3 HAVO Zinsopbouw en Gebiedende Wijs Ch. 7

1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide









Het zal je de afgelopen jaren ongetwijfeld zijn opgevallen
dat Franse zinnen niet hetzelfde lopen als die in het Nederlands...


Slide 2 - Slide

De werkwoorden
Regel: werkwoorden staan in het Frans
altijd bij elkaar!

Uitzonderingen

- Een ontkenning: Je n'aime pas jouer à la console.
- Woorden als: souvent, toujours, encore, bien, mal, beaucoup en
  déjà. J'aime toujours manger de la salade.

Slide 3 - Slide

De bepaling van tijd/plaats
Een tijds- of een plaatsbepaling kan op 2 plekken in de zin staan.

Einde van de zin
Je vais acheter un T-shirt demain.

Begin van de zin
Demain, je vais acheter un T-shirt.

Dus: (tijd/plaats) + onderwerp + werkwoorden + lijdend/meewerkend voorwerp + (tijd/plaats)


Slide 4 - Slide









Gebiedende wijs
Weer een nieuwe manier om een zin te formuleren...



Slide 5 - Slide

Leerdoel 
  • Ik begrijp de gebiedende wijs 'l’impératif' in het Frans
  • Ik kan l’impératif' in het Frans toepassen 


Slide 6 - Slide

De  gebiedende wijs / L'impératif
Eet  pizza!!
Mange de la pizza!!
De gebiedende wijs
L'impératif

Slide 7 - Slide

Gebiedende wijs
  • Komt ook veel voor in liedjes, verhalen, gedichten...


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Gebiedende wijs
in het Frans
In het Frans heb je twee (drie) vormen van de gebiedende wijs:

Je-vorm van het werkwoord in de présent: Mange de la pizza, Patrick!

Vous-vorm van het werkwoord in de présent: Faites vos devoirs!

Slide 10 - Slide



Wanneer gebruik je
welke vorm? 

Slide 11 - Slide

Je-vorm
Wanneer je iets zegt tegen één persoon die je met 'JIJ' aanspreekt.

Niels,
doe de deur dicht! > Niels, ferme la porte!

FERME is de je-vorm van het werkwoord FERMER.

Slide 12 - Slide

Vous-vorm
Vous-vorm: 
Wanneer je iets zegt tegen meerdere mensen waar je zelf NIET bijhoort OF tegen iemand die je aanspreekt met U. 
Niels en Patrick, spreek langzaam! 
                                                           Niels et Patrick, parlez lentement! 

PARLEZ is de vous-vorm van het werkwoord PARLER

Slide 13 - Slide

Nous-vorm
Verrassing.. er is nog een vorm die gebruikt wordt. 

Alleen deze vorm gebruik je om een voorstel te doen. 

Bijvoorbeeld: laten we naar de bioscoop gaan! > Allons au cinema!

Slide 14 - Slide


Vertaal: Meneer, ga rechtdoor.
A
Monsieur, allez tout droit.
B
Monsieur, vas tout droit.
C
Monsieur, va tout droit.
D
Monsieur, aller tout droit.

Slide 15 - Quiz


Nicolas en Antoine, ga naar huis!
A
Nicolas et Antoine, rentrons!
B
Nicolas et Antoine, rentre!
C
Nicolas et Antoine, rentrez!
D
Nicolas et Antoine, rentrer!

Slide 16 - Quiz


Tegen een groep: Kies!
A
choisis
B
choisissez
C
choisit
D
choisissons

Slide 17 - Quiz

Gebiedende wijs:
Verkoop jouw auto !
A
vend ta voiture
B
vendez ta voiture
C
vends ta voiture
D
vendons ta voiture

Slide 18 - Quiz

Hoe zeg je (tegen een groep) dat ze moeten stoppen met praten
A
Arrête de parler
B
Arrêtez de parler
C
Arrêtons de parlez
D
Arrêtent de parler

Slide 19 - Quiz

Zeg tegen je klasgenoot dat hij zijn huiswerk moet maken
A
Faites tes devoirs
B
fais tes devoirs
C
Fait tes devoirs
D
fais mes devoirs

Slide 20 - Quiz

Zeg tegen je klasgenoot dat hij moet gaan
A
Allez!
B
Vais!
C
Va!
D
Allons!

Slide 21 - Quiz

Je broer doet je een voorstel
(aller) .... au cinéma!
A
va
B
alle
C
allez
D
allons

Slide 22 - Quiz

Gebiedende wijs
  • Komt ook veel voor in liedjes, verhalen, gedichten...


Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Na deze les voel ik mij...
(Je me sens...)
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Bedankt voor de aandacht
Graag gedaan doei

Slide 26 - Slide