

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Jonge kinderen zijn nog heel nieuwsgierig en onderzoeken de wereld om hen heen als kleine wetenschappers.

. Al van baby af aan onderzoeken ze hun omgeving, denk maar aan baby’s die alles in hun mond stoppen om het te onderzoeken
Peuters stoppen steeds minder dingen in hun mond maar proberen nog wel alles uit.
Wat zit er in dat kastje? Wat is dat voor bloem? 
Wat gebeurt er als je iets doet dat niet mag?

Slide 16 - Slide

Daarom proberen ze veel uit, zo onderzoeken ze hun omgeving
 Door simpelweg te doen leren kinderen wat er gebeurt.
Leren door ervaren dus. 
Bij het onderzoeken van hun omgeving laten kinderen 
verschillende talenten zien zoals logisch denken, het herkennen van patronen en de constructie van bouwwerken enz,

Slide 17 - Slide

Op onderzoek
Door vragen te stellen aan kinderen en aanvullende materialen te geven kun je kinderen stimuleren tot het (verder) onderzoek van hun omgeving. 
Dit kan in van tevoren bedachte situaties maar ook spontaan.
Kinderen ontdekken onder het eten bijvoorbeeld dat het tikken tegen een beker of op een bord leuk klinkt.
 Je kan er dan op inspringen door te vragen, klinkt het tikken op de tafel
ook zo? En het tikken op je boterham? Wat klinkt er nog meer anders? Wat klinkt harder en
zachter? 
 Ga mee in de nieuwsgierigheid van de kinderen en je zult er zelf ook veel plezier aan beleven.

Slide 18 - Slide

Je kunt ook onderzoekssituaties creëren....
De begeleiding van de kinderen
Om kinderen uit te dagen verder te denken en meer te proberen stel je ‘denk stimulerende’ 
vragen.
 Denk stimulerende vragen zijn vooral open vragen, vragen waarop je vele verschillende
antwoorden kunt geven. 
 Open vragen beginnen meestal met een vragend voornaamwoord zoals wie, welke, waar 
 waarheen, wanneer, hoe, waarom, waardoor en hoezo. 
Deze vragen nodigen uit om ook te vertellen waarom je denkt dat dat het antwoord is.

Slide 19 - Slide

Pijlers
# 1. Zo speel ik de hoofdrol (pijler ‘PM’er’)
# 2. Zo zorg ik voor een interessant aanbod op mijn groep (pijler  ‘kind’)
# 3. Zo richt ik een rijke speelleeromgeving in (pijler ‘omgeving en materiaal’)

# 5. Zo zet ik planmatig in op groei (opbrengstgericht werken)

Slide 20 - Slide

zelf aan de slag
in teams staat een format voor de uitwerking van science project.
Ga dit voorbereiden. 
Volgende week eerste uur is de uitwerking van een proefje.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

5 Pijlers (die staan op de voorkant van de studiehandleiding)
# 1. Zo speel ik de hoofdrol (pijler ‘PM’er’)
# 2. Zo zorg ik voor een interessant aanbod op mijn groep (pijler ‘kind’)
# 3. Zo richt ik een rijke speelleeromgeving in (pijler ‘omgeving en materiaal’)
# 4. Zo organiseer ik dat (groepsmanagement)
# 5. Zo zet ik planmatig in op groei (opbrengstgericht werken)

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide