Comfort HVAC

Comfort HVAC
Pittig hoofdstuk
1 / 22
next
Slide 1: Slide
ElectronicaMBOStudiejaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Comfort HVAC
Pittig hoofdstuk

Slide 1 - Slide

Een gemiddelde airco werkt als volgt
A
Er wordt koude lucht aangezogen, gas verdampt
B
Er wordt warme lucht aangezogen, vloeistof verdampt

Slide 2 - Quiz

Bij een goed werkende airco wordt de verdamper ongeveer
A
0 graden
B
2 graden
C
10 graden
D
-5 graden

Slide 3 - Quiz

De druk bij ingeschakelde airco verandert niet; de lage- én hogedruk blijven beiden 6 BAR
A
Lekkage in het systeem (te kort koudemiddel)
B
Compressor defect
C
Verdamper verstopt
D
Lamellen van de condensor zijn slecht

Slide 4 - Quiz

Waar is het koudemiddel gasvormig en heeft het een lage druk?
A
Vóór de verdamper
B
Ná de verdamper

Slide 5 - Quiz

Nakoeling betekent:
A
Verschil condensatietemp/temp uitgang condensor
B
Verschil condensatietemp/temp ingang condensor

Slide 6 - Quiz

De condensatie temperatuur van r134a
A
Is bij iedere druk hetzelfde
B
Varieert per aantal BAR's; is terug te vinden in een tabel

Slide 7 - Quiz

Airco systeem is GOED gereinigd, int filter is vervangen maar na 2 mnd stinkt uitstroomlucht weer?
A
Verdamper vervangen
B
Berijder uitleg geven over het gebruik van de airco
C
Airco onderhoud uitvoeren

Slide 8 - Quiz

Welk type olie wordt voorgeschreven bij een 3- fase airco compressor (EV) ?
A
PAG
B
PAO
C
POE

Slide 9 - Quiz

Met een infrarood temperatuurmeter kun je meten op alle airco leidingen
A
Meting klopt altijd
B
Nee dat klopt niet altijd

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Welke temp. verwacht je te meten als je ingaande- en uitgaande leiding van een filterdroger gaat meten?
A
Allebei koud
B
Allebei warm
C
Ingaand koud, uitgaand warm
D
Ingaand warm, uitgaand koud

Slide 12 - Quiz

De druk op het koelvloeistofvaatje is verlaagd; de dop zit los.
Wat gebeurt er met het kookpunt?
A
Blijft hetzelfde
B
Wordt hoger
C
Wordt lager

Slide 13 - Quiz

Oververhitting vindt plaats in de compressor. Je berekent het als volgt:
A
Temp. zuigleiding compressor - verdampingstemp
B
Temp. persleiding compressor - condensatietemp.
C
Temp. verdamperuitgang - tempcondensoruitgang

Slide 14 - Quiz

Waar vindt nakoeling plaats?
A
Voor & na verdamper
B
Voor & na filterdroger
C
Voor & na compressor
D
Voor & na condensor

Slide 15 - Quiz

Wat is de taak van het filterdroger?
A
Hier vindt na-koeling plaats
B
Hier vindt oververhitting plaats
C
Hier verdampt koudemiddel
D
Vocht absorberen / expansieventiel beschermen

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Wat is het voornaamste voordeel van een dubbelwandige leiding (2-in 1 leidingen)
A
Productie is goedkoper
B
Compactere inbouw
C
Beter rendement
D
Als er een slang lekt komt het niet in de atmosfeer

Slide 18 - Quiz

Bij het filterdrogerelement vind je een stekker met twee draadjes
Waarvan is die hoogstwaarschijnlijk
A
Druksensor
B
Drukschakelaar
C
Temp sensor

Slide 19 - Quiz

Je leest via meetwaardes uit; hogedruk 11 BAR maar manometer staat op 10 BAR ?
A
Sensor wijkt af
B
Bedrading sensor defect
C
Dit klopt
D
Manometer wijkt af

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

Met de knop SYNC
A
Zet je de 2 zone- regeling op dezelfde temp.
B
Kun je de 2 zone- regeling afzonderlijk regelen

Slide 22 - Quiz