What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Beta
Log in
Register
‹
Return to search
Taal met Skills – Lezen & Schrijven
Taal met Skills – Lezen & Schrijven
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Taal met Skills – Lezen & Schrijven
Slide 1 - Slide
Wat is het verschil tussen een leesdoel en een schrijfdoel?
A
Leesdoel is altijd belangrijker dan schrijfdoel.
B
Allebei betekenen hetzelfde.
C
Schrijfdoel gaat over lezen met een doel.
D
Bij een leesdoel bepaal je waarom je een tekst leest, bij een schrijfdoel waarom je schrijft.
Slide 2 - Quiz
Schrijf in één zin wat je doet bij verkennend lezen. Waarom zou je dat doen?
Slide 3 - Open question
Je zoekt in een tekst naar: “Hoeveel RAM-geheugen heeft de PlayStation 5?” Welke leestechniek gebruik je?
A
Globaal lezen
B
Intensief lezen
C
Zoekend lezen
D
Scannen met Ctrl+F
Slide 4 - Quiz
Inleiding
Middenstuk
Slot
Dus: gooi je controller niet te snel weg – gamen heeft voordelen!
In dit artikel lees je waarom gamen goed kan zijn voor je brein.
Onderzoekers zeggen dat strategie-games je probleemoplossend vermogen verbeteren.
Slide 5 - Drag question
Wat hoort NIET in de inleiding?
A
De hoofdgedachte
B
Details en uitleg
C
Een pakkende opening
D
Introductie van het onderwerp
Slide 6 - Quiz
Wat hoort in het slot van een tekst?
A
Een samenvatting of conclusie
B
De hoofdvraag
C
Een nieuw onderwerp
D
Tussenkopjes
Slide 7 - Quiz
Noem zoveel mogelijk signaalwoorden die je kent
(zoals ‘dus’, ‘omdat’, ‘ten eerste’)
Slide 8 - Mind map
Je stuurt een e-mail naar je docent. Welke zin is het meest geschikt?
A
Yo, ik kom later ff langs.
B
Hoi, ik ben ziek, dus ik ben er morgen weer.
C
Hallo, ik kom vandaag niet naar de les.
D
Beste heer De Vries, hierbij meld ik mij ziek voor vandaag.
Slide 9 - Quiz
Je schrijft een handleiding voor een nieuwe app voor senioren. Waar let je op?
A
Gebruik veel Engelse termen
B
Voeg veel grapjes toe
C
Gebruik korte en duidelijke zinnen en plaatjes
D
Schrijf alsof het voor je vrienden is
Slide 10 - Quiz
Wat is een goede aanhef in een formele e-mail?
A
Beste Tygo,
B
Hallo!
C
Geachte mevrouw Jansen,
D
Yo, alles chill?
Slide 11 - Quiz
Welke zin is juist gespeld?
A
Ik wordt moe.
B
Hij loopdt daar.
C
Jij wordt bedankt.
D
We hebben het geprobeert.
Slide 12 - Quiz
Wat maakt een argument sterker?
A
Je verzint iets dat goed klinkt.
B
Je gebruikt formele woorden.
C
Het is grappig.
D
Je onderbouwt het met een concreet voorbeeld.
Slide 13 - Quiz
Welke formulering is het duidelijkst?
A
Je kunt het beter opnieuw doen, want het werkt niet goed
B
De situatie is gecompliceerd, maar ik denk dat…
C
Alles is misschien waarschijnlijk fout gegaan, waarschijnlijk.
D
Het is wel een beetje niet heel handig.
Slide 14 - Quiz
Welk onderdeel van de lessen Nederlands van dit jaar denk jij in later je stage of werk het meest nodig te hebben – en waarom?
Slide 15 - Open question
Wat zou jij volgend jaar in Nederlands willen leren of verbeteren, zodat je sterker staat in je stage of toekomstig werk?
Slide 16 - Open question
More lessons like this
Leesstrategieën
August 2022
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
De zakelijke e-mail
October 2022
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Inleiding, kern & slot
January 2022
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Inleiding, kern & slot
February 2025
- Lesson with
22 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Teksten globaal lezen
October 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Teksten globaal lezen
November 2019
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 6 - De zakelijke e-mail
September 2024
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 6 - De zakelijke e-mail
October 2024
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Secundair onderwijs