Economie Havo3 H7 Nu of later?

• economie bedrijfseconomie
• Voortgezet speciaal onderwijs

Hoe voel je je vandaag?

😒🙁😐🙂😃

Hoofdstuk 7 | Nu of later?

7.1  Welke financiële beslissingen neem je? 

7.2 Je leven lang naar school? 

7.3 Wat levert het op? 

7.4   De overheid ruilt over de tijd 

Leerdoelen van de 2 lessen: 

• Je kunt uitleggen dat door scholing je verdiencapaciteit kan toenemen 

 

• Je kunt uitleggen dat er bij studeren sprake is van ruilen over de tijd
• Je kunt uitleggen dat om aan het werk te blijven mensen een leven lang zich moet blijven scholen.

Geef de definitie van Ruilen over de tijd:

https:

Lezen blz. 188          2 min

Verplichte scholing?

Maken vraag 10      4min

Lezen blz. 189         4 min

Studeren kost geld

Leenstelsel

Maken vraag 13    4 min

Hoofdstuk 7 | Nu of later?

7.1  Welke financiële beslissingen neem je? 

7.2 Je leven lang naar school? 

7.3 Wat levert het op? 

7.4   De overheid ruilt over de tijd 

https:

7.1 Welke financiële beslissingen neem je?

In je leven doorloop je verschillende fases.  

Samen vormen deze levensfases je levensloop. 

Levensloop:  

Verloop van je leven. Tijdens je leven neem je verschillende financiële beslissingen. 

Nu of later geld uitgeven?

Ruilen over de tijd 

1. Sparen:   je stelt je consumptie uit 
2. Lenen:  je vervroegt je consumptie 

• De prijs die je hiervoor betaalt (de prijs van de tijd) is rente 

Ruilen over de tijd:  

Hiervan is bijvoorbeeld sprake als iemand zijn 

consumptie betaalt met geleend geld

Wat is een levensloop?

1. Verloop van je leven. Tijdens je leven neem je beslissingen
2. Verloop van je leven. Tijdens je leven neem je verschillende financiële beslissingen
3. Verloop van je leven. Hoe je consumeert
4. Verloop van je leven. Hoe je consumeert en nadenkt over de toekomst

Rekenvaardigheden:  Formule indexcijfers

Indexcijfers = nieuw getal : getal basisjaar x 100

Basisjaar is een liter benzine € 1,71. 

Drie jaar later is de prijs € 1,84. 

Bereken het indexcijfer van het 3de jaar

Bereken het nieuwe indexcijfer
In het basisjaar is een liter benzine € 1,71.
Drie jaar later is de prijs € 1,84

Rekenvaardigheden

Rentebedrag berekening

Rente percentage x Totale periode x leenbedrag = Rente bedrag

                                        Van de rente eerst een Perunage maken

                                                          Rente naar Perunage

                                                               Delen door 100

                                                            Rente = Perunage

                                                                    6% = 6/100

                                                                    6% = 0,06

Rente x Totale periode x leenbedrag = Rente bedrag

Ik leen € 1.900 tegen 3% rente. Het geleende geld los ik na 5 jaar af. Tussentijds los ik niets af.

Bereken hoeveel euro moet ik tijdens deze periode aan rente betalen

Rente x Totale periode x Leenbedrag = Rente bedrag

Ik leen €1.900 tegen 3% rente. Het geleende geld los ik na 5 jaar af. Tussentijds los ik niets af.
Bereken: Hoeveel euro moet ik tijdens deze periode aan rente betalen

Maken opdracht 1 t/m 6

Maken:  

        Opdracht     1 t/m 6         blz. 184 en blz. 185    15 min.

Wat hebben we geleerd  1 les: 

• Je kunt toelichten dat mensen tijdens hun leven verschillende financiële beslissingen nemen 

 

• Je kunt met voorbeelden uitleggen wat ruilen over de tijd is. 

Wat zijn voorbeelden van ruilen over de tijd? Meerdere antwoorden mogelijk

1. Geld sparen voor later
2. Geld lenen om nu de auto kopen
3. Geld lenen om je studie te kunnen betalen
4. A, B en C zijn goed

Maak de levensloop

Hypotheek

Lenen voor studie

Pensioenopbouw

Sparen tijdens je jeugd

Levensloop: 67 jaar

Leerdoel van de 2de les: 

 

• Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een stroomgrootheid en een voorraadgrootheid.

Sleep de zinnen naar de juiste grootheden

Voorraadgrootheden

Stroomgrootheden

Totale inkomsten van je bijbaan

Je bekijkt het saldo op je betaalrekening

Een ondernemer berekent de winst

Je berekent hoeveel geld je moet aflossen op je studielening

Maken opdracht 1 t/m 6

Maken:  

        Opdracht     7 t/m 9        blz. 186 en blz. 187    10 min.

Wat hebben we geleerd 2de les: 

 

• Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een stroomgrootheid en een voorraadgrootheid.

voorbeelden
Stroom- en voorraadgrootheden