Zorg bij de uitscheiding

Uitscheiding
1 / 27
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

Uitscheiding

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vormen van uitscheiding

Urineren
Ontlasting
Braken
Sputum
Transpiratie
Menstruatie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke zorg is van belang bij uitscheiding
Hygiëne
Welbevinden van zorgvrager
Observeren van de uitscheidingsproducten en afwijkingen signaleren
Zorgbehoefte inschatten
Uitscheidingspatroon observeren
Privacy

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

FAECES

Slide 4 - Mind map

welke namen kennen jullie voor het woord feces 
Ontlasting
  • Kleur
  • Geur
  • Frequentie
  • Hoeveelheid
  • Samenstelling
  • Manier van defeceren
  • Spontaan verlies ontlasting

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

AFWIJKENDE FEACES
- Zwarte ontlasting: wordt veroorzaakt door ijzerpreparaten of norit
- Bloedontlasting (meleana): zwart van kleur en duidt op bloeding in maag-darm kanaal. Bij grote hoeveelheden ontstaat een volumeuze hoeveelheid met weeïge geur.
- Ontkleurde ontlasting: grauw-wit van kleur. Komt voor bij afvoerbelemmering van gal naar darmen en soms bij leverontsteking.
- Vetontlasting of steatorroe: grijzig, brijachtig en vettig om te zien. Bij verteringsstoornissen (afwijkingen bij alvleesklier of darmen)
- Slijm bij ontlasting: t.g.v. overactiviteit slijmklieren bij ziekte aan dikke darm of prikkelbaardarm syndroom

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

AFWIJKENDE FEACES
- Diarree: meerdere malen per dag waterige ontlasting
- Obstipatie: minder frequente ontlasting, vaak harde knobbelige ontlasting
- Etter bij ontlasting: afkomstig van ziekte proces in laatste deel van de darm
- Lintvormig of potloodvormige ontlasting: kan duiden op afsluiting darm door bijv tumor

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Afwijkende bestanddelen ontlasting
Onverteerbare voedselresten
Slijm (gevolg van darmslijmvlies)
Bloed (gevolg van tumoren of aambeien)
Pus (gevolg van ontstekingen)
Wormen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Dit gebruik je als de zorgvrager
A
Moet braken
B
Alleen moet urineren
C
Moet urineren en/of defeceren
D
Moet braken, urineren en defeceren

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Hulp bij urineren 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Urine bestaat uit water afvalstoffen, zout en overtollige vitamines.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Observeren urine:
  • Geur
  • Kleur
  • Hoeveelheid
  • Frequentie
  • Helderheid
  • Manier van urineren

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Nycturie: urineproductie is in de nacht groter
Oligurie: Urineproductie < 500ml/24uur
Anurie: urineproductie <50ml/24uur
Polyurie: urineproductie > 2l/24uur

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

KLEUR VAN URINE
Helder en lichtgekleurd: Lage concentratie urine bij hoge productie
Donker geel: kleine productie met hoge concentratie
Donkerbruin met schuim: duidt op hoog gehalte aan galkleurstof (billirubine, geelzucht)
Rode kleur of roodbruin: duidt op bloed in urine = hematurie (blaasontsteking, nierstenen, trauma nieren)
Rode verkleuring door eten: bijv. na het eten van bietjes
Witachtig troebel: teveel witte bloedcellen of kristallen in de urine
Verkleuring door medicatie: bijv furadantine (antibioticum) kan donkere kleur geven aan urine

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Dit is een .....?
A
Schuitje
B
Trottoir
C
Urinaal
D
Vaginaal

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Incontinentie

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Signalen die wijzen op incontinentie

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

Welke katheterzakken ken je?
A
verblijfszak en dagzak
B
beenzak en nachtzak
C
retentiezak en complicatiezak

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Een katheterzak mag iedere dag verwisseld worden.
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor soort katheter zou dit zijn?
A
Condoomkatheter
B
Verblijfskatheter
C
Suprapubische katheter

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

katheterzakken en houders
been zak
nacht zak

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions