What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Spelling 19-10
Spelling week 3, les 2 en 3
1 / 23
next
Slide 1:
Slide
Spelling
Basisschool
Groep 7
This lesson contains
23 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
60 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Spelling week 3, les 2 en 3
Slide 1 - Slide
Welk woord hoort hierbij?
Groene groente - frans woord - familie van de komkommer
A
Spruit
B
Kiwi
C
Sla
D
Courgette
Slide 2 - Quiz
Welk woord hoort hierbij?
Gevoelig - snel lachen - snel huilen
A
Emotioneel
B
Gelukzalig
C
verteren
D
voorspoed
Slide 3 - Quiz
Welk woord hoort hierbij?
Het huiswerk - de tafel - studeren
A
Stoel
B
Het bureau
C
De eettafel
Slide 4 - Quiz
Welk woord hoort hierbij?
Medicijnen ophalen - Het recept - de toonbank
A
De chirurg
B
De fysiotherapeut
C
De apotheker
D
De tandarts
Slide 5 - Quiz
Het lesdoel
Aan het einde van de les hebben jullie:
- De stam + t in de tegenwoordige tijd herhaald ;
- De persoonvorm herhaald';
- Het onderwerp herhaald;
En overal mee geoefend ;)
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd
Slide 8 - Slide
Ik
jij?
jij
Ik
jij?
Jij
Ik
jij?
jij
Slide 9 - Slide
Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in met het ww fietsen
ik + stam / stam + jij ?/ jij + stam+t
Slide 10 - Open question
Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in met het ww zwemmen
Slide 11 - Open question
Vul de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd in met het ww vinden
Slide 12 - Open question
Hoe vind ik de persoonsvorm in een zin?
A
Door de zin vragend te maken.
B
Door de zin in een andere tijd te zetten.
C
Door nieuwe woorden aan de zin toe te voegen.
D
Door woorden weg te laten uit de zin.
Slide 13 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
'Ik fiets naar school.'
Slide 14 - Open question
Hoe vind ik in de zin het onderwerp?
A
wat + verleden tijd?
B
wie/wat + persoonsvorm
C
wat + onderwerp
D
wie + het zelfstandig naamwoord
Slide 15 - Quiz
Wat is het onderwerp in de volgende zin?
'Juf lisa rijdt met de auto naar school.'
Slide 16 - Open question
Opzoek naar de PV en het OND
‘Geluid bestaat uit trillingen.
De trillingen ontstaan door het wrijven.
Het glas trilt makkelijker met minder water erin.’
Slide 17 - Slide
Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de volgende zin?
'Mijn vader werkt op vrijdag thuis.'
Slide 18 - Open question
Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de volgende zin?
'Morgen gaan Bas en ik zwemmen in het park.'
Slide 19 - Open question
Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de volgende zin?
'Gisteren heeft mijn oma een auto-ongeluk gehad.'
Slide 20 - Open question
Wat is de persoonsvorm en het onderwerp in de volgende zin?
'Op 22 november heb ik een herkansing van mijn toets.'
Slide 21 - Open question
Aan de slag met les 2 en 3 uit je werkboek!
Slide 22 - Slide
Wat vonden we er van?
Slide 23 - Slide
More lessons like this
Spelling persoonsvorm in de tt
June 2019
- Lesson with
36 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Spelling persoonsvorm in de vt
June 2019
- Lesson with
25 slides
Steunles spelling
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Do 23 Jan Spelling werkwoordspelling
January 2021
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Vrijdag 24 Jan Spelling werkwoordspelling
January 2025
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Spelling H1 - persoonsvorm tegenwoordige tijd
September 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
WW tt basis 1,2,3,4
March 2021
- Lesson with
22 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
4 Taal deel 1
March 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Lager onderwijs
Voorbereiding toets HV1C
December 2021
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Secondary Education
Age 13