Massamedia 3 Kader nieuwsvoorziening

Massamedia :Het nieuws
Wat gaan we doen? 
 Uitleg 

Ook als je de les zelfstandig volgt, 
maak je alle opdrachten en kijk je alle filmpjes in deze LessonUp! 
1. Start maken woordenboek
2. Opdrachten uit deze Lessen-up maken
1 / 32
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Massamedia :Het nieuws
Wat gaan we doen? 
 Uitleg 

Ook als je de les zelfstandig volgt, 
maak je alle opdrachten en kijk je alle filmpjes in deze LessonUp! 
1. Start maken woordenboek
2. Opdrachten uit deze Lessen-up maken

Slide 1 - Slide

Massamedia :Het nieuws
Ook als je de les zelfstandig volgt, 
maak je alle opdrachten en kijk je alle filmpjes in deze LessonUp! 
Woordenboek

Schrijf de volgende woorden op in je schrift/blaadje en schrijf de betekenis erachter. Kijk in de Methode of online.

Censuur, pluriformiteit, persvrijheid, doelgroep

Slide 2 - Slide

Het nieuws
Uitleg:    Doelgroep, inhoud en vorm




Doelgroep
Voor wie is het medium bedoeld? Welke leeftijdsgroep en interessegebied kun je aan het medium koppelen?
Inhoud
Waar geeft het medium aandacht aan? Politiek, amusement, onderwijs?
Vorm
Hoe wordt het medium aangeboden? Welk middel wordt er gebruikt en is deze gratis toegankelijk?

Slide 3 - Slide



  • Hoe komt nieuws tot stand?
  • Hoe weet je of nieuws betrouwbaar is? 
Begrippen

Persbericht
Persbureau
Selectiecriteria
 

Slide 4 - Slide

Met welk item zou vanavond het Journaal van 20:00 kunnen openen?

Slide 5 - Open question

Hoe komt de media aan het nieuws?
De redacties van kranten, journaals en actualiteitenprogramma's zijn voortdurend op zoek naar nieuws. Ze krijgen dit 'nieuws' op de volgende manieren: 

  • Ontvangen van persberichten van personen en instellingen.
  • Journalisten gaan zelf op zoek naar nieuws. 
  • Krijgen (kopen) berichten van persbureaus die rondom de wereld nieuws verzamelen. (ANP, Novum of Reuters).

Minder dan 1% van alle berichten behalen het journaal of de krant. 

Slide 6 - Slide

Selectiecriteria van het nieuws 

  • De actualiteit >  Een gebeurtenis moet nieuw zijn. Oud nieuws is geen nieuws. 
  • Bijzonder of uitzonderlijk >  een gebeurtenis moet bijzonder
  • zijn.
  • De nabijheid van het nieuwsfeit >  Gebeurt het hier in Arnhem? Of ergens ver weg?
  • Doelgroep >   Voor wie wordt het nieuws eigenlijk geschreven? Jeugd journaal of NOS-stories? Belangstelling is nodig. 
  • Identiteit of (commerciële doelstelling van het medium > wat vindt de redactie zelf belangrijk? Verdienen ze geld met dit nieuws? 

Slide 7 - Slide

Wat is hier het selectie criteria?
A
Actualiteit
B
Nabijheid
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant

Slide 8 - Quiz

Lees onderstaand bericht

Slide 9 - Slide

Wat is hier het selectie criteria?
A
Actueel
B
Nabijheid
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant

Slide 10 - Quiz

Wat is hier het selectie criteria?
A
Actueel
B
Passend bij de doelgroep
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant

Slide 11 - Quiz

Wat is hier het selectie criteria?
A
Actueel
B
Nabijheid
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant

Slide 12 - Quiz

Wat is hier het selectie criteria?
A
Actueel
B
Nabijheid
C
Bijzonder of uitzonderlijk
D
Eigen identiteit krant

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

 Hoofdvragen:
Hoe herken je nepnieuws?
Wanneer is nieuws betrouwbaar en objectief? 
Begrippen:
Selectieve perceptie
Referentiekader
Objectiviteit
Subjectiviteit
Hoor- en wederhoor

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Wat zie jij hier? 

Slide 18 - Slide

Begrippen
Objectief: een beschrijving van gebeurtenissen die klopt met de werkelijkheid en is niet gekleurd is door een mening.

Subjectief: een beschrijving van gebeurtenissen die gekleurd is door een mening.

Slide 19 - Slide

Geef een objectieve beschrijving van deze situatie

Slide 20 - Slide

Geef een subjectieve beschrijving van deze situatie

Slide 21 - Slide

Objectief nieuws
Feiten en meningen scheiden

Om nieuws zo objectief mogelijk te brengen moeten media feiten en meningen van elkaar onderscheiden. 

Dat maakt het nieuws betrouwbaar en zorgt ervoor dat mensen alleen feiten krijgen te zien en horen. 

Slide 22 - Slide

Objectief nieuws
Hoor-  en wederhoor
Alle kanten van het verhaal belichten en onderzoeken. Verschillende mensen met verschillende invalshoeken aan het woord laten.

Bijvoorbeeld praten met: 
  • de advocaat van de dader en met de officier van justitie
  • woordvoerder bedrijf en de boze werknemers


Slide 23 - Slide

Objectief nieuws
Meer dan één bron
"Eén bron is geen bron"

Informatie uit één enkele bron is zelden echt betrouwbaar.
Journalisten zoeken daarom altijd naar meerdere mensen om een verhaal te bevestigen. 

Slide 24 - Slide

Journalistieke normen
Scheiden van feiten en meningen
Hoor en wederhoor toepassen
Controleren van feiten met andere bron
Een objectieve 
informatiebron!
+
+
=

Slide 25 - Slide

Kritisch lezen en kijken
Journalisten en redacties zijn bijna nooit helemaal objectief, blijf dus zelf altijd goed opletten.

  • Realiseer je dat journalisten en redacties nooit helemaal objectief zijn. 
  • Hou rekening met wie het zegt en waarom ze dat zeggen (mening, reclame, belangen, type programma).
  • Volg alrijd meerdere nieuwsbronnen

Slide 26 - Slide

Begrippen
Selectieve perceptie = iemand maakt bewust of onbewust keuzes bij het waarnemen.

Referentiekader = al zijn persoonlijke waarden, normen, belangen, meningen en ervaringen.

Slide 27 - Slide

Selectieve perceptie en referentiekader
Selectieve perceptie is het bewust of onbewust keuzes maken bij het waarnemen (kijken, lezen, luisteren) >  Waar kijk ik wel naar? Waar geef ik geen aandacht aan? 

Ook bij journalisten speelt selectieve perceptie een rol. Journalisten hebben ook hun  referentiekader >  alle persoonlijke waarden, normen, belangen, meningen en ervaringen.

Voorbeeld: 
Een journalist die tegen dierenleed is, zal eerder een artikel schrijven over plofkippen of dierenmishandeling dan iemand die dat maar onzin vindt. 


Slide 28 - Slide

Slide 29 - Video

Aan de slag



Oefen met Quizlet! 

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Video

Slide 32 - Link