bt 13: ehbo

Handelen bij kleine ongevallen
BT 13
1 / 32
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Handelen bij kleine ongevallen
BT 13

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?

- poster bespreken

- uitleg verschillende kleine ongevallen

- opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Uitwendige wonden
Wonden die aan de buitenkant van het lichaam zichtbaar zijn.

Slide 3 - Slide

Wat is het gevaar bij uitwendige wonden?
A
De huid is niet meer intact
B
De wond moet worden schoon gespoeld
C
Het doet veel pijn
D
Er kunnen bacteriën bij komen

Slide 4 - Quiz

Wanneer moet je een leidinggevende, ouder of arts waarschuwen?

Slide 5 - Open question

Wat doe je bij een kleine uitwendige  wond?

1. Schoon spoelen onder zacht stromend water
(bij erg bloeden is dit niet nodig)

2. Wond ontsmetten met ontsmettingsmiddel

3. Wond steriel verbinden; met pleister, wanneer dit niet kan met dekverband.

Slide 6 - Slide

Blaren

Slide 7 - Slide

Welke soorten blaren ken je?

Slide 8 - Open question

Soorten blaren

Gesloten blaar = helder vocht onder de huid,

Open blaar = huid is weg op plek van de blaar,

Bloedblaar = gesloten blaar met bloed onder de in huid.

Slide 9 - Slide

Wat doe je bij blaren?

Gesloten blaar; wanneer blaar pijnlijk is doorprikken met blaarprikker,

Open blaar; blaar afdekken met gaasje of wondpleister,

Bloedblaar; alleen bij uitzondering doorprikken. Kans op infectie is groot.

Slide 10 - Slide

Splinters

Slide 11 - Slide

Een splinter verwijder je met een ...

Slide 12 - Open question

Wat doe je bij een splinter die een stukje uit de huid steekt?


1. verwijderen met een steriele pincet,

2. licht op de huid drukken, zodat er een beetje bloed uitkomt,

3. eventueel afdekken met een pleister.

Slide 13 - Slide

Wat doe je bij een splinter die helemaal onder de huid zit?


1. huid ongeveer 10 minuten laten weken in warm water,

2. huid boven splinter openen,

3. splinter pakken met steriele naald,

4. wondje spelen onder de kraan.

5. wondje afdekken met een pleister

Slide 14 - Slide

Voorwerp in neus of oor

Slide 15 - Slide

Wat doe je als je weet dat er een voorwerp in de neus zit?

Slide 16 - Open question

Wat doe je als er een voorwerp in de neus zit?


1. neus snuiten met een neusgat dicht

2. niet eruit? doorverwijzen naar arts

3. kind in de gaten houden, bij beschadiging, alsnog doorverwijzen naar arts

Slide 17 - Slide

Wat doe je bij een voorwerp of insect in het oor?
A
Proberen eruit te halen met pincet/ wattenstaaf
B
Oor druppelen met lauw warm water
C
Kind op zij laten schudden met hoofd
D
-

Slide 18 - Quiz

Insectenbeten

Slide 19 - Slide

Wat MOET je weten over een cliënt als het om insectenbeten gaat.
A
Of een cliënt hier allergisch voor is
B
Of een cliënt hier bang voor is
C
Of een cliënt hier veel jeuk van krijgt
D
-

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Video

Slide 22 - Link

Vuiltje in het oog

1. handen goed wassen

2. oog spoelen ; gezicht onder kraan, zachte waterkraan

of met schoon gaasje proberen te pakken

3. niet weg? doorverwijzen naar arts

Slide 23 - Slide

Hoeveel minuten moet je het oog minstens spoelen als er een bijtende stof in is gekomen?
A
10 minuten
B
20 minuten
C
30 minuten
D
40 minuten

Slide 24 - Quiz

bijtende stof in het oog?

1. oog minstens 30 minuten met lauw zachtstromend water spoelen. Oog hierbij open houden.

2. doorverwijzen naar arts.

Slide 25 - Slide

Flauwvallen
Bij flauwvallen stroomt er tijdelijk minder bloed naar de hersenen waardoor een kortdurende stoornis van het bewustzijn optreedt.

Slide 26 - Slide

Wat doe je als iemand
gaat flauw vallen?

Slide 27 - Mind map

Als iemand gaat flauwvallen:

- laat diegene op de rug liggen

- leg de benen iets hoger dan het hoofd

Slide 28 - Slide

flauwvallen zonder het aan te voelen komen


- proberen op te vangen: achter diegene, onder oksels

- in hurkzit op de grond te gaan staan

- leg persoon voorzichtig op de grond

Slide 29 - Slide

Wat doe je als iemand is flauwgevallen, meerdere antwoorden zijn goed
A
controleer bewustzijn en ademhaling
B
knellende kleding losmaken
C
na 3 minuten rechtop laten zitten
D
bij abnormale ademhaling in stabiele zijligging leggen

Slide 30 - Quiz

Wat doe je bij flauwvallen:

1. Controleer bewustzijn en ademhaling (kantel hoofd naar achteren)

2. Maak knellende kleding los, leg washand  op voorhoofd

3. Zorg voor ruimte en frisse lucht

4. Na 10 min. rechtop laten zitten

5. Bij normale ademhaling, in normale zijligging leggen

6. Duurt flauwvallen langer dan 2 min. altijd leidinggevende/ arts inschakelen

Slide 31 - Slide

Maak opdrachten:

4, 6, 7, 10


Ben je klaar? Haal dan een nakijkexemplaar op bij de docent.

Slide 32 - Slide