Gewone zinnen:
Bij he/she en it krijg je werkwoord + s
Bij I, you, we en they gebruik je het hele werkwoord
Ontkennende zinnen:
Bij he/she en it krijg je doesn't + hele werkwoord
Bij I, you, we en they gebruik je don't + hele werkwoord
Vragende zinnen:
Bij he/she en it krijg je does + hele werkwoord
Bij I, you, we en they gebruik je do + hele werkwoord
Let wel op de woord volgorde van een vragende zin!