Les 7.2 15 mei

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welcome h3p!

1. Put your phone in the phonebag

2. Take your book and notebook out

3. Put your pencil case on your table. 

Today

• Check homework exercises

• Recap grammar: men en er zinnen

       -  Practice in LessonUp

• Work on homework exercises

• Play Quizlet about vocabulary

Check homework

page 98-110

Exercise 2, 3, 4

Exercise 11, 12, 13

Please take

your notebook in

front of you

Men / er zinnen

Stappenplan

1. Zoek het lijdend voorwerp. 
2. Zet het lijdend voorwerp voorop in de nieuwe zin.
3. Zoek alle werkwoorden in de zin.
4. Bepaal in welke tijd deze werkwoorden staan.
5. Zet de tijd om volgens het tijdschema.
6. Herschrijf de zin.

Men / er zinnen

Nederlands

Tegenwoordige tijd (word/worden)

Verleden tijd (werd/werden)

Toekomende tijd (zal/zullen worden)

Voltooid tegenwoordige tijd (is/zijn)

Onvoltooid tegenwoordige tijd (waren/hadden)

Engels (passive)

am/are/is + voltooid deelwoord

was/were + voltooid deelwoord

will be + voltooid deelwoord

has/have been + voltooid deelw.

had been + voltooid deelwoord

Stappenplan

1. Zoek het lijdend voorwerp:    de verlamde man
2. Zet het lijdend voorwerp voorop in de nieuwe zin:    The paralysed man
3. Zoek alle werkwoorden in de zin:    hielp
4. Bepaal in welke tijd deze werkwoorden staan:    hielp = verleden tijd
   
5. Zet de tijd om volgens het tijdschema:    was/were + voltooid deelwoord
6. Herschrijf de zin:    The paralysed man was helped with everything.

Men hielp de verlamde man met alles.

In welke tijd staat deze zin?
"Men heeft een brief gestuurd."

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd
3. Voltooid tegenwoordige tijd
4. Onvoltooid tegenwoordige tijd

Vertaal naar het Engels:
Men heeft een brief gestuurd.

In welke tijd staat deze zin?
"Men drinkt veel wijn in Frankrijk."

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd
3. Voltooid tegenwoordige tijd
4. Onvoltooid tegenwoordige tijd

Vertaal naar het Engels:
Men drinkt veel wijn in Frankrijk.

In welke tijd staat deze zin?
"Er werd een bom gevonden in de trein."

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd
3. Voltooid tegenwoordige tijd
4. Onvoltooid tegenwoordige tijd

Vertaal naar het Engels:
Er werd een bom gevonden in(=on) de trein.

In welke tijd staat deze zin?
"Er waren fouten gemaakt op onze toets. "

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd
3. Voltooid tegenwoordige tijd
4. Onvoltooid tegenwoordige tijd

Vertaal naar het Engels:
Er waren fouten gemaakt op onze toets.

In welke tijd staat deze zin?
"Men heeft de bagage achtergelaten in het hotel. "

1. Tegenwoordige tijd
2. Verleden tijd
3. Voltooid tegenwoordige tijd
4. Onvoltooid tegenwoordige tijd

Vertaal naar het Engels:
Men heeft de bagage achtergelaten in(=at) het hotel.

Do the exercises

Work on exercises

Finished?

- Study: Vocabulary unit 6 & 7

- Work on a different subject

Do: Exercise 2 (GB page 22)

Do: Text 9 'Long live the New Family' (GB page 37-39)