This lesson contains 19 slides, with text slides and 1 video.
Stoffen die spontaan (zelf) ioniserende straling afgeven.
Dit is straling die moleculen kapot kan maken.
Dit kan alfa-, bèta- en/of gammastraling zijn.
Deze stoffen noemen we radioactief.
Wat betekent het woord radioactief dan eigenlijk?
Radio betekent zenden.
Het woord radioactief betekent dus actief zenden. Iets wat radioactief is zendt zelf straling uit. Zonder hulp.
Radioactieve stoffen zenden ioniserende straling uit.
Ioniserende straling kun je met een geigerteller meten.
Hij geeft klikjes als er straling aanwezig is, hij verklikt dus eigenlijk de straling.
Je meet radioactiviteit met een geigerteller.
Je meet dit in Bequerel (Bq)=1 Bq is stralingsdeeltje per seconde.
Een radioactieve isotoop heeft atoomkernen die instabiel zijn. Daarmee wordt bedoeld dat die kernen spontaan (dus zonder invloed van buitenaf) veranderen.
Op het moment dat zo'n atoomkern verandert, zendt deze een kleine hoeveelheid straling uit. Dit wordt radioactief verval genoemd.
Als een kern van een radioactieve stof straling geeft, is hij net in verval geraakt. Dan is de kern van het atoom verandert in een andere (niet radioactieve) stof. Dit kunnen alleen radioactieve stoffen en dat kunnen ze maar 1x.
Als ze in verval raken, zenden ze dus straling uit.