Arbeidsvaardigheden fase 3 Lichaamstaal

Arbeidsvaardigheden Lichaamstaal
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Arbeidsvaardigheden Lichaamstaal

Slide 1 - Slide

doel van de les
  • Ik kan voorbeelden geven van lichaamstaal 
  • ik kan voorbeelden hoe het op de ander overkomt.  
  • Ik kan samenwerken. 
  • Ik kan me concentreren 



Slide 2 - Slide

lichaamstaal

Slide 3 - Mind map

lichaamstaal
55% van de communicatie bestaat uit lichaamstaal,

38% wordt geuit door de stemklank en slechts

7% wordt gecommuniceerd door middel van woorden.

Slide 4 - Slide

Hoe kun je praten met je lichaam?
  • Het grootste mannetje in een groep gorilla's heet een zilverrug. Deze man is de baas. Daar heeft hij geen woorden voor nodig, dat laat hij met zijn lichaamshouding zien. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Hoe kun je praten met je lichaam?
  • Mensen laten elkaar veel weten zonder iets te zeggen. Als Denise thuis komt weet haar moeder gelijk dat Denise een goed cijfer gehaald heeft. Dit kan ze zien aan haar gezicht, ze lacht en is blij. 
  • In de onderstaande afbeelding zie je aan de ogen, stand van 
    de wenkbrauwen en mond hoe iemand zich voelt.

Slide 7 - Slide

Hoe kun je praten met je lichaam?
  • Vaak doet je hele lichaamshouding mee om gevoelens te laten zien. Denise kwam huppelend naar huis, ze heeft haar schouders recht en haar hoofd rechtop. daaraan kon haar moeder zien dat ze vrolijk was.
  • Als je een beetje sloft met je voeten, naar beneden kijkt en je schouders laat hangen, straal je somberheid uit. 
  • Je kan dus met je lichaam laten zien hoe je je voelt, dit heet lichaamstaal

Slide 8 - Slide

Als je luistert, dan let je op wat iemand zegt. Je luistert naar de verbale uitdrukking. Maar je kijkt ook naar de houding van de spreker, de nonverbale uitdrukking en alles wat de spreker niet zegt, maar wel doet en bedoelt.


Verbaal = wat je zegt

Non-verbaal= hoe je het zegt

 


Communicatie: Verbaal en non-verbaal

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

lichaamstaal en indruk
Als je iemand voor het eerst ziet heb je al een beeld van hoe iemand is.
Dat beeld maak je door het uiterlijk dat iemand heeft.
De kleding, de haren , bril, etc.
Kijk maar naar het volgende filmpje.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

lichaamstaal bij
belangrijk gesprek

Slide 13 - Mind map

Slide 14 - Video

de 5 basisemoties.

Slide 15 - Slide

welke emotie zie je hier?

Slide 16 - Slide

welke emotie zie je hier?

Slide 17 - Slide

welke emotie zie je hier?

Slide 18 - Slide

welke emotie zie je hier?

Slide 19 - Slide

Wat is lichaamstaal?
A
Veel vertellen door te praten
B
Weinig vertellen met veel emotie
C
Vertellen hoe je je voelt door te praten en te luisteren
D
Vertellen hoe je je voelt, zonder te praten

Slide 20 - Quiz

Non-verbale communicatie is:
A
Spreken en luisteren
B
Alleen via je lichaamstaal communiceren
C
Spreken en je lichaamstaal gebruiken

Slide 21 - Quiz

wat kun je beter niet doen bij een belangrijk gesprek
A
rechtop zitten
B
de ander recht aankijken
C
kauwgum kauwen
D
je handen over elkaar hebben

Slide 22 - Quiz

Welke emotie zie je hier?
A
bang
B
verdrietig
C
boos
D
blij

Slide 23 - Quiz

Welke emotie zie je hier?
A
bang
B
verliefd
C
boos
D
blij

Slide 24 - Quiz

Welke emotie zie je hier?
A
bang
B
verliefd
C
blij

Slide 25 - Quiz