Les verbes sept 2020

Geef de juiste vorm van het werkwoord: 
noteer het onderwerp en het gezegde!!!
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4,5

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Geef de juiste vorm van het werkwoord: 
noteer het onderwerp en het gezegde!!!

Slide 1 - Slide

mettre (présent)
nous

Slide 2 - Open question

avoir (présent)
ils
A
font
B
ont
C
sont
D
vont

Slide 3 - Quiz

venir (imparfait)
elle

Slide 4 - Open question

aller (présent)
elles
A
ont
B
font
C
sont
D
vont

Slide 5 - Quiz

être (imparfait)
c'

Slide 6 - Open question

je voudrais
staat in:
A
de imparfait
B
de conditionnel
C
de passé composé
D
de présent

Slide 7 - Quiz

pouvoir (passé composé)
tu

Slide 8 - Open question

Traduis:
ik zal praten
A
je vais parler
B
je parlerais
C
je parlerai

Slide 9 - Quiz

Vertaal:
wij zouden willen
A
nous voulons
B
nous voulions
C
nous voudrions
D
nous voudrons

Slide 10 - Quiz

faire (futur simple)
vous

Slide 11 - Open question

boire (futur simple)
je
A
je boirai
B
je vais boire

Slide 12 - Quiz

finir (imparfait)
ils

Slide 13 - Open question

attendre (passé composé)
j'

Slide 14 - Open question

écouter (conditionnel)
tu
A
tu écouterais
B
tu écoutais
C
tu écouteras

Slide 15 - Quiz

regarder (conditionnel)
vous

Slide 16 - Open question

Traduis:
ik kan
A
je veux
B
je peux
C
je veut
D
je peut

Slide 17 - Quiz