Quiz Bewegingsvormen LE06

• Didactiek
• MBO
• Studiejaar 1

Quiz Bewegingsvormen LE06

Rik en Joris

Wanneer hebben het over bewegingsvormen?

1. inhoud van de les
2. inhoud van het lvf
3. oefenstof van de les
4. leervoorstel van de les

Op welke basis maak je een keuze voor de bewegingsvormen van je les?

1. lesopbouw
2. beginsituatie
3. geformuleerde doelstelling
4. evaluatie

Waar sluit de bewegingsvormen op aan?

1. evaluatie
2. doelstelling
3. De les
4. beginsituatie

Aan welke eisen moeten de bewegingsvormen aan voldoen?

1. veilig zijn
2. betekenisvolzijn
3. differentiatie mogelijk maken
4. alle antwoorden zijn goed

De stapsgewijze, gefaseerde opbouw van een aantal bewegingsvormen om tot een bepaald doel te komen is?

1. leergang
2. didactische hulpmiddelen
3. methodiek
4. didactiek

Op basis van de beginsituatie en de doelstelling kies je bewegingsvormen.
Klopt dit of niet?

1. Waar
2. Niet waar

In de evaluatie moet je nagaan of de gekozen bewegingsvorm aan je verwachtingen heeft voldaan.
Waar of niet waar?

1. niet waar
2. waar

Waar zijn de bewegingsvormen gericht op als iemand technisch en tactisch beter wil worden?

1. ontstpanning
2. ontwikkeling
3. recreatie
4. alle antwoorden zijn goed

Welke eis hoort bij het lesdoel 'arrangementen op meerdere niveaus'?

1. concentratieboog
2. belevingswaarde
3. betekenisvol
4. differentiatie mogelijk maken

Waarvoor moet je zorgen als je wilt streven naar een zo intensief mogelijke les?

1. differentiatie op elke deelnemer zetten
2. juiste afwisseling tussen arbeid en rust
3. zorgt ervoor dat je deelnemers weinig vragen stellen
4. alle antwoorden zijn goed

Wat is een voordeel van de deelmethode bij het aanleren van een bewegingsvorm?

1. de lesgever gebruik kan maken van zijn deskundigheid
2. dat je van je gehele beweging uitgaat
3. bewegingsvormen zijn vaak duidelijk bij de deelnemers
4. bewegingsvormen betekenisvol zijn

Wat is een nadeel van de totaalmethode?

1. veel bewegingen zijn in de basisvorm nog te moeilijk voor beginners
2. Het vraagt veel van het inzicht en ervaring van de lesgever
3. beide antwoorden zijn goed

Wat werkt NIET bij het veranderen van de bewegingssituatie?

1. differentiëren
2. evalueren
3. nieuwe aanwijzingen geven
4. Alle antwoorden zijn fout

Wat doe je tijdens of ten slotte bij de evaluatie?

1. of je de doelstelling hebt gehaald
2. Of je de gekozen bewegingsvormen hebben voldaan
3. Beide antwoorden zijn goed

Waar staat het kopje bewegingsvormen in het didactisch model?

1. Links
2. Boven
3. Onder
4. Rechts