2.1 Oplossen met grafieken

1 / 18
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Als je een formule hebt:
inkomsten in euro = 3,40 +4t
Wat staat er dan eigenlijk tussen de 4 en de t?

Slide 3 - Mind map

Woordformule:
Beltegoed in € = 25 - 0,20 x bel-tijd in minuten

Noemen we 0,20 het stijggetal of het daalgetal?
A
stijggetal
B
daalgetal

Slide 4 - Quiz


Wat is het stijggetal van formule C?
A
+ 55
B
- 2
C
+ 70
D
+ 3

Slide 5 - Quiz

Wat is het begingetal?
A
0
B
600

Slide 6 - Quiz

Wat is het begingetal?
A
Er is geen begingetal
B
0,05
C
50

Slide 7 - Quiz

Wat is het begingetal?
A
0
B
3
C
150,00
D
112,50

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

oplossen met grafieken
kiekstra berekent het bedrag voor het afdrukken van foto's met de volgende formuler

bedrag in euro = 1,50 + 0,10 x aantal foto's

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Verdiensten in € = 15 - 7,50 x tijd in uren

Is hier spraken van een daal- of stijggetal
A
daalgetal
B
stijggetal

Slide 14 - Quiz

verdiensten in € = 15 + 7,50 x tijd in uren
Spreken we bij 7,50 over een daal- of stijggetal?
A
daalgetal
B
stijggetal

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Aan de slag


Paragraaf 2.1 t/m blz 74
timer
1:00

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide