Paragraaf 5.4 - Zonder werk

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Welkom, wat fijn dat je er bent!

Dit heb je nodig:

1. Mobiel in de telefoontas
2. Kauwgom uit / eten en drinken weg
3. Boek open op blz. 144
4. Schrift open bij het huiswerk
   

Leerlingen die online les volgen: camera's aan en gezicht in beeld, de hele les anders absent.

Wat gaan wij deze les doen?

Paragraaf  5.4 - deel 1 behandelen door middel van:

-Uitleg

-Zelfstandig werken

Lesdoelen 5.4

Je kunt uitleggen:

-wat de gevolgen zijn als je werkloos wordt

-wat het UWV voor je kan doen als je werkloos bent

-wat structurele werkloosheid is

Werkloos

Als je werkloos bent, schrijf je je in bij het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) als je een WW-uitkering wilt.

Je bent werkloos als je tussen de vijftien jaar en de pensioenleeftijd bent, geen baan hebt en actief op zoek naar werk bent.

Werkloosheid

Geregistreerde werkloosheid omvat de werklozen die staan ingeschreven bij het UWV.

Verborgen werkloosheid zijn de werklozen die niet staan ingeschreven bij het UWV.

Economische conjunctuur

Schommelingen waarin het goed of minder goed gaat in de economie noem je de economische conjunctuur.

minder koopkracht →vraag naar producten daalt → bedrijven verkopen minder →productie daalt → werkgelegenheid daalt → werkloosheid stijgt

Soorten werkloosheid

Conjuncturele werkloosheid
Werkloosheid die het gevolg is van een daling van de vraag naar goederen en diensten door vermindering van koopkracht.

Structurele werkloosheid
Werkloosheid als gevolg van veranderingen in de aanbodkant van de economie.

Oorzaken structurele werkloosheid

Bij veranderingen in het aanbod van goederen en diensten kun je denken aan:

• Verouderde producten worden minder verkocht en geproduceerd.

• Om goedkoper te produceren moderniseren bedrijven hun technologie. Als robots de productie van mensen overnemen, verdwijnen er banen.

• Bedrijven verplaatsen de productie naar lagelonenlanden. Door de lage loonkosten daar kunnen ze goedkoper produceren.

• Als werkzoekenden niet de geschikte opleiding hebben voor de banen die er op dat moment zijn.

Zelfstandig werken

1. Nakijken par. 5.3

2. Maken opgave 37 tm 44 vanaf blz. 144.

3. Vraag om een rekenstencil.

Welkom, wat fijn dat je er bent!

Dit heb je nodig:

1. Mobiel in de telefoontas
2. Kauwgom uit / eten en drinken weg
3. Boek open op blz. 144
4. Schrift open bij de opdrachten van 5.4
   

Leerlingen die online les volgen: camera's aan en gezicht in beeld, de hele les anders absent.

Wat gaan wij deze les doen?

Paragraaf  5.4 - deel 2 behandelen door middel van:

-Uitleg

-Zelfstandig werken

Toetsweek 2:

Par. 5.3, 5.4 & 6.1

Lesdoelen 5.4

Je kunt uitleggen:

-wat conjuncturele & structurele werkloosheid is

-wat het verschil is tussen frictiewerkloosheid, seizoenswerkloosheid en regionale werkloosheid.

Soorten werkloosheid

Conjuncturele werkloosheid
Werkloosheid die het gevolg is van een daling van de vraag naar goederen en diensten door vermindering van koopkracht.

Structurele werkloosheid
Werkloosheid als gevolg van veranderingen in de aanbodkant van de economie.

Conjuncturele werkloosheid

Dor het verlagen van de belasting kan de overheid de conjuncturele werkloosheid laten afnemen.
Laat zien hoe dit werkt. Zet de zinnen in de juiste volgorde.

1. De overheid verlaagt de belastingen.
2. Bedrijven moeten meer produceren.
3. Mensen gaan meer kopen.
4. Bedrijven nemen meer mensen aan.
5. Mensen houden meer geld over.
6. Er zijn minder mensen werkloos.

Soorten werkloosheid

Deze soorten werkloosheid kunnen tegelijkertijd voorkomen met conjuncturele of structurele werkloosheid:

• Frictiewerkloosheid: Kortdurende werkloosheid omdat je even tijd nodig  hebt om een nieuwe baan te vinden.
• Regionale werkloosheid: Werkloosheid die in bepaalde gebieden hoger is dan gemiddeld in het land.
• Seizoenwerkloosheid: Werkloosheid die ontstaat doordat bepaald werk alleen maar in een deel van het jaar verricht kan worden.

Zelfstandig werken

1. Maken opgave 37 tm 49

    vanaf blz. 144.

2. Vraag om een stencil om 

     extra te oefenen voor de

     toetsweek.